Minderjarigen. 74 DE RAIFFEISEN-BODE. plukken van veeren van een kikker, wat nog wel nooit is gelukt. In tegenstelling met deze Konink lijk goedgekeurde vereeniging staat de coöperatieve, waarbij de leden "Wel voor hare schulden instaan, al is het soms slechts ten deele, onder ze kere beperking en naar zekere ver houding. Voor de coöperatieve vereeniging, die alzoo door de bepalingen over de aansprakelijkheid een bepaald en geheel eenig soort vereeniging is, willen nu de Zuivel'bank te Leeuwar den en de Boerenleenbank te Aalten eene regeling zien getroffen, waardoor deze zonder eenige an dere zekerheid als die in de statu ten vastgelegde leden aansprakelijk heid gelden kunnen betrekken. Voor stellen daarop betrekking heb bende, zullen ter eerstvolgende algemeene vergadering een onder werp van bespreking uitmaken en bedoelen eene zoodanige regeling te treffen, waarbij de banken gewaar borgd worden tegen verzwakking der vereeniging door statutenwijzi ging1 .(verandering van aansprake lijkheid), tegen de nadeelige gevol gen van uittreding enz. In verband hiermede zal dan eene wijziging van de statuten der Cen trale Bank noodig zijn, waarna ook de boerenleenbanken, die dezen weg op willen, in hare statuten eenige wijzigingen zullen moeten aap brengen. Met name zal dan in ieder geval moeten worden bepaald, dat onder de in de statuten vermelde persoon lijke zekerheid mede kan worden verstaan de aansprakelijkheid der leden eener coöperatieve vereeni- gipg (van de andere is dus geen sprake), welker statuten door de Centrale Bank zijn goedgekeurd, enz. Wij kunnen hierop momenteel niet nader ingaan, daar de zaak nog bij het Bestuur der Centrale Bank een punt van bespreking uitmaakt en noig naar den juisten weg wordt ge zocht. Zooals nu echter de statuten nog luiden, moet van iedere vereeniging eene zekerheid worden geëischt, ook van de coöperatieve. Elke vereeni ging moet dus, als zij geene zake lijke zekerheid stelt, eene borgstel ling geven voor de terugbetaling van ter leen te verstrekken gelden en dat onverschillig of hare statuten eene persoonlijke aansprakelijkheid van de leden voor een mogelijk te kort inhouden (de z.g.n. coöpera tieve), ja of neen. Staan wij bij de coöperatieve ver eeniging nog even stil, dan merken wij op, dat deze in het algemeen in tegenstelling van de andersoortige veelal in zichzelve eenige, soms vrij groote, credietwaardigheid heeft door die aansprakelijkheid harer leden. Daardoor heeft men aan haar doorgaans meer houvast dan aan de z.g.n. Koninklijke goedgekeurde. Naast die aansprakelijkheid moet nu volgens de tegenwoordige statuten eene zekerheid worden gesteld, waarop men steunen kan. ook al zoude de schul- denares zelve hare schulden niet vol doen en wel zulk eene zekerheid, welke onafhankelijk en los van de vereeniging staat, die er niet in ligt opgesloten, doch er zelfs zoozeer nt> vens staat,, dat er verhaal op is te oefenen, zonder dat men eerst tot uitwinning der schuldenares zelve en tot toepassing van het stelsel van aansprakelijkheid zoude moeten overgaan. Evenmin als men met de statu ten in de hand aan een gezeten en welvarend landbouwer zonder zeker heid geld mag ter lteen verstrekken, even zoo weinig mag men dat doen aan vereenigingen. In beide gevallen zoude men blanco-crediet geven, wat èn vol gens de statuten der Centrale èn volgens die der lokale bank onge oorloofd is. Geheel buiten dit onderwerp ligt 't feit, dat de bank in de aansprake lijkheid bij eene coöperatieve ver eeniging een waarborg heeft, ten minste veelal, voor de credietwaar digheid zijner schuldeischeres. Dat heeft men ook bij gefortu neerde particuliere personen. Toch staat het er met die crediet waardigheid ook nog niet steeds te best voor. Vele coöperatieve vereenigingen hebben de aansprakelijkheid beperkt tot een bepaald bedrag van I5. of nog minder per lid. Vele ook hebben een stelsel, dat slechts toe te passen is met behulp van gegevens, welke men eerst van haar zelve moet ontvangen, om haar den strop om te doen. Die gegevens zijn bovendien mo gelijk betwistbaar. Wij houden ons overtuigd, dat bij vele dier vereenigingen een ontzag lijke warboel zoude ontstaan, ais men nu eens inderdaad de leden voor de gemaakte schuld volgens hun eigen stelsel zoude willen gaan uitkleeden. De praktijk zal moeten keren, of de verschillende vormen van aan sprakelijkheid bij coöperatieve ver eenigingen steeds voor de schuld - eischers waarde zullen hebben. Aansprakelijkheid voor de schul den eener aankoopvereeniging naar gelang van de waarde der afgeno men producten over zeker tijdperk, is prachtig voor de onderlinge ver rekening tusschen de leden, maar de schuldeischer moet nog ervaren, wat hij er aan heeft. (Wij denken hier ook aan de be tichting van valschheid of vervai- sching der opgemaakte staten en aan de mogelijkheid van tegen bewijs). (Wordt vervolgd.) De wet bepaalt, dat minderjari gen onbekwaam zijn, om overeen komsten aan te gaan. Verder zegt ze, dat alle verbintenissen, door min derjarigen aangegaan, nietig zijn en dat de rechter op eene door hen of van hunnentwege gedane vorde ring deze verbintenissen, op den enkelen grond van. hunne minder jarigheid nietig moet verklaren. (Deze regel lijdt alleen uitzonde ring, ingeval de betrokken minder jarige handlichting heeft bekomen en dan nog alleen voor zoover die handlichting strekt.) Men verlieze echter niet uit het oog, dat de wet dergelijke verbin tenissen wel geldig en in rechte ver volgbaar beschouwt. Allfeen kunnen die minderjarigen in rechte tegen de geldigheid dier verbintenis opkomen en ze vernie tigd krijgen enkel door op te wer pen, dat zij nog minderjarig, zijn en dus feitelijk nog onder de ouderlijke macht of voogdij staan. Laat de minderjarige dit verweer na, dan heeft de verbintenis alzoo hare .volle werking. Verder vervalt de rechtsvordering tot nietigverklaring, als de verbinte nis na den dag der meerderjarig heid wordt bekrachtigd, hetzij stil zwijgend (b.v. door rentebetaling, het vragen van uitstel voor de terugbetaling van een verleend voor schot, enz.), hetzij uitdrukkelijk. Minderjarigen kunnen dus feite lijk wel overeenkomsten treffen, maar men doet wijs, zich er niet toe te leen.cn. Men geve dus minderjarigen geen crediet of voorschot en late ze ook niet als lid toe. Wil een minderjarige spaargeld bij de bank plaatsen,'dan kan men dit gerust aannemen. Wij achtten het raadzaam dit on derwerp hier even te behandelen, daar meerdere malen vragen hier over tot ons komen. Uit onze Boerenleenbanken Geachte Redactie. Aangenaam zal het mij zijn, in Uw eerstvolgend nummer een ant woord op de volgende vraag te mogen ontvangen, n.1.Kan een lid bij het nemen van een voorschot

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1917 | | pagina 2