OFFICIEEL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK
TE UTRECHT.
Geen Omslag.
REDACTIONEEL GEDEELTE.
De Vereeniging. lid der
Boerenleenbank.
no. 10
Bpril lt!7.
Tweede Jaargang
aiffeisen-Bode
Verschijnt den eersten Tan
iedere maand
Abonnement f 0.50 per jaar
franco per post.
Losse nummers 10 Cent.
Redactie en Administratie
DRIFT 13, UTRECHT.
Teleph. Interc. No. 1705.
Wegens bedreiging van afsluiting
der electriciteit, indien onze drukker
meer dan de hem gerantsoeneerde
toevoer zou verbruiken, zijn wij' ver
plicht ons blad op1 allerlei wijze zoo
veel mogelijk te bekorten. RED.
Inhaud van dit nummer
a. Redactioneel gedeelte, i. De
Vereeniging, lid der Boerenleen
bank (vervolg). 2. Minderjarigen.
b. Uit onze Boerenleenbanken.
i. Ingezonden door een kassier (met
antwoord Redactie). 2. Ingezonden
door Deinum (met antwoord Re
dactie). 3. Boerenleenbank-Comité
Watersnood. c. Advertentien.
(Vervolg.)
Laatstelijk werd aangaande bo
vengemeld onderwerp besproken de
vraag of vereenigingen, evenals an
dere leden, zekerheid moeten stellen
voor de terugbetaling van aan haar
ter leen te verstrekken gelden en
deze vraag >verd bevestigend beant
woord.
Voorts werd.de zekerheid gesplitst
in zakelijke .en persoonlijke zeker
heid en de zakelijke zekerheid in
groote trekken [behandeld.
Wij komen nu tot de persoonlijke
zekerheid. Wordt algemeen begre
pen, wat onder zakelijke zekerheid is
te verstaan, niet algemeen heeft men
eene juiste opvatting over die per
soonlijke zekerheid.
Daarom dient hier eens voor al
vastgelegd, dat met deze uitdruk
king algemeen, ook in de statuten
der banken, wordt bedoeld: „borg
stelling", niets anders.
Als tegenstelling tegenover de za
kelijke. zekerheid, waarbij eene zaak
wordt verpand of bezwaard en als
speciaal voorwerp van verhaal wordt
verbonden, staat de persoonlijke ze
kerheid, waarbij zich met en nevens
den schuldenaar één of meer perso
nen verbinden als borgen.
Wil men onder persoonlijke zeker
heid ook verstaan de aansprakelijk
heid der leden, zooal-s die bij coö
peratieve vereenigingen voorkomt,
dan breidt men het begrip uit, wat
dan met name dient te worden aan
gegeven, daar de algemeen gehul
digde opvatting immers, als reeds
vermeld, onder persoonlijke zeker
heid niets anders en anders niets ver
staat als borgstelling.
Die aansprakelijkheid der leden
eener coöperatieve vereeniging is
iets geheel eenigs, een speciale ka
raktertrek .dezer vereeniging.
Het verschil met de borgstelling
laat zich duidelijk gevoelen.
Immers bij eene borgstelling zal
de schuldenaar het wel nooit in de-
haftd hebben, zonder meer de bor
gen te ontslaan en den schuldeischer
aldus van zijne daarin gelegen ze
kerheid te berooven.
Bij eene coöperatieve vereeniging
daarentegen kan deze zelve, die
schulden,ares is, door ontzetting de
leden verwijderen en de leden zelve
kunnen door uittreding zich van
hunne aansprakelijkheid ontdoen.
(Deze eindigt veelal een jaar na de
uittreding). De schuldeischer kan dit
veelal niet verhinderen. Leende deze
b.v. voor -een tijdsduur van 5 jaren
aan die vereeniging, dan zoude na
die 5 jaren wel eens zijne zekerheid
grootendeels te loor gegaan kunnen
zijn, doordat de leden waren verdwe
nen, die het meest kapitaalkrach
tig zijn.
De zekerheid zoude hem ontzin
ken, zonder dat hij er iets aan kon
doen.
Men heeft ze immers niet aan een
touw.
Bij borgstelling kan de borg zich
zelf verzwakken in financiëele draag
kracht, maar dat geschiedt dan ten
koste van zijn eigen bestaan en dat
ligt natuurlijkerwijze niet in zijne lijn.
Bij de hier bedoelde aanspra
kelijkheid echter kunnen de le
den veelal -door eenvoudige
statutenwijziging zonder zich zelve
te verzwakken enzonder eigen
persoonlijk bestaan aan te tasten,
hunne aansprakelijkheid terugbren
gen tot een zeer gering bedrag.
Daardoor wordt de vereeniging ver
zwakt, zonder dat de leden zichzel-
ven benadeelen. En zoo iets ligt wel'
eenigszins in de lijn, daar de leden
er daardoor nooit slechter, maar
wellicht minder slecht afkomen.
Bij de borgstelling ligt eens vooral
vast, wie de borgen zijn, daarente
gen gaan aansprakelijke leden de
vereeniging uit en komen er an
dere bij.
In het laatste geval heeft dus
steeds eene wisseling plaats, die bij
borgstelling eenvoudig ondenkbaar
is en met haar wezen in strijd zoude
zijn.
Zooals wij reeds vermeldden, zal,
volgens de statuten der banken, van
iedere vereeniging, dus ook van de
coöperatieve, zekerheid moeten wor
den geëischt.
Er zijn banken, die inderdaad ver
meen-en, dat bij elke vereeniging de
leden persoonlijk steeds het tekort
moeten dekken.'
Zij vergeten daarbij, dat bij
eene niet coöperatieve vereeni
ging de leden als regel niets met
hare schulden te maken hebben en
daarvoor in geen enkel opzicht aan
sprakelijk zijn.
Dat is alléén de vereeniging zelve
en deze bezit veelal niets.
Talrijke schuldeischers hebben
ondervonden, dat zij aan z.g.n. „Ko
ninklijk goedgekeurde" vereenigin
gen ,al te lichtvaardig gelden hebben
verschaft.
Komen zij, als de zaak misloopt,
om hun geld, dan gooit het nieuwe
bestuur het op het wanbeheer van
het oude, enz. enz. (De voortdu
rende wisseling in het Bestuur van
vereenigingen is veelal' niet aan de
zaak 'bevorderlijk).
Ten slotte ervaart dan de schuld
eischer, dat juist die Koninklijke
goedkeuringen die erkenning als
rechtspersoon de vereeniging als
lichaam van de individueele perso
nen heeft losgeweekt en alleen op
dat, dikwijls onvermogend, lichaam
verhaal te oefenen is en niet op de
leden.
Niet de leden zijn schuldenaren,
doch alleen de vereeniging zelve is
schul-denares.
En dan komt het verhaal van het