INGEZONDEN BIJDRAGEN ets over net uimscredietuiezen in lied' indie. speciaal wat Deireit dat ter sumatra s uiestttusi. DE RAIFFEISEN-BODE. 67 beroepen op hare bepaling in de polis, waarbij men zich verbonden heeft, bij vermissing of verduistering het feit dadelijk te harer kennis te brengen. Ten overvloede willen wij nog eens wijzen op de noodzakelijkheid om het daarvoor bestemde bewijs, on middellijk na ontvangst der gelden aan de Centrale Bank terug te zen den, waarop in ons vorig nummer reeds de aandacht gevestigd werd. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie). Den vorigen keer werd reeds een en ander gezegd over den rechts vorm der dorpsbanken, n.1. dat het in de bedoeling lag den coöpera tieven hiervoor te nemen, doch dat dit om de vele hieraan verbon den bezwaren practisch onuitvoer baar was. Om eeq voorbeeld te noemen: De coöperatiewet eischt, dat voor iedere coöperatieve vereeniging een ledenregister wordt aangelegd, waarin alle leden hunne handtee- kening moeten zetten. Kunnen ze niet schrijven, dan kan de toetre ding alleen geschieden bij nota- riëele akte, die in afschrift aan het register moet gehecht worden. Hoe zou aan deze bepaling in een lhnd, waar het overgroote deel der bevol king analphabeet is, de hand kun nen worden gehouden? De quaes- tie der notariëele akte kan geheel buiten beschouwing blijvennog daargelaten de omslag en de kosten, is zulks voor een notaris niet doen lijk, gezien de kolossale afstanden van honderden kilometers en de ge brekkige vervoermiddelen in het binnenland. Bovendien zijn de no tarissen hier niet zoo dicht gezaaid als in Holland; één voor een res sort, dat ongeveer een oppervlakte van 3/4 van Nederland beslaat, kan men werkelijk niet te veel noemen! Echter zooals van zelf spreekt, is het noodzakelijk, dat de bankjes rechtspersoonlijkheid bezitten, om verschillende begrijpelijke redenen (het aangaan van overeenkomsten, het instellen van civiele acties tegen nalatige debiteuren, enz.). Aange zien nu de gewone inlandsche ver eeniging door de wet niet als rechts persoon is erkend, heeft men beslo ten ze te maken tot gemeente-in stellingen, die als deel van de ge meente, rechtspersoon zijn. De bestuurders der bankjes wor den nugekozen door den raad van volkshoofden (gemeenteraad) en door dezen aangesteld en beëed'.gd. Wil nu echter de dorpsbank een overeenkomst aangaan, (b.v. crediet- overeenkoms't met de centrale bank) dan treedt op het hoofd van de ge meente (nagari-hoófd) als vertegen woordiger. Het geld wordt dus fei telijk door de gemeente geleend, die het dan weder aan de crediet-instel- ling afstaat. De 'gemeente is dan ook aansprakelijk voor de schulden, ten behoeve van de dorpsbank ge maakt. Het gemeente-hoofd heeft alzoo, als natuurlijk gevolg van het voor afgaande, het toezicht op de crediet- instelling, evenals hij het toezicht heeft op de overige gemeente-instel lingen (b.v. de volksschool). De in mijn vorig, schrijven be doelde afdeelingsbanken zijn thans geliquideerd en daarvoor 'is in de plaats gekomen een algemeene cen trale bank, opgericht door de ge zamenlijke dorpsbanken. Het doel dezer centralte bank is in hoofdzaak hetzelfde als van de Hollandsehe centralen, n.1. het uit oefenen van kassiersdiensten ten be hoeve van en het houden van toe zicht op de bij haar aangesloten locale banken. De dorpsbanken zijn alle lid en aandeelhoudsters van de centrale bank; iedere bank is ver plicht minstens één aandeel te ne men (van fioo), waarop voorloo- pig 10 pet. gestort moet worden en verder om, al' naarmate even tueel" haar schuld bjj de centrale stijgt, een of meerdere aandeelen bij te nemen, geheel zooals bij d< Utrechtsche geschiedt. Hare werkkring strekt zich echter ook uit tot het rechtstreeks aan par ticulieren verstrekken van leenin gen, wijl, zooals reeds gezegd is, de dorpsbanken voorloopig nog niet rijp geacht kunnen worden voor het verstrekken van grootere bedragen. Geleidelijk zal het maximum (thans f150 tot f200) dat aan. één per soon geleend mag worden, ver hoogd worden. Het geldverkeer ondervindt ve lerlei bezwaren, wijl slechts op de onder-afdeelings en afdeelings- hoofdplaatsen postkantoren zijn. Het geld moet dus meestal door de be trokkenen persoonlijk gebracht of gehaald worden, wat een der re denen is geweest tot het oprich ten van de verschillende afdeelings banken, thans bijkantoren van bo vengenoemde centrale. De bijkantoren zijn gevestigd in de hoofdplaatsen, gewoonlijk in het centrum van de afdeeïinjg (of on- der-afdeeling) gelegen. Zij worden beheerd door administrateurs, die behalve het voeren der administra tie van hun bijkantoor tot taak heb ben de controle op de in hun res sort gelegen locale banken. Zij wor den hierin bijgestaan door een of meer inlandsche bank-beambten (hoofdschrijvers) die de bankjes rechtstreeks controleeren; de taak der administrateurs is in dit op zicht dus meer het werk van die hoofdschrijvers na te gaan en, waar noodig, ingrijpend op te treden. De bijkantoren hebben alle een eigen boekhouding en staan in re kening-courant met het hoofdkan toor, dat zelf niet rechtstreeks uit leent of in rekening staat met de aangesloten banken. Er is dus één schakel meer dan bij de Utrecht sche centrale bank. Ook ter plaatse waar het hoofdkantoor is gevestigd, is zulk een bijkantoor, wat voor een juiste verdeeling der werkzaamhe den en een overzicht van de bedrijfs resultaten in de. verschillende res sorten noodig is. Overigens geeft de inrichting en werkwijze der centrale bank geen bijzondere verschillen met die der Utrechtsche; alleen nog, dat het be stuur meer overeenkomt met den raad van toezicht dezer 'laatste en het dagelijksche beheer gevoerd wordt door den directeur. Verder dat er bij ieder bijkantoor een com missie van advies is, die in hoofd-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1917 | | pagina 5