Het Postchèque- en giroverkeer (afdruk circulaire). DE RAIFFEISEN-BODE. 6j den hoog, de voor voorschotten bij zonder laag gesteld wordt, dan snijdt voor de leden het mes wel aan twee kanten, doch de jaarlijksche winsten kunnen op die wijze niet groot zijn. Als men dan, veiligheidshalve, toch ook nog eenige reserve wil maken, kan het wel niet anders of de kassier wordt van die bankpolitiek de lij dende partij. Hiermede hebben we, naar onze meening, de voornaamste oorzaken van de dikwijls al te lage bezoldi gingen genoemd. Mogen ze meer en meer worden weggenomen. OBSERVER. Onderstaande afdruk van de door de posterijen verzonden circulaire, behelst mededeelingen over het in te voeren postchèque- en girover keer. Wij hopen daarop Ln het volgend nummer terug te komen. Over enkele maanden wordt door het Rijk bij alle postkantoren aan iedereen gelegenheid gegeven om op zijn naam eene rekening te doen nen, waarop men zelf gelden kan storten, of door anderen kan laten storten, en waarop van de rekenin gen van anderen kan worden over geschreven, ten einde over het te goed naar verkiezing te beschikken: hetzij door middel1 van een biljet van overschrijving (giro) op de re kening van 'een ieder, die ook zulk eene rekening, bij de post heeft, hetzij door middel1 van cheèqnes, die men afgeeft aan een ander of die men zelf kan innen. Over de behoefte aan zulk eene instelling is veel geschreven en ge sproken, met het gevolg, dat het nut en het gemak meer en meer worden erkend. De zaak is dan ook uitermate eenvoudig en gemakkelijk. Men heeft slechts naar het postkantoor te gaan, zich bekend te maken, een zeker bedrag te storten, en men is binnen een paar dagen rekeninghou der. Niet alleen de rekeninghou der zelf, maar ook ieder die hem geld schuldig is, kan op de rekening storten, va'n welke storting (ver meerdering van het tegoed) de re- ninghouder door het postkantoor da delijk bericht ontvangt. Alle reke ninghouders kunnen betalingen aan anderen doen door van hunne reke ning op die van een ander te laten overschrijven. Wie rekeninghouders zijn, blijkt uit eene gedrukte lijst, die bij het postkantoor evrkrijgbaar wordt gesteld. Veel' geld voor betalingen in huis te hebben is dan niet meer noodig; men behvoeft het geld niet meer te laten brengen naar een leverancier of naar eenig kantoor; men behoeft niet meer op quitan-tiën te wachten; men behoeft bij betaling geen .geld meer af te tellen of bij ontvangst na te tellen, waarbij men zich zoo licht vergist; verlies door ontvreem ding, brand, wegraken van geld wordt voorkomen; de post zorgt voor alles. Als van deze instelling op elke plaats waar een postkantoor is ge vestigd, een ruim gebruik wordt ge maakt, zal1 het gemak voor lederen deelnemer verrassend zijn. Men be taalt zoo mogelijk alles, door over schrijving (giro) zoowel' op de palats, waar men woont, als overal elders in het land, of wel door chèques. Van alle af- en bijschrij vingen ontvangt de rekeninghouder bericht en aan het einde van de maand geeft het postkantoor ter ver gelijking het saldo op of wel een rekening-courant, waarop men pre cies kan nagaan wat er gebeurd is. Men behoeft geen postwissel1 meer te gaan ontvangen, want de post boekt die desverlangd op de reke ning van den geadresseerde; men behoeft de afrekening van ter inning gegeven quitantiën niet meer te gaan haten, want ook dat geld wordt desgevraagd op de rekening van den belanghebbende geboekt; men be hoeft geen geld per postwissel of per aangeteekenden brief meer te verzenden, want enkel een bitjet tot overschrijving, in een postbus be zorgd, is voldoehde. De instelling is geenszins alleen dienstig voor menschen. die zaken doen of fortuin bezitten. Iedereen die voor zich zelf of voor anderen geldelijk beheer heeft, neme eene rekening, om het groote gemak te bezitten van geldzaken zonder kas geld te kunnen afdoen. Als. de le veranciers, groot of klein, een reke ning bij de post hebben, en de klant ook, dan betaalt de klant zijne no ta's door overschrijving van zijne re- kening op de hunne: hebben som mige leveranciers in het begin nog geene rekening, dan betaalt de klant per postchèaue. Abonnement on cou ranten of tijdschriften, contributiën van allerlei instellingen, premies van assurantiè of voor levensverze kering, betaalt men op verzoek van de administraties dier couranten, in stellingen of besturen van maat schappijen door overschrijving van de eigen rekening op de rekening van de administraties of besturen, die deze natuurlijk allen hebben. Als men belasting heeft te beta len, behoeft men het geld niet naar het belastingkantoor te brengen en daar te wachten tot alle aanwezigen geholpen zijn: de ontvangers van de gemeenten en van het Rijk zul len uit den aard der zaak eene post rekening hebben, waarop de belas tingschuldige kan betalen door van zijne rekening op de hunne te laten overschrijven of door daarop te stor ten. Hetzelfde geldt voor allerlei andere betalingen, welke thans per quitantie aan de huizen worden geïnd, zooals voor gas, electrisch licht, enz., waarvoor dan niet meer behoeft te worden gebeld, openge daan, in huis geloopen, geld ge vraagd, afgepast en betaald, of ge wisseld. Maar, zal1 men in het begin mis schien vragen: hoe blijkt dan dat men iets door middel van den chèque- en girodienst betaald heeft? Zal1 het niet lastig wezen, met al' die formulieren voor chèques, over schrijving enz.? En wat zal het kosten? Het antwoord daarop luidt als volgt Wat betaald is of ontvangen, blijkt uit de rekeninten op het post kantoor, want daar is genoteerd hoe veel van ieders rekening is afge schreven en hoeveel daarop is bijge schreven; de rekeningen wij :en ook de herkomst of de bestemming van het geld aan; samen levert dit een voldoend bewijs op. Zelf weet men over hoeveel geld men heeft be schikt, omdat men dit in het boekje, waar de formulieren uitgenomen worden, kan aanteekenen op het ge deelte dat niet uitgescheurd wordt, de zoogenaamde „souche". Lastig zal het gebruik van de for mulieren in het geheel niet zijn; men ontvangt twee soorten boekjes, een giroboekje en een chèquebockje, waar men de noodige strooken (langs de perforatie) uitscheurt, zoodat men de souche behoudt. Men werpt het biljet van overschrijving na invulling en onderteekeninig, on der couvert, in de naastbij zijnde postbus en heeft daarmede zijn doel bereikt. Mocht degene die iets te vorderen heeft, nog geen rekening bezitten, dan geeft of zendt men hem een chèque betaalbaar op het postkantoor van zijne woonplaats, en stuurt aan het postkantoor (naaste postbus) een formulier van advies, dat tegelijk met de chèque

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1917 | | pagina 7