De vereeniging, lid der
boerenleenbank.
50
DE RAIFFEISE N-B O D E'.
(Vervolg.) i i.
In het voorgaande nummer stelden
wij de vraag hoe de akte van schuld
bekentenis (van crediet-verstrekking
in loopende rekening) moet worden
ingevuld en door wie zij moet wor
den onderteekend, ingeval het eene
vereeniging is, aan welke gelden
zullen worden uitgeleend.
Wij gaven aan, dat, als in de sta
tuten dier vereeniging niet anders is
bepaald, doorhet geheele bestuur
d. i. door alle bestuursleden
moet worden geteekend.
Stellen wij nu het geval, dat de
Coöperatieve Landbouwvereeniging
„Buinen", gevestigd te Buinen, ge
meente Borger, van de boerenleen
bank aldaar een voorschot wenscht
te ontyangen.
De schuldbekentenis (formulier
12) zal dan aldus aanvangen:
„De ondergeteekende, de Coöpe-
„ratieve Landbouwvereeniging „Bui-
„nen", gevestigd te Buinen, gem.
„Borger, erkent schuldig te zijn
(enz.)
terwijl aldus zal worden ondertee
kend
Buinen, Januari 1917.
„De schuldenares:
„De Coöperatieve Landbouwver-
„eeniging „Buinen", te Buinen, gem.
„Borger",
„Het Bestuur:
„Goed 'voor gulden met rente
en kosten.
voorzitter.
„Goed voor gulden met rente
en kosten.
secretaris.
f
„Goed voor gulden met rente
en kosten.
„penningmeester.
Zijn er nog meèr bestuursleden,
dan moeten ook deze op dezelfde
wijze teekenen.
Ieder der onderteekenaars moet
eigenhandig boven zijne handteeke-
ning stellen den regel: „Goed voor
gulden met rente en kosten",
terwijl het bedrag in letters, niet in
cijfers moet worden ingevuld.
(Het zul nu wel voldoende duide
lijk zijn, hoe het contract van ,cre-
dietverstrekking in loopende reke
ning moet worden ingevuld en ge
teekend.)
Evenzoo zullen de borgen, inge
val de leening door borgstelling zal
worden verzekerd, boven hunne
hancjteekening dien regel moeten
stellen.
Wij merken hier nogmaals op, dat
het bovenaangegeven voorbeeld
slechts voor dat speciale geval geldt
en dus piet als algemeen geldende
voor alle gevallen moet worden be
schouwd.
De onderteekening is bij verschil
lende vereenigingen ook verschil
lend en raadpleging van de Cen
trale Bank voor ieder speciaal geval
achten wij zeer gewenscht, zoonigt
noodzakelijk.
Immers zijn er vereenigingen, als
„coöperatieve" bekend, die op den
keper beschouwd, wettelijk niet als
zoodanig bestaan.
Mocht soms de oppervlakte van
het papier, waarop de schuldbeken
tenis is gesteld, te gering zijn, om
alles te bevatten, zoo schrijve men
de geheele akte over op een groo-
ter zegel. Men hechte in geen geval
strookjes papier aan de formu
lieren.
Wij stelden hierboven, dat, inge
val de geldleening door borgtocht
zal1 worden verzekerd, ook deze bor
gen ieder voor zich boven hunne
handteekening moeten stellen den
regel: „Goed voor gulden met
rente en kosten".
Het kan voorkomen, dat op -één
en dezelfde akte van schuldbeken
tenis öf van crediet-verstrekking in
loopende rekening dezelfde personen
tweemaal moet teekenen.
Gesteld immers, dat eene vereeni
ging, in welker bestuur een persoon,
genaamd A, zitting heeft, gelden
van de 'bank ter, leen ontvangt, ter
wijl die A tevens als borg zal opi-
treden, dan zal' genoemde A twee
maal moeten teekenen.
In de eerste plaats zal dan zijne
handteekening voorkomen onder het
hoofd: „Het Bestuur", welk bestuur
teekent als vertegenwoordigend de
schuldenares (in dit geval de cre-
diettrekkende vereeniging) en in de
tweede plaats komt dan zijne hand
teekening voor onder de rubriek:
„de borgen".
In het eerste geval teekent hij als
bestuurslid, door welke handteeke
ning mede de verppniging wordt ver
bonden; in het tweede geval1 teekent
hij niet in de kwaliteit van bestuurs
lid, doch als particulier persoon en
daardoor verbindt hij zich zeiven
persoonlijk als borg voor de schuld
der vereeniging.
Het tweemaal stellen der hand
teekening is dus in dergelijke ge
vallen niet éénmaal overbodig, doch
inderdaad noodzakelijk.
Reeds vroeger merkten wij op, dat
het bestuur eener vereeniging niet
steeds bevoegd is, gelden te haren
laste op te nemen.
Wij gaan op dit punt hier nu
eenigszins nader in.
In vele statuten treft men de be
paling aan, dat het béstuur niet
gerechtigd is, gelden op te nemen
dan met goedkeuring van den raad
van toezicht of krachtens besluit der
algemeene vergadering.
Soms ook wordt het bestuur be
voegd verklaard tot het aangaan
van geldleeningen tot een bepaald
bedrag.
Wij achten het opnemen van der
gelijke bepalingen in de statuten
zeer verklaarbaar.
Immers wordt door het opnemen
van gelden de schuld der vereeni
ging verzwaard:
De schuldenlast eener coöpera
tieve vereeniging valt ten slotte
terug op de l'eden zelve persoonlijk,
zij het dan ook, dat zij in zekere
mate en naar zekere verhouding
aansprakelijk zijn. (Bij dergelijke
vereenigingen met beperking der
aansprakelijkheid tot een bepaald,
vooraf statutair vastgesteld bedrag,
gaat dit laatste niet geheel op).
Daarom is het begrijpelijk, dat de
ledenvergadering zich te dezen 'op
zichte hare rechten voorbehoudt.
Komen dergelijke bepalingen in
de statuten voor, dan dient daarop
ter dege te worden gelet.
Immers de bank wordt geacht,
kennis van die statuten te hebben
genomen en dus te weten, hoever
het bestuur der vpreeniging in dit
opzicht kan gaan.
Daarmede rekening te houden is
van het grootste belang.
Bij mogelijke liquidatie eener coö
peratieve vereeniging met een na-
deelig saldo, zouden toch de leden,
krachtens de bepalingen over de
aansprakelijkheid aangesproken, er
allicht een verweer in zoeken, wan
neer die grens overschreden was en
zich misschien tegen betaling ver
zetten.
Zij zouden dan trachten, de schuld
van de vereeniging af te wentelen
op de personen, die toen, ten tijde
der geldleening, het bestuur vorm
den en buiten hun boekje (de sta
tuten) waren gegaan.
Mocht dus in de statuten de be
voegdheid tot geldopname aan de
algemeene vergadering zijn voorbe
houden, dan zal het bestuur der be
trokken vereeniging, in geval jiet
gelden wil opnemen, ten genoege
der bank moeten aantoonen, dat de
algemeene vergadering daartoe be
sloot en het bestuur dus machtigde,
dat bedrag op te nemen.
(Wordt vervolgd.) I