Uit onze Boerenleenbanken.
DE RAIFFEISE N-B ODE.
45
op andere wijze dan tot dusver
gevolgd ook aan de vereeniging als
zoodanig voldoende houvast ware te
krijgen.
In de hierboven aangegeven rich
ting .zoude het moeten worden ge
zocht.
Als de statuten der betrokken ver
eeniging in orde zijn en daarin ook
vervat is een deugdelijk stelsel van
aansprakelijkheid en tevens wordt
bepaald, dat geene wijziging rechts
kracht zal' hebben tegenover den
geldschieter, tenzij deze in die wijzi
ging heeft toegestemd, schiet men
al' een eind op, al geiopven wliji niet,
dat men er daarmede is.
De Heer K. schijnt onredelijke
boerenleenbanken te kennen, die to
taal' ongemotiveerd zich tegen iedere,
zelfs onbeduidende, wijziging zou
den verzetten.
Wij kennen zulke banken niet.
Ook acht hij de zaak niet geheel'
in orde, als er meer* geldschie
ters zijn, waarvan de een zoude toe
stemmen en de ander weigeren.
Bij1 de door ons aangegeven for
muleering zoude de nadere wijzi
ging rechtskracht missen tegenover
hem, die geene toestemming gaf.
Ook zouden met betrekking tot
de uittreding maatregelen moeten
worden getroffen.
Bekend is, dat, als eene vereeni
ging niet goed marcheert of zij ver
liezen lijdt, er wel eens leden zijn,
die zich aan de mogelijk op hen bij
liquidatie van de vereeniging neer
vallende verplichtingen zoeken te
onttrekken, door tijdig uit te treden.
Zij helpen hierdoor eigenlijk de
vereeniging in den modder en als
atten het deden, was men terstond
aan de liquidatie toe.
Doen enkelen het, dan profiteeren
die ten koste van de anderen, die
met den schuldenlast blijven zitten
en gaarne langzamerhand de zaak
er boven op zouden werken zonder
te liquideeren.
Dit is zelfs zoo sterk, dat ons ver-
eenigingen bekend ?ijn, die nood
zakelijkerwijze door de ervaring ge
leerd bepalingen in de statuten heb
ben opgenomen, waarbij de leden,
die uittreden, tegenover de vereeni
ging verplicht worden, behalve een
uittréegeld ook te betalen hun aan
deel in het nadeelig saldo volgens
de aan het einde van het boekjaar,
waarin de uittreding plaats had, op
te maken balans.
Anders zouden die „coöperators"
n.b. hun eigen vereeniging met
schulden laten zitten of liever er
niets' in zien, dat hunne medeleden
ten slotte de schuld delgen, die tij
dens hun lidmaatschap ontstaan, ook
ten deele tegenover de vereeniging
als de hunne kan worden aange
merkt.
Ook derden moeten zich hier kun
nen dekken.
Voor de boerenleenbank ligt hier
een waarborg in het voorschrift
harer statuten, waarbij wordt be
paald, dat de credieten steeds op
drie maanden opzegbaar zijn.
Ook al' staat dus niet krachtens
rechterlijke beslissing vast, wie ge
lijk heeft, de Heer O. en de opinie
in de publieke geldwerèld of de
Heer K., zoo moet toch zooveel
doenlijk alle risico worden vermeden.
Door het eischen van persoonlijke
of zakelijke zekerheid wordt die
risico tot het geringste beperkt.
Gouderak, 23 Oct. '16.
De Coöp. Raiff. Bank
te Utrecht.
Beleefd yerzoek ik UEd. mij de
volgende vraag öf rechtstreeks of
in de eerstvolgende Raiffeisen'bode
te willen beantwoorden.
Bij voorbaat mijn oprechten dank.
Wie moet (en) de erkentenis voor
credietverstrekking in Loop. reke
ning van een Coöp. Landbouwver-
eeniiging, wier statuten Kon.1. zijn
goedgekeurd, teekenen
Hoogachtend,
M. DANE, Kassier.
Wij beantwoorden deze vraag in
het algemeen in de artikelenreeks
,,De Vereeniging, lid der boeren
leenbank".
Is men in een bepaald geval in
twijfel', dan raadplege men de Cen
trale Bank met opzending der sta
tuten.
Deze zal dan van advies dienen.
Het is zeer gewenscht, de statuten
van vereenigingen, welke zich b'ij de
ibank aansluiten, steeds op te zenden.
Wij merken naar aanleiding van
de gestelde vraag hier op, dat de
statuten van coöperatieve vereeni
gingen, niet „Koninklijk goed
gekeurd" worden. Dit is wel het
geval' met die vereenigingen, welke
opgericht worden volgens de Wet
van 1855.
o
Het salaris van den Kassier.
Van den Romeinschen redenaar
Cicero wordt verhaald, dat hij zijn
langste rede in den Romeinschen
Senaat in zijn eigen belang gehou
den heeft. Vandaar de uitdrukking:
Cicero (ook wel': oratiopro domo.
'k Waag het er op, dat men mij
dezelfde uitdrukking toevoegt, nu ik
over een kwestie ga spreken, die
de collega's-kassiers betreft.
Ter zake:
Waarvan hangt het salaris van den
kassier in den regel af? Hoe wordt
het b'ij' de verschillende banken vast
gesteld Een vaste maatstaf ont
breekt. En feitelijk dient toch een
maatstaf te worden aangelegd. Be
stond die, dan zou niet mogelijk
zijn, wat een der heeren inspecteurs
der Centrale Bank mij verzekerde:
„Bij verschillende banken is het
salaris van de kassier bespottelijk
laag."
Wij willen eerst even de vraag
beantwoorden: Waarvan mag het
salaris niet afhangen? Antwoord:
ie. niet van het aantal leden; 2e.
niet van de te maken winst.
Ad. i. Niet van hel aantal ledpn.
Immers, dit is duidelijk, 't Geeft al
zeer weinig moeite om dat aantal'
flink op te voeren. En de arbeid,
die een groot ledental' vraagt, is
op zich zeer gering. De leden wor
den in het Ledenregister ingeschre
ven, ze betalen hun intreegeld, dat
in het Dagboek gepost wordt, eens
per jaar moet de kassier zoo een
bestuurslid dat nog niet doet den
leden een convocatie ter algemeene
vergadering thuis sturen: voila toutl
Van het aantal leden op zich kan
het salaris dus niet afhankelijk zijn
Ad. 2. Evenmin van de te maken
winst. Er zijn banken, die 30/0 rente
voor spaargelden geven en 4V2°/o
voor voorschotten eischen. Bij een
voldoenden omzet maken die banken
een fatsoenlijke winst. Andere ban
ken geven ook 3, maar eischen
slechts 33/4 a 40/0 rente. Bij een
eveneens voldoenden omzet is de
winst veel' geringer en 't gaat dus
zeker niet aan in 't eerste geval'
een behoorlijk salaris toe te leggen
(omdat 't lijden kan) en in 't laatste
een wellicht onvoldoend (omdat 't
niet lijden kan). De kassier is dan
dupe.
Nu 'komen we tot de vraag: Waar
van moet het salaris van den kassier
wel afhankelijk zijn?
Antwoord:
ie. van den geleverden arbeid,
2e. van de verantwoordelijkheid
'die op hem rust.
Ad. 1. Onder geleverden arbeid
verstaan we voornamelijk den ar
beid, die een behoorlijke inschrijving
in de spaarboekjes, voorschotboek
jes en boekjes in loopende rekening
met zich brengt. Dus niet per se
van het aantal' dier boekjes, 't Is
toch mogelijk, dat er vele spaar
boekjes in omloop zijn, waarop zoo
goed als geen veranderingen in den
loop van het jaar plaats hebben.