Art. 13 der Coöperatie"Wet.
Ontzetting.
Een belangrijk artikel,
42
DE RAIFFEISEN-BODE.
Van een toestaan van voorschot
ten door den Raad zeiven kan dan
ook geen sprake zijn.
Nergens in de statuten wordt den
Raad de macht gegeven, zelve voor
schotten te verleenen en dit wordt
ook in de bovenaangehaalde bepa
ling niet gezegd.
De Raad kan nu wel de bezwaren
onderzoeken en zijn oordeel daar
over aan het bestuur te kennen ge
ven, zoo noo-dig ook het bestuur van
zijn ongelijk trachten te overtuigen,
desnoods in de algemeene vergade
ring over de opvatting van het be
stuur zijne afkeurende meening te
kennen geven, doch daarmede is in
dezen zijne taak afge-loopen, meer
kan hij niet doen en in geen geval
kan hij' zelve een voorschot toe
staan, door het bestuur geweigerd.
Wij keeren nu terug tot de vraag:
„Hoe en door wie moet de akte van
schuldbekentenis (van crediet-ver-
'strekking in 'lcopende rekening) w or
den geteekend, ingeval het eene ver
eeniging is, aan welke gelden zullen
worden geleend?"
Deze vraag zal' in ieder speciaal
geval hare beantwoording moeten
vinden.
De statuten der vereeniging 'be
helzen hieromtrent in den regel af
zonderlijke en uitgewerkte bepa
lingen.
Die statuten zullen dus moeten
worden nagegaan.. Als in die statu
ten niet anders wordt bepaald, zal1
in dergelijke gevallen door het ge-
heele 'bestuur d. i. door alle be
stuursleden moeten worden getee
kend.
(Ons werd gevraagd of bij veran
dering in de samenstelling van het
bestuur van zulk eene vereeniging
ook de nieuw in functie getrede-
nen onder de eenmaal geteekende
akte van erkenning van crediet-ver-
strekking in ioopende rekening mede
hunne handteekening moeten stel
len, dan wel of in dat igeval eene
nieuwe akte moet worden opge
maakt.
Geen van beide moet plaats heb
ben. Immers de akte is geteekend
door die bestuursleden niet als par
ticuliere personen, doch als samen
vormende het bestuur. Zij, die als-
toen dat bestuur vormden, verbon
den als bestuur de vereeniging en
die verbintenis blijft bestaan, ook
al wordt naderhand hunne plaats-
door een ander ingenomen.
Dat bestuur heeft gehandeld als
orgaan der vereeniging en dat blijft
hetzelfde, ook al1 komt er verande
ring in zijne samenstelling.)
(Wordt vervolgd.)
In het orgaan van den Algemee-
nen Nederlandschen Zuivelbond la
zen wij het navolgende:
„Art. 13 der wet op de Coö-
„peratieve Vereenigingen wordt
„dikwijls niet nageleefd; het
„handelt over de uittreding van
„leden en schrijft voor, dat de
„inschrijving der verklaring
„wordt gedagteekend en door
„het uittredend lid en het b-e-
stuur onderteekend. Het voll-e-
„dige bestuur wordt hier be-
„doeld; de onderteekening van
„voorzitter en secretaris is niet
„voldoende."
Wij kunnen ons met deze opvat
ting vereenigen, als in de statuten
niets omtrent de onderteekening
door het bestuur wordt bepaald.
Dan zal wel door het geheele col
lege, dat is door alle bestuursleden,
moeten worden geteekend.
Maar indien de statuten bepalen,
dat alle stukken van het bestuur
uitgaande door voorzitter en secre
taris zullen worden geteekend of dat
namens het bestuur door voorzitter
en secretaris wordt geteekend, staat
de zaak er anders voor.
Dan zal de onderteekening aldus
luiden
„Het Bestuur:
voorzitter.
secretaris.
In dit geval' wordt ook wel dege
lijk door het bestuur geteekend.
Voorzitter en secretaris teekenen
dan als vertegenwoordigende het be
stuur en namens dit college.
Wij kunnen niet begrijpen, waarom
dan dergelijke onderteekening niet
geoorloofd zoude zijn.
Wat onze boerenleenbanken be
treft, is het voldoende, wanneer 2
bestuursleden teekenen, omdat vol
gens de statuten der bank de hand
teekening van 2 bestuursleden de
vereeniging verbindt.
Volgens dewvet zal1 de ontzetting
uit het lidmaatschap slechts kun
nen plaats hebben in de gevallen en
op de wijze, bij de statuten bepaald.
Ontzetting is dus in andere dan
de met name vermelde gevallen niet
mogelijk.
Voor de rechtbank te Leeuwar
den beriep zich een persoon, die uit
het lidmaatschap was ontzet, op het
feit, dat de grond, waarom hij ont
zet was, niet in de statuten stond
vermeld en dus het desbetreffend
besluit der algemeene vergadering
der coöperatieve vereeniging onwet
tig was, ook al was de wijze gevolgd,
voor de ontzetting in de statuten
voorgeschreven.
De rechter stelde deze partij in
het gelijk en verklaarde het besluit
nietig, omdat het geval, waarom de
ontzetting had plaats gehad, niet met
name in de statuten was aange
geven.
Aan den rechter is onttrokken het
oordeel over het aanwezig zijn van
de reden tot ontzetting, daarover be
slist de algemeene vergadering,
maar hij zal wel kunnen oordeelen
over de vraag, of die opgegeven re
den in de statuten staat vermeld, en
over de vraag of bij de ontzetting
de formaliteiten zijn in acht geno
men, in de statuten voorgeschreven.
Naar aanleiding van het artikel,
door ons overgenomen uit het Alge
meen Landbouwblad, heeft de Heer
ICruiff in het voorgaand nummer
een stuk geschreven, waarin hij te
gen den inhoud van bedoeld artikel
opkomt.
Wij stellen hier voorop, dat wij-
niet met ieder belangrijk artikel ge
heel instemmen, ook al plaatsen wij-
het zonder onderschrift.
Het doet ons inderdaad -leed, dat
de geachte inzender aan nachtrust
is te kort gekomen na het lezen van
het „belangrijk artikel", doch wij
zouden hem willen aanraden, te be
ginnen met het „onttrokken saldo
„van Morpheus' gaven te gaan op-
eischen", daar de kwestie in het
diepst van haar wezen voor de -boe
renleenbank meer theoretisch dan
practisch is. 1
Immers is de boerenleenbank
veelal wel zóó met de bij' haar aan
gesloten vereenigingen en hare aan
gelegenheden op de hoogte, dat ge
vaar haast ondenkbaar is. (De
meeste leden van bij' boerenleenban
ken aangesloten vereenigingen zijn
tevens lid der bank, zoodat zij- bij
het opVverpen van moeilijkheden zich
zeiven zouden treffen).
Alvorens- echter de heer Kruiff
gaat indutten, late hij' ons even aan
het woord.
Door de Centrale Bank wordt
steeds den banken voorgeschreven,
persoonlijke of zakelijke zekerheid
voor de terugbetaling van geleende
-gelden te vorderen, ook van vereeni
gingen, die voorschot -of crediet
vragen.
Daarmede wordt voldaan aan de
statuten der -lokalfe bank, daar deze
voor vereenigingen ge-ene andere re
gels kennen als voor gewone per
sonen, en de zaak dan zeker se
cuur is.
Laat het bestuur eener boeren
leenbank dit na, dan doet het dit
op eigen persoonlijk risico zijner
'leden.