DE RAIFFEISEN-BODE. 37 Van den Flurk telkens gelegenheid kreeg tot het geven van advies. Op verzoek van den Heer v. d. H. zul len in een afzonderlijk artikel de 'be sproken onderwerpen, ^oor middel van de Raiffeisen-Bode ook onder de aandacht van andere Banken worden gebracht. Bij de rondvraag gaf de. Heer Hoofdinspecteur te kennen, dat ver gaderingen als deze uiterst nuttig zijn, en dat het vormen van Ringen niet te miskennen beteekenis heeft. Wel mocht de voorzitter in zijn slotwoord constateeren, dat de ver gadering goed v/as geslaagd. Langezwaag, Oct. 1916. J. M. NATZIJL, secr. Wissels, betaalbaar bij de Coöp. Zuivelbank te Leeuwarden. Verscheidene instellingen op land bouwgebied in Friesland doen haar betalingen in wissels, betaalbaar bij de Zuivelbank te Leeuwarden. Nu verwacht kan worden, dat de Boe renleenbanken die wissels van haar leden ter incasseering zullen ontvan gen, vooral op plaatsen, waar men geen andere gelegenheid daartoe heeft, doet wel bij menigen kassier de vraag zich voor, hoe met die wist sets moet worden gehandeld. De Centrale Bank beschouwt deze wissels, indien ze door de Boeren leenbanken haar worden toegezon den, als contanten; ze zendt omdat ze de Zuivelbank terstond er voor kan debiteeren een depo- sitobewijs ten bedrage van het to taal der wissels zonder aftrek. Zij behoudt zich alleen het recht voor, om indien bij afrekening met de Zuivelbank mocht blijken, dat een wissel geweigerd wordt de betrokken Bank te debiteeren voor dat bedrag, wat, indien de wissels behoorlijk geëndosseerd zijn, wel niet zal voorkomen. De Boerenleenbanken stellen een tarief vast, b.v. zooals in de Bank, waarvan ondergeteekende kassier is tot f 100.10 cent, en voor elke 100 gld. of gedeelte daarboven 5 ct. Hoe moet nu met dergelijke wis sels door de kassiers worden gehan deld? De administratie is tot nog toe omslachtig. Een voorbeeld Een lid (de Ring in het O. van Friesland besloot alleen Leden te doen profiteeren van deze gelegen heid) biedt een wissel op de Zuivel bank aan van f 150.De kassier laat hem zijn naam teekenen aan de achterzijde, en boekt in Dagboek, als ontvangsten, in kolom 5 f 150. in kolom 6: f149.85, in kolom 9: fo.15. In het spaarboekje wordt als inlage geboekt f 149.85, terwijl een stortingsbewijs voor dit bedrag moet worden geteekend. Fleeft een lid een loopende rekeningboekje, dan wordt natuurlijk het bedrag f 149.85 niet in kolom 6 maar in 8 geplaatst. Tot zoover is de zaak eenvoudig; de wissel wordt door den kassier van het stempel der Bank voorzien en door hem geteekend, waarna hij hem opzendt naar de C. B. (bij vol ledig endossement is aanteekenen niet noodig). Maar gesteld, dat het lid terstond geheele of gedeeltelijke uitbetaling zou willen en de kas laat dit toe, dan moeten feitelijk na al de bovenge noemde handelingen alle boekingen plaats hebben, die bij uitbetaling' behooren: in dagboek, in spaar- of l.r.boekje en in kwitantieboek. De overboekingen in het Grootboek vol gen dan nog later. Dit is omslachtig, en nu is het de vraag of niet geoorloofd zou zijn, om, indien een lid het geheele be drag ontvangen wil en de kas het toelaat, alleen te noteeren in Dag boek kolom 5 en 9: fo.15 en ïn kolom 15: voor wissel f150 Z. B. van N. N., en aan het lid in ruil voor den geteekenden wissel uit te betalen f149.85? Indien hiertegen geen bezwaren zijn, dan zou, indien de kas ge heele uitbetaling niet toelaat, en het lid b.v. 100 gld. wil ontvangen, ge boekt kunnen worden in Dagboek, in kolom 5: f50, in kolom 6 (of 8) f49.85, in kolom 9: fo.15. In het boekje wordt dan f49.85 bijgeschre ven, waarvoor ook een stortings bewijs wordt geteekend, en het lid ontvangt in ruil' voor den wissel' f 100. Op deze wijze zou de administratie, die anders ondoenlijk zal blijken te zijn en, bij weinig voordeel voor de Bank, veel' werk zal geven aan den kassier, zeer vereenvoudigd worden. Het ware te wenschen, dat de goedkeuring van-de Centrale Bank om aldus te handelen, reeds in dit nummer van de Raiffeisen-Bode mocht worden aangetroffen. Langezwaag, Oct. 1916. J. M. NATZIJL. Het komt ons voor, dat de methode van den Heer Natzijl om n.1. be dragen uit te betalen van wissels, waarvan de afrekeningen nog niet zijn binnengekomen, in het alge meen geen aanbeveling verdient. In dien echter het bedoelde papier op de Zuivelbank beslist te beschouwen is als bankpapier, doordat men èn van de Exportslachterij èn van de Zuivelbank de verzekering heeft, dat achteraf geen verkeerde gevolgen te vreezen zijn, dan is er o. i. geen be zwaar die bedragen geheel of. ge deeltelijk te wisselen voor baar geld, want dat is m. a. w. wat de Heer Natzijl wil, en bestaat er tegen boe king, zooals hij die voorstelt, geen bezwaar. Zooveel mogelijk echter late men die bedragen loopen over de rekeningen der spaarders, of rekening-couranthouders. RED. Aan de Redactie van „de Raiffeisenbode", 13 Drift, Utrecht. Tot mijn verwondering vind ik onder het, in uw vorig nummer op pag. 26 overgenomen, betoog „Een belangrijk artikel" geen bemerking van uwe zoo deskundige hand. Ik moet dus volgens de geldende pers- regelen aannemen, dat uw „impri matur" instemming met den inhoud beteekende. Hetgeen mij spijt. Want ik ben het op de nader aan te geven gronden met dat artikel in het ge heel' niet eens, integendeel van mee ning, dat bestuurderen en leden van aan Coöperatieve industriëele instel lingen geldverschaffende Raiffeisen- banken, die na kennisname van de ons waarschuwend voorgehouden gemakkelijke methode om zich van verplichtingen te ontslaan, aan nachtrust tekort kwamen, het hun onttrokken saldo van Morpheus'- gaven weer kunnen opeischen. Want de geachte schrijver van bedoelde verhandeling vergeet één voornaam ding: Al mogen de leden van Coöperatieve instellingen de niet te loehenen vrijheid hebben hare statuten in de aangegeven richting te wijzigen, de verplichtingen, aan gegaan gedurende den tijd dat de oude statuten van kracht waren, blij ven door deze gedekt tot hare vol komen afwikkeling. Ook de tóén in geschreven leden zijn eerst dan van hun verplichting ontslagen; precies zooals het gaat bij handelsfirma's waar een firmant uittreedt, onver schillig of hij al dan niet vervangen wordtrechtens blijft hij' verant woordelijk voor de tijdens zijn com pagnonschap ontstane obligo's tot hunne algeheele vereffening. Van een straffeloos plegen van diefstal" kan dus met de wet in de hand geen sprake zijn. Alleen is het denkbaar, dat geldschietende Raif- feisenbanken voor leeningen, geslo ten na het inwerking treden van buiten hun weten gewijzigde statu ten, gevaar loopen. Daartegen is slechts één kruid ge wassen: het vlijtig" lezen van het Staatsblad of de in de gewone dag bladpers daaruit overgenomen uit treksels. Ik mag vermoeden dat «dit

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1916 | | pagina 7