36 DE RAIFFEISEN-BODE. bescheidenheid wel zal willen ver geven, indien ik beleefd de vrijheid neem mij door middel van de Raif- feisen-Bode in deze zaak te mengen. Ik wensch mij dan alleen te be palen bij de vraag door U onder b gesteld. Het zal nu ongeveer drie jaar geleden zijn, dat het Bestuur onzer Bank voor eenzelfde feit kwam te staan, als dat, waarover door U in de Raiffeisen Bode een antwoord wordt gevraagd. Het Bestuur onzer Bank besloot toen in zijne vergade ring om de boete aan één der le den, wegens het niet verschijnen op eene Algemeene Vergadering, op gelegd, langs gerechtelijken weg te innen, doch het Bestuur zou niet gaarne zien, dat cle eventueele kos ten ten laste van onze Bank zouden konten. Als kassier en tevens se cretaris der Bank werd mij door het Bestuur opgedragen, eens met een deurwaarder, de naam doet niets ter zake, te correspondeeren. Ik zond dien Heer toen tevens een exem plaar van het Huishoudelijk Regle ment onzer Bank, opdat hij zou kun nen zien, hetgeen in Art. 2 werd vermeld, 11.1."Behoudens naar'foor deel van het Bestuur geldige, re denen van verzuim verbeuren de le den, zoo zij de Algem. Vergadering niet, hetzij in persoon, hetzij bij vol macht, bijwonen, eene boete van één gulden. Als antwoord op mijn schrij ven deelde daarop die ambtenaar mij mede, dat, indien het betrokken lid op des deurwaarders eerste of tweede vordering de boete betaalde, kwamen de gemaakte kosten, onge veer 10 a 15 gulden bedragende, ten laste van onze Bankbleef hij echter hardnekkig de betaling der boete weigeren, dan zou eene pro cedure moeten volgen, welke zeer zeker door onze Bank zou gewonnen worden, in welk geval de verliezende partij, hier het bedoelde lid, tot het betalen van alle kosten zou veroor deeld worden. Het Bestuur meende toen en naar mijne meening terecht, geen risico voor de Bank te moe ten beloopen, daar de mogelijkheid niet was uitgesloten, dat het lid op de eerste vordering door den deur waarder, de boete zou betalen. In eene Bestuursvergadering werd ech ter besloten, op de eerstvolgende algemeene ledenvergadering voor te stellen, artikel 2 van ons Huish. Reglement te wijzigen door er deze woorden aan toe te voegen: Kosten op de gerechtelijke of buiten ge rechtelijke invordering van dat be drag vallfende, komen ten laste van het boetvallig lid. Etjt voorstel van het Bestuur werd door de Alge meene Vergadering met algemeene stemmen aangenomen en spoedig daarna werd aan alle leden 'n gedrukt exemplaar van het gewijzigde artikel ter hand gesteld. De leden, die wei geren hunne boete te betalen, een voudig zonder meer uit het lidmaat schap te ontzetten, zou het uittre den als lid zeer gemakkelijk maken en komt mij daarom niet wenscheüjk voor; te meer omdat den ledendoor het niet verschijnen op eene Alge meene vergadering een wapen in de hand wordt gegeven, om daardoor te ontkomen aan de betaling eener zekere som, welke volgens art. 8 der Statuten bij vrijwillige uittre ding gevorderd wordt. Nu artikel 2 van het Huish. Reglement is gewij zigd, staat het Bestuur tegenover de hoetvallige leden sterk en kan het gerechtelijk vervolgen, zonder zich over de daaruit voortvloeiende kos ten te bekommeren, terwijl het Be stuur dan eerst verplicht is, art.' 9 sub. 4 der Statuten toe te passen, waarin vermeld staat, dat het Be stuur verplicht is het lidmaatschap te doen eindigen als een lid tot te rugbetaling van voorschotten of schulden met geweld moet gedwon gen worden. Hoogachtend, Uw dw. colltega, D. GORTER, Kassier der Goöp. Boe renleenbank op Ame land. Aangezien deze zaak betreft eene procedure voor het Kantongerecht, zullen alle buiten rechten tot invor dering gemaakte kosten, stellig niet kunnen worden verhaald. De Kantonrechter te Utrecht wees in soortgelijk geval de vordering be treffende de buitengerechtelijke kos ten af, omdat deze igeen steun vindt in de wet, daar deze onderstelt, dat partijen zelve voor het Kantonge recht hun zaak behandelen, zoodat zij geene buitengerechtelijke kosten behoeven te maken. Het ware te vinden door in de statuten eene boete van b.v. f50. te stellen op het niet nakomen der verplichtingen. Die boete, door de algemeene vergadering op te leggen, zoude dan mede kunnen worden in gevorderd en daaruit zouden dan de kosten kunnen worden bestreden. RED. Ring van Coöp. Boerenleenbanken in het Oosten van Friesland. Deze Ring hield op 4 Oct. j.1., onder leiding van den Heer Bij de Leij van Hoornsterzwaag, een ver gadering te Gorredijk. Van de 16 aangesloten Banken waren 11 vertegenwoordigd door 19 personen. De agenda bevatte 2 punten: 1. Incasseeren van wissels, be taalbaar bij de Coöp. Zuivelbank te Leeuwarden. 2. Bespreking van een circulaire, door het Bestuur aan de Banken toegezonden, waarin eenige advie zen worden gegeven, die in acht te nemen zullen zijn bij eventueele wets wijzigingen. Deze agenda was met de bijbe- hoorende circulaire o. m. toegezon den aan de Centrale Bank te Utrecht en aan de Zuivelbank te Leeuwar den, wat tengevolge had, dat we in ons midden hadden den Heer Van den Hurk, Hoofdinspecteur van de C. B. en den Heer Tj. Cuperus, administrateur der Coöp. Zuivel bank. Laatstgenoemde kreeg gelegen heid bij de bespreking van het eer ste punt om een en ander mede te deeten omtrent het doel' en de wer king der Zuivelbank, waarnaar door de vergadering met bijzondere aan dacht werd geluisterd en waardoor eenig inzicht werd verkregen in het omvangrijk bedrijf van de Zuivel bank, en duidelijk werd het groote nut, door die instelling verricht ten behoeve van het Landbouwcrediet en -geldverkeer, zonder dat van con currentie met £)e Boerenleenbanken gesproken kan worden. Na eenige bespreking van het eerste punt, aan de orde gesteld, omdat vele leden der Banken wissels ontvangen, betaalbaar bij de Zui velbank, in 't bijzonder wegens hun lidmaatschap van de Friesche Coöp. Exportslachterij, werd besloten, dat de volgende advertentie zal worden geplaatst in het in deze omgeving meest gelezen blad: Wissels, betaalbaar bij de Zui velbank te Leeuwarden, kunnen door de leden worden aangebo den bij de kassiers van de Coöp. Boerenleenbank te Het bedrag wordt, na atfrek van geringe provisie, terstond als inlage geboekt op spaar- of loopende rekeningboekje en daardoor rentegevend, terwijl men, indien gewenscht, na 8 da gen geheele of gedeeltelijke uit betaling kan verkrijgen; indien de kas het toelaat, kan dit ook terstond geschieden. Aan den Secretaris zou door de onderscheidene Besturen nader wor den bericht, welke Banken in de advertentie zouden kunnen worden genoemd. Het verdere gedeelte van de ver gadering werd besteed aan de be spreking van het tweede punt der agenda. Bij ieder onderdeel der cir culaire gaf ondergeteekende de nqo- dige toelichting, terwijl de Heer

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1916 | | pagina 6