Uit onze Boerenleenbanken.
't Gemak dient.
s
s"!
DE RAIFFEISEN-BODE.
35
weer worden teruggenomen. In
die tijden gebruiken zij, teneinde
geen voorschotten te behoeven
op te zeggen, de gelden der groep,
die spaargelden „over" hebben, door
middel van het crediet der Centrale.
Wat zal er nu geschieden, als het
sluiten van hypothecaire geldleenin-
gen volkomen vrij is? De banken,
die gedeeltelijk geschikt zijn, zul
len van die vrijheid een te ruim ge
bruik maken, de banken die vol
komen ongeschikt zijn, zullen even
eens den verkeerden weg opgaan en
het einde van het lied zal zijn, dat
de beschikbare middelen der Cen
trale in tijden van gelds'chaarschte,
weldra zijn uitgeput, dat de Centrale
van het crediet op de geldmarkt
moet gebruik maken in zoodanige
mate, dat hare behoeften niet te be
vredigen zijn, en dat de boel vast
loopt. Niet een korte stagnatie, zoo
als in Augustus '14, maar een wer
kelijk vastloopen van het bedrijf als
zoodanig. De bestaanszekerheid der.
organisatie loopt derhalve gevaar.
„Zoo'n vaart zal het niet loopen,
meent de Heer O. blijkbaar: de boe
renleenbanken zijn verstandig, zullen
zich weten te beperken; het gevaar is
denkbeeldig." Wij zijn van het te
gendeel overtuigd. Vele boerenleen
banken zien, helaas, wat dit punt
betreft, niet verder dan hun neus
lang is, het eigenbelang en dan
nog dikwijls een verkeerd begrepen
eigenbelang spreekt bij deze veel
•Sterker dan het algemeen belang.
De ondervinding leert ons dit dage
lijks en onze meening in deze berust
niet op veronderstellingen, maar op
tastbare feiten.
De hypothecaire beleggingen zou
den dan ook, bij opheffing van het
verbod, weldra een enormen omvang
verkrijgen, vermits de rente bij vele
boerenleenbanken lang is> lager zelfs
dan 41/2 geen taxatie-kosten be
hoeven te worden berekend, geen
afsluitprovisie wordt geheven, zoo
dat de geldnemers nergens voordee-
liger terecht kunnen. Juist die voor-
deelen maken den toestand des te
gevaarlijker, door die gunstige voor
waarden aangelokt, zullen de aan
vragen toestroomen, en als zal blij
ken, dat de voordeelen slechts schijn
baar zijn... zal het te laat zijn.
De Heer O. heeft meermalen in
zijn blad betoogd, dat de huidige
geldovervloed bij de boerenleenban
ken voor een groot deel ontstaan
is tengevolge van inkrimping der
bedrijven, die vaak niet meer loo-
nend zijn, door het niet kunnen ver
krijgen van kunstmest, van vol
doende voedermiddelen enz.. Hij is
dus van meening dat strakë, na den
oorlog weer veel bedrijfskapitaal zal
noodig zijn. Anderen vreezen, dat na
den oorlog eene depressie op land
bouwgebied zal intreden en wij vra
gen, hoe moet de organisatie dien
tijd doorkomen als de boerenleen
banken reusachtige bedragen in hy
potheken hebben vastgelegd
De bewering, dat de opzegbaar
heid hier kan helpen, slnijdt toch
werkelijk geen hout.
Wat zouden de boerenvrienden de
boeren in ongelegenheid brengen,
wanneer zij de hypothekèn in tijden
van depressie en geldschaarschte
gingen opzeggen?
Zoo iets moet, kost wat kost, wor
den voorkomen, door geen gelden
welke op korten terrriijn op vorder
baar züjn, voor hypothecaire beleg
ging te gebruiken.
Vandaar dat o. a. ook de Cen
trale te Eindhoven en die te Leuven
niet dulden, dat de kasmiddelen der
boerenleenbanken tot dat doel wor
den aangewendmaar uitsluitend
die gelden voor zoodanige beleg
ging beschikbaar stellen, welke door
den verkoop van pandbrieven wor
den verkregen.
Dat de andere voorschotten, wejke
de boerenleenbanken geven in tijden
van crisis, evenmin te realiseeren
zijn, dan de hypotheken, erkennen
wij gaarne. Maar wij koesteren geen
vrees, dat daardoor het bedrijf zal
vastloopen, om de eenvoudige re
den, dat het bedrijfskapitaal in den
landbouw bij lange na niet zooveel
beloopt als het grondkapitaal. Dit
laatste is overheerschend. Wij heb
ben het vertrouwen, dat de organi
satie genoeg crediet zal kunnen ver
krijgen op de geldmarkt, om ook in
moeilijke tijden in de behoefte aan
bedrijfskapitaal te kunnen voorzien.
Maar als daar de hypotheken in
massa bij komen dai> loopt de
zaak wiskunstig zeker vast.
Mochten de denkbeelden van den
Heer O. ingang vinden bij de meer
derheid onzer boerenleenbanken
dan dreigt er derhalve groot gevaar
voor de banken zelf, een gevaar dat
hare bestaanszekerheid bedreigt.
Nu haalt de Heer O. in het be
wuste artikel er nog een paar pun
ten bij, die met de hoofdzaak in
geen of slechts in verwijderd ver
band staan, n.1. de deposito-obliga
ties der Centrale, het formulier ter
verkrijging van dispensatie en de
„groote bank", die op principiëete
gronden, dat formulier niet wenscht
in te vullen.
Wij komen wellicht op die punten
nog nader terug, maar voor heden
achten wij het beter, ons tot het car-
diriale plant te beperken, teneinde
daarop de aandacht onzer leden met
den meesten nadruk te vestigen.
't Gemak diént, is het opschrift
van een ingezonden stuk in de Raif-
feisenbode van 1 October door „Een
Kassier". Het gebruik van stempels
is zeer practisch en bekort veel
schrijven, vooral voor langzame en
zenuwachtige schrijvers, doch \lugge
schrijvers zullen er m. i. weinig ge
bruik van maken. Zou het niet be
ter zijn Grootboek I te laten in
richten als Grootboek III nieuw
model? Het is eenvoudig en be
spaart bovendien veel papier. Ik ben
Naam
Spaarboekje Nr. Woonplaats
van plan zulk een ex. te bestellen.
Het zal voor één ex. wel duur zijn,
doch als er meer banken 'n dito wen-
schen, zal de fa. Smeets echter daar
wel rekening mee houden en goed-
kooper kunnen leveren. Wanneer
Besturen en Kassiers met deze ver
andering instemmen, zal' het mij'aan
genaam zijn en verplichten mij daar
van kennis te geven, dan zal' ik
fcle fa. Smeets 'verzoeken jGrootboek I
in t,e richten aldus:
Cji
Bedragen.
3
_3
0
ONDERWERP
Uit dc
Boerenleen
bank
ontvangen
Door de
Boerenleen
bank
ontrangen.
Saldo
c
0
>0
getallen
Bemerkingen
Q
•r v
Credit.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Noorden, October.
J. v. d. BERGHE, Kassier.
Hollum op Ameland, 12 Oct. '16.
Den .Heer J. J. Borm,
Kassier van „Klooster-
zande".
Geachte Collega.
In het October-nummer der Raif-
feisen-Bode worden door U aan de
Redactie eeaige vragen gedaan,
waarop U van haar eenig antwoord
zoudt willen ontvangen. U zult het
mij wel niet euvel duiden, en ik
hoop, dat de Redactie mij mijne on-