Ape
i
Lei
opzeggen uan nel Lidmaatschap.
104
L
4
flo. 1
Su(f 1*16.
Tweede Saargaüg.
Verschijnt den eersten van
iedere maand
Abonnement f 0.50 per jaar
franco per post.
Losse nummers 10 Cent.
OFFICIEEL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK
- TE UTRECHT.
Redactie en Administratie
DRIFT 13, UTRECHT.
Teleph. Interc. No. 1705.
Inhoud van dit nummer:
i. Bericht. 2. Redactioneel ge
deelte: o. Bij het begin van den
tweeden jaargang; b. Opzeggen lid
maatschap; c. De boeking der dép,o-
sito-obligatiën. 3. .Ingezonden bij
dragen. (Praatjes over verzekering).
4. Uit onze boerenleenbanken:
a. Verslag der bank te Alkemade;
b. Ingezonden door Spijkenisse; c. In
gezonden Zevenhuizen; d. Ingezon
den door Mte L.e. Boerenleen
bank-Comité Watersnood 1916. --
5. Advertentiën.
Bericht.
Op de eerste serie deposito-obli
gatie s ad f 500.000 is ingeschreven
tot een bedrag van bijna drie
millioen gulden.
W ij stellen ons voor, na bekomen
goedkeuring van den Raad van Toe
zicht, tegelijk met de eerste serie
nog vijf series uit te geven.
Het Bestuur der
Centrale Bank.
REDACTIONEEL GEDEELTE.
Bij het begin van den tweeden
jaargang.
Nu het eerste nummer van den
tweeden jaargang van ons officieel
orgaan het licht ziet, dringt zich
vanzelf de vraag op: heeft de Raif
feisenbode tot dusver aan haar doel
beantwoord
W ij meenen te mogen aannemen,
dat onze lezers die vraag bevestigend
zullen beantwoorden.
In de eerste plaats toch zullen zij
moeten erkennen, dat hun inzicht
in de roeping en in de werking onzer
organisatie is verruimd, dat zij op
tal van zaken een beteren kijk heb
ben gekregen, dat zij in tal van ge
vallen een wegwijzer gevonden heb
ben, 0111 de verantwoordelijke taak,
welke hun als bestuursleden, a'.s le
den van den Raad van Toezicht, of
als kassiers onzer locale banken op
de schouders is gelegd naar behoo-
ren te vervullen.
Aan den anderen kant erkennen
wij gaarne, dat de gedachtenwisse-
ling met de locale banken ons tot
de erkenning heeft gebracht van
het groote nut, dat gelegen is in het
weten van wat er leeft in den boe
zem onzer banken.
Dit is ons een spoorslag om op
den ingeslagen weg met lust, ijver
en inspanning onzer beste 'krachten
voort te gaan.
In het bijzonder verheugen wij
ons over de groote belangstelling,
welke w ij van de zijde onzer banken
mochten ondervinden, voornamelijk
hieruit blijkende, dat zij voor de
leden van Bestuur en Raad \an
Toezicht abonnementen namen.
Het groote nut hiervan ligt voor
de hand. Immers het orgaan moet
er naar streven, om een kern van
personen te vormen in iedere boe
renleenbank, die zich niet alleen be
wust zijn van het nut van het coöpe
ratief landbouwcrediet, d,och ook in
zicht hebben in het bedrijf der locale
banken en der Centrale Bank en op de
hoogte zijn en blijven van den gang
van zaken in onze beweging. Daar
door wordt ook voorkomen, dat her
haaldelijk vragen worden gesteld
over onderwerpen, waaromtrent in
ons orgaan reeds uitvoerig is gehan
deld. Om deze reden is het niet
alleen noodig de Raiffeisen-bode te
lezen, maar ook de verschenen num
mers zorgvuldig te bewaren, ten
einde ze bij voorkomende gelegen
heden te kunnen raadplegen.
In het Mei-nummer der Raiffeisen-
Bode wijdt de Fleer Obbink nog een
artikeltje aan dit onderwerp, dat wij
niet stilzwijgend kunnen voorbijgaan,
maar waartegenover wij onze op
vatting iets meer uitvoerig willen
uiteenzetten.
De wet op de coöperatieve ver-
eenigingen kent slechts twee geval
len, waardoor het lidmaatschap ein
digt en wel met name door de op
zegging en door de ontzetting.
Voor deze twee gevallen schrijft
zij regelen voor en wel voor het
eerste geval inschrijving door het
uittredend lid en het bestuur en voor
het tweede geval inschrijving door
het bestuur.
Zij onderstelt ook. dat door over-
1'jden het lidmaatschap eindigt, waar
zij in art. 8 zegt, dat, voor zoover
de statuten niet anders bepalen, het
lidmaatschap persoonlijk is.
Voor dat geval geeft zij geene
regelen van inschrijving aan, maar
het ligt in den aard der zaak, dat
hier met loutere inschrijving door
het bestuur wordt volstaan.
En nu is het toch wel niet voor
twijfel vatbaar, dat de statuten, voor
zooverre zij maar niet met dwin
gende wetsbepalingen in strijd ko
men, aan de wet in bepaalde ge
vallen uitbreiding kunnen geven.
In de verbintenissen, welke men
wil aangaan, is men vrij, mits men
maar niet met wet of goede zeden
in conflict geraakt.
Zoo hebben dan ook de statuten
der boerenleenbank in velerlei op
zicht aan de wet uitbreiding gegeven
en ook andere gevallen opgenomen,
waardoor het lidmaatschap zal ein
digen en wel gevallen, waarin noch
van opzegging nöch van ontzetting
sprake kan zijn en welke dus niet
in de wet voorkomen.
Zoo ten eerste het overlijden, dan
het verklaard worden in staat van
faillissement, dan het verplaatsen
van de woonplaats builen den kring
der vereeniging, enz.
Door deze laatste bepaling wordt
zelfs een noodzakelijk voorschrift
gegeven, om de boerenleenbank te
kunnen houden binnen een beperk
ten kring.
Dat is een der grondbeginselen
en heeft altijd in het Raiffeisen-
systeem voorgezeten.
Anders zoude ook de statutaire