DE RAIFFE ISEN-BODE.
gekozen. Levensverzekering kan u
't leven met geen el zelfs verlengen,
dat spreekt van zelf. Trouwens de
vee-verzekering houdt ook uw vee
niet in 't leven, maar vergoedt u
de schade, als het vee door ziekte
of ongeval sterft. Evenals de brand
verzekering u niet verzekert tegen
brand, maar tegen schade door
'brand. Wij zouden beter kunnen
spreken van doods-verzekering-, d.i.
verzekering tegen schade door dood.
Dat zou beter de bedoeling der zaak
weergeven. Maar dat is geen liefelijk
woord en wij spreken dan maar
liever van levensverzekering.
Laten wij zóó zeggen: Levensver
zekering verzekert de productieve
waarde van een leven, zorgt dat
die waarde voor degenen die er
belang bij hebben, niet plotseling
te loor gaat.
Zooals wij reeds zeiden, is bijna
elke verzekering een kapitaalver
zekering in dien zin, dat zij, wanneer
een ramp u treft in eenig gedeelte
van uw bezit, onverschillig of het
uw huis, uw inboedel of'uw werk
kracht is, dat kapitaal u vergoedt
of althans de rente laat door-
loopen. Dat de levensverzekering
de meest noodige van alles is, zijt gij
natuurlijk met mij eens, want gij acht
u zelf toch zeker meer waard dan uw
huis of uw paard of de ruiten van uw
kassen? Als gij deze dingen dan
verzekert, waarom naamt gij nog
geen levensverzekering
('Wordt vervolgd.!
Uit onze Boerenleenbanken.
Aan de Redactie an
de Raiffeisenbode te
Utrecht.
Gaarne zag het Bestuur der Bank
te Sassenheim de volgende vraag
in de Bode geplaatst, met beleefd
verzoek aan de Redactie ook hare
meening hierover uit te spreken.
„Is het geoorloofd aan het Be
stuur eener Bank haar reserveka
pitaal apart te beheeren en dan daar
b.v. staatsleening voor te koopen,
of op andere wijze te beleggen?"
Bij voorbaat onzen dank.
Namens het Bestuur:
J. VISSER VLASVELD,
kassier
Sassenheim, 15 Maart 1916.
NOOT DER REDACTIE.
In het algemeen is de boeren
leenbank vrij, om hare reserve bui
ten haar bedrijf te beleggen. Met
belegging in effecten zij men echter
zeer v oorzichtig.
Bijzonder aanbevelenswaardig
komt het ons voor, dat, wanneer de
algemeene vergadering der Centrale
Bank het bekende bestuursvoorstel
aanneemt, de belegging geschiedt
in déposito-obligaties ten laste der
Centrale, omdat het geld alsdan niet
wordt onttrokken aan de organi
satie, waarvan de soliditeit door
ieder harer leden zelve beoordeeld
kan worden.
o
Wezep, 9 Maart 1916.
Aan de Redactie van
„De Raiffeisenbode".
M. H.
In het Maart-nummer der Raiffei
senbode vonden we, onder een vraag
van de Bank te Zevenhuizen, betref
fende de overgang van leden van
een oude naar een later opgerichte
Bank een noot van de Red., waarin
die het oordeel van zusterbanken
in die kwestie wenschte te ver
nemen.
Naar aanleiding hiervan wil ik
gaarne mededeelen, dat wij, toen in
het naburig Kamperveen een leen
bank werd opgericht, die personen
die daarvan lid werden, eenvoudig
hebben geroyeerd. Onzes inziens was
dit de eenige oplossing. Nu die
kwestie opnieuw ter sprake komt,
wens'cben wij ook het oordeel der
Redactie over bovenstaande hande
ling te vernemen.
Hoogachtend,
UEd. Dw. Dn.
G. J. PUTTENSTEIN,
Kassier
—o1
Valkenburg Z.-LI., 14 Mrt. '16.
Aan de Redactie v an
de Raiffeisenbode.
M. H.
Naar aanleiding van 't schrijven
van den heer Miedema te Zevenhui
zen, kwam deze kwestie ook bij ons
Bestuur ter sprake en verklaarde
de Voorzitter 't wenschelijk, dat het
Bestuur den eisch van f5.storting
in zoo'n- geval mocht los laten, als
de kassier 't bewijs van inschrijving
van den betrokkene als lid van de
Zusterbank ontving.
De Voorzitter noemde iemand, lid
eener Coöperatieve in een aangren
zende gemeente, die zich in z'n be
lang graag liet overschrijven bij
onze Bank, ware 't niet, dat de f5. -
hem weerhield. En, daar 't doel1 der
leenbanken ook in deze de belangen
der leden moet beoogen, voelden
ook de beide andere bestuursleden
veel voor genoemde wenschelijkheid.
Met achting, Uw' dw.
F. KOOL,
Kassier
Ter'bregge, 15 Maart 1916.
Aan de Redactie van
de Raiffeisen-Bode.
M. H.
Naar aanleiding van het artikeltje
van den heer Miedema te Zevenhui
zen (Z.-H.) heb ik de eer U mede
te deelen, dat van onze Bank eenige
inwoners dier gemeente lid zijn.
Geen dier leden heeft echter ooit
den wensch te kennen gegeven, zich
bij de Bank te Zevenhuizen te wil
len aansluiten. Op een enkele uit
zondering na wonen ze trouwens
allen veel dichter bij ons kantoor,
dan bij dat te Zevenhuizen.
Wanneer evenwel die leden en
bloc den wensch te kennen gev en
zich bij Zevenhuizen te willen aan
sluiten, dan zal bij ons Bestuur daar
stellig geen bezwaar tegen bestaan.
Den eisch van f 5. smartegeld zal
wel niet gesteld wordende bedoe
ling van dat smartegeld is toch een
geheel andere en men zal er toch
nergens op willen speculeereii als
bron van inkomsten.
Het 'lijkt mij het eenvoudigst de
betrokken leden af te schrijven, als
niet meer wonende in het ressort
der Bank. Daarvoor is echter 1100-
dig, dat de uittreding en bloc ge
schiedt, en dan /.al Zevenhuizen de
uittreding van sommigen moeten
mogelijk maken door de helpende
hand te bieden bij de aflossing van
de door onze Bank gegeven voor
schotten.
Hoogachtend,
Uw dw. dn.,
J. L. HUIJZERi
o
Opvatting der Redactie naar aanleiding-
der vraag van de Bank te Zevenhuizen
(Zie vorig nummer.)
N,u enkele zusterinstellingen ons
hare opinie hebben medegedeeld,
zullen wij onze opvatting over de
kwestie geven.
Door de bank te Zevenhuizen kun
nen geen personen als lid worden
aangenomen, die lid zijn eener an
dere boerenleenbank. Dat verbieden
de statuten en terecht.
Zijn er nu personen, die lid zijn
van een andere bank en nu bij
Zevenhuizen willen toetreden, dan
zullen zij eerst moeten uittre
den uit de bank, van welke zij lid
zijn, hunne schuld bij deze moete.i
afdoen en het vastgestelde uittrée
gekl moeten betalen. Worden ze
dan door de bank te Zevenhuizes
tóegelaten, dan moeten ze he
register dezer bank teekenen, nadn
ze dat van hunne vroegere bank
hebben afgeteekend.)