lYieerdsre lYiedeuuerHing.
GELDZENDINGEN.
75
Die spaarbanken bestaan reeds se
dert vele jaren en de ervaring heeft
haar geleerd, dat een groot deel van
hare deposito's niet worden opge
vraagd. Dat deel kan dus veilig
vast belegd worden, wat het afwer
pen van een hooger rente mede
brengt.
De Centrale zag tot verleden jaar
toe jaarlijks hare deposito's in en uit
vloeien; zelfs is het herhaaldelijk
voorgekomen, dat tijdelijk meergeld
aan voorschot werd gevraagd, dan
bij haar als deposito aanwezig was.
Geheel anders dus dan bij de
Nutsspaarbanken.
De aanwezigheid echter op 3iDee.
1.1. van een bedrag van bijna 24
millioen aan deposito's, geeft ge
gronde aanleiding tot de onderstel
ling, dat een groot deel van die gel
den inderdaad spaargelden zijn. E11
is dat zoo, dan ware te overwegen,
of het niet wenschclijk ware, de ge
legenheid te openen om bij de Cen
trale gelden te deponeeren, die niet
dagelijks opzegbaar zijn.
Vergoeding van hooger rente van
die deposito's zou dan natuurlijk
mogelijk zijn.
In het eerste nummer der Raiffei-
sen-Bode, dat Juli 1915 verscheen,
komt een artikel „Geldzendingen"
voor, waarin in den breede omschre
ven werd de wijze, waarop de gelden
der locale banken moeten worden
overgemaakt naar de Centrale Bank,
zulks in verband met de transport
verzekering, welke ten behoeve dei
boerenleenbanken door de Centrale
werd afgesloten.
Wij moeten op de herlezing van
dat artikel ten zeerste aandringen,
omdat ons dagelijks blijkt, dat" de
voorwaarden, waaronder het con
tract met de transportverzekering
maatschappij werd aangegaan, niet
nagekomen worden. Het zal 1" daar
bij blijken dat de niet-naleving voor
al van het aangehaalde sub 2 hoogst
bedenkelijke gevolgen kan hebben.
Dat aangehaalde sub. 2 luidt:
„dat aan de Centrale Bank bij afzon
derlijk schrijven moet worden kennis
gegeven van eene zending boven vijf
duizend gulden
Immers zou de verzekeringsmaat
schappij zich in dit geval kunnen be
roepen op de niet-naleving der voor
waarden, en kunnen weigeren, de
schade te vergoeden, ontstaan door
het verloren gaan van den brief.
De boerenleenbanken en het
overstroomde gedeelte
van Noord-Hofland.
Onze lezers weten, welk een ont
zettende ramp een niet gering deel
der provincie Noord-Holland heeft
getroffen.
Een zevental der bij onze Cen-
Hjüc, aangesloten boerenleenbanken
zijn in verschillende dorpen van Tiet
overstroomde gebied gevestigd en
wel
Nieuwendam,
Zunderdorp,
Landsmeer,
Broek in Waterland,
Purmerland,
Monnikendam en
Anna Paulowna.
De zuster-vereenigingeii zullen on
getwijfeld wel gaarne iets wenschen
te vernemen omtrent den toestand
dezer boerenleenbanken.
Directe schade, tengevolge van
het verloren gaan van contanten,
boeken, schuldbekentenissen of
geldswaardige papieren is niet gele
den; bestuurders en kassiers hebben
tijdig de brandkasten met inhoud
in veiligheid weten te brengen.
Of er in de toekomst verliezen te
wachten zijn? Volgens de Purme-
render Courant van 26 Januari "j.1.,
zouden reeds terstond de ongunstige
gevolgen zich openbaren, want zij
schrijft
„De boerenleenbanken in
Waterland krijgen thans een ge-
voeligen klap. _De veehouders,
die hun bedrijf door een voor
schot in stand houden, zijn thans
geruïneerd, zoodat zij hun voor
schot niet terug kunnen be
talen."
Deze beschouwing schijnt ons wat
al te pessimistisch. Al komen er
ónder de voorschotnemers wellicht
personen voor, die thans niet kun
nen aflossen, het is de vraag, of zij
dat nooit of te nimmer zulten kun
nen doen. En als het laatste het ge
val mocht zijn, dan is het nog de
vraag, of de persoonlijke of zake
lijke zekerheid, welke de voorschot
nemers hebben gesteld, de bank
niet voor verliezen zal vrijwaren.
Het spreekt vanzelf, dat de ge
volgen van cle ramp voor de indi-
vidueele voorschotnemers en hunne
borgen nog met volledig zijn te
overzien, maar over 't algemeen zijn
de berichten, welke wij tot dusver
Ontvingen niet zoo onrustbarend, als
men uit de hierboven aange
haalde correspondentie zou op
maken. Integendeel, bij enkele
banken waren de resultaten van een
voorloopig onderzoek zelfs zeer ge
ruststellend, d. w. z. wat de stand
van zaken betreft. Persoonlijke el
lende is er genoeg te zien.
Een verblijdend verschijnsel is
ook, dat het vertrouwen Tn 'de ban
ken ongeschokt is. Onze hoofdin
specteur was er getuige van, dat
o. a. te Broek in Waterland, tijdens
ééne zitting van den kassier gedu
rende een paar uren meer dan
f 40.000 werd ingebracht, ondanks
het feit, dat de kassier niet dan
met groote moeite was te bereiken.
Alle zeven de aangesloten banken
bovengenoemd hebben dan ook
flinke bedragen van cle Centrale te
vorderen, en staan op heden te za
nten voor niet minder dan
f 803.455.09I/0 bij de Centrale credit.
Ook hebben eenige der betrokken
banken reeds eene niet onbedui
dende reserve gevormd, waarvan de
beteekenis thans ongetwijfeld aan
het licht komt.
Mocht evenwel desondanks even
tueel voor een of andere bank een be
roep op hare zusterinstellingen 1100-
dig blijken, dan weten w'ij, dat dit
beroep niet vergeefsch zal zijn.
De regeeringscommissie, ingesteld
ter voorziening 111 de credietbehoef-
te ten gevolge van den oorlogscrisis,
klaagt er over, dat door vele onzei
boerenleenbanken geene medewer
king wordt verleend.
Wij deelden haar reeds één en
andermaal mede, dat onze banken
zelfstandig zijn en dus zelve moeten
beslissen over de vraag, of zij willen
meedoen of niet.
Toch willen wij eenig misverstand,
dat mogelijk aan die medewerking
in den weg moent staan, wegrui
men. Immers schijnen er banken te
zijn, welke meenen, dat zij door me
dewerking toe te zeggen, verplicht
zouden zijn, ieder die gemobiliseerd
is geweest of ook om andere rede
nen aanspraak maakt, binnen haar
kring woont en zulk een crediet
wenscht te ontvangen, ook als lid
aan te nemen, dat voorschot te moe
ten verstrekken en èvenzoo te moe
ten handelen met personen, door de
commissie naar haar verwezen.
Dat is natuurlijk niet het geval.
Door de toezegging, 'te zullen mede
werken, verklaart men alleen geene
principiëele bezwaren tegen derge
lijke credieten en de daarvoor ge
troffen regeling te hebben. Het
recht, om aangevraagde credieten
te weigeren, blijft ook voor deze
gevallen onverzwakt bestaan.