DE RAIFFEISEN-BODE.
59
delijk te maken, wat de bedoeling
en vooral het nut dier instellingen
w.as. Dat hiervoor een krachtige me
dewerking van ,de inlandsche hoof
den, naar wie de bevolking toch het
liefst luistert, noodig was, is duide
lijk. Die medewerking werd geluk
kig in de meeste streken verkregen,
enkele ongunstige uitzonderingen
daargelaten.
In het kort is het beheer dier
1. p. als volgt ingericht: De leden
kiezen uit hun midden de bestuurs
leden (hakims), gewoonlijk 24 in
getal, welke natuurlijk tot de no
tabelen van de plaats behooren
evenals dit bij onze Raiffeisenban-
ken in Holland en elders 't geval
is. Die hakims beslissen omtrent het
al of niet toestaan der aangevraagde
voorschotten en zijn verder belast
■met het beheer van en 't toezicht op
het bankje. Een groot bezwaar
daarbij is, dat de meesten analpha-
beten zijn. De administratie wordt
gevoerd door een schrijver (djoeroe-
toelis)deze wordt niet, zooals bij
ons 't geval is, gekozen uit de le
den, terwijl 't bovendien altijd
iemand is, die er zijn beroep1 van
maakt en niet bij wijze van „bijbe
trekking" zoo'11 bankje admini
streert. Deze schrijvers voeren dan
ook de boekhouding van meer dan
één bankje, in den regel een vijf- of
zestal de bankjes zijn om de 14
dagen een geheelen dag geopend
(waar veel om gaat, 2oo noodig nog
één of meer volgende dagen) zoodat
ze van de eene plaats naar de andere
trekken, 's Morgens bij het openen
der bank, neemt de schrijver het
kassaldo van de hakims over en stort
na het sluiten de kas weer bij hen.
De rechtspositie dier bankjes is
die eener (inlandsche) vereeniguig.
De bedoeling w,as, zoodra de Indi
sche coöperatie-wet tot stand is
gekomen, ze alle om te zétten -rn
ooöperatieve vereenigingen, wat, zoo
wel voor de regeling der aanspra
kelijkheid als voor hare rechtsver
houding tegenover derden -veel be
ter is. Gezien echter het ontwerp
voor die coöp. wet, zal dit niet wel
uitvoerbaar zijn, wijl men bij het sa
menstellen dier wet nagenoeg ge
heel de Hollandsche heeft nage
volgd
Deze dorpsbankjes konden echter
slechts voorzien in de vraag naar
klein crediet (fi. - - tot hoogstens
f 100.voor loopende dagelijksche
behoeften; al spoedig kwam er dan
ook vraag naar grootere leeningen
op langeren termijn. De dorpsbank
jes konden die om verschillende rede
nen bij gebrek aan voldoende be
drijfskapitaal, ten 2e, wijl de beheer
ders nog niet in staat geacht wer
den de verantwoordelijkheid, voor
die leeningen, die daardoor natuur
lijk aanmerkelijk vergroot zou wor
den, te dragen en de beoordeelmg
daarvan naar behooren uit te voe
ren. Daarom werden in verschillende
oentra centrale bankjes opgericht,
z.g. afdeelingsbanken, welke dus
dienden in hoofdzaak om aan de
dringend gevoelde behoefte aan
grootere credieten te kunnen vol
doen en tevens om te fungeeren als
kassiers voor de dorpsbankjes, op de
wijze, zooals onze Hollandsche Cen
trale banken werken, die uitsluitend
voor dit laatste dienen.
.De volgende regeling werd bij de
oprichting dier grootere banken ge
troffen.
Om het benoodigde kapitaal bijeen
te krijgen werden uitgegei en aandee-
len van f 5.die zoodoende onder
ieders bereik waren. Verder werd
voor particulieren, dus ook voor
Europeanen, de gelegenheid geopend
om geld in rekening-courant en in
deposito te geven. Op deze wijze
verkreeg men voldoende bedrijfs
kapitaal. Teneinde die banken in
staat te stellen de kosten van ad
ministratie en beheer te dekken,
stond de Regeering haar een ze
kere (vaste) subsidie toe.
Zooals uit het bovenstaande blijkt,
hébben de afdeelingsbanken dus de
dubbele werking van centrale en
locale banken, eenerzijds door het
opnemen en uitleenen van gelden in
rekening-courant met de dorpsbank
jes in haar ressort, anderzijds door
ook direct voorschotten te verstrek
ken en wel (voorloopig nog; vanaf
f 100.De bedoeling is echter, dat
in de toekomst de centrales zuiver
en alleen optreden als kassier, dus
als financieel tusschenpersoon, voor
de dorpsbankjes. Dit is echter, om
de reeds genoemde redenen, nog ver
af. Waar echter de inlandsche be
volking ter Sum. W.K. intellectueel
en vooruitstrevend is aangelegd, be
staat er gegronde hoop, dat toch
binnen afzienbaren tijd de ge-
wenschte toestand bereikt zal kun
nen zijn.
Dit om een kort overzicht te ge
ven van wat er voor het credietwe-
zen gedaan is en hoe in 't algemeen
de organisatie daarvan is ingericht.
J. H. VAN DRANENk
Fort de Koek.
(Wordt vervolgd.)
o
Uit onze Boerenleenbanken
VERSCHILLENDE VRAGEN.
Wanswerd, 15 December 1915.
Aan
de Redactie van de
Raiffeisen Bode, Utrecht
Zou het ook mogelijk zijn. dat in de vol
gende Raiffeisen Bode
a. als vraag wordt opgenomen of als antwoord
verscheen, waarin heefi bestaan het hul.
deblijk aan den oud-Voorzitter der Centrale
door vele (ook deze) banken aangeboden.
b. dat aan de Centrale verzocht werd iedere
bank een exemplaarder gewijzigde statuten,
Huish. Reglement ie zenden.
c. dat in een nieuwe uitgave der spaarbank
boekjes daarin zittingsdagen eu uren van
de kamers worden opgenomen, daar deze
alleen in de Huish. Regl. staan en dus
niet-leden, wel-inleggers niet bekend zijn.
B. Buis, Kassier.
Antwoord.
a. Wij verwijzen naar de ingezonden bijdrage
van den Heer Knaap c. s. in dit nummer.
b. Statutenwijziging heeft nog niet plaats
gevonden, omdat door de A. V. geene
machtiging tot het passeeren der acte van
wijziging is gegeven.
c. Schijnt ons practisch. Met dezen wensch
zal t. z. t. rekening worden gehouden.
Red.
O
L., 15 December 1915.
Aan
de Redactie van de
Raiffeisen-Bode, Utrecht
Gaarne vernam het Bestuur van de Coöp.
Boerenleenbank te L. Uw oordeel over het
volgende geval.
Bij onze Bank kwam een aanvrage om voor
schot in van iemand, die zijn melk leverde
aan een in een aangrenzende gemeente ge
vestigde speculatieve zuivelfabriek, ofschoon
er bij ons een bloeiende coöperatieve zuivel
fabriek is.
Nu had de Raad van Toezicht bezwaar ge
maakt dat voorschot te vei leenen, als niet den
aanvrager op zijn plicht werd gewezen zich
bij de coöperatieve fabriek aan te sluiten.
Eén lid van den Raad wilde zelfs aansluiting
als voorwaarde stellen. De beweegreden was
deze: coöperatie werkt nuttig, is noodzakelijk;
onze Boerenleenbank heeft zijn deposito's aan
de coöp.'zuivelfabriek te danken (d.w.z. in
direct) dus de aanvrager profiteert van de
fabriek en is verplicht zich aan te sluiten.
Het Bestuur maakte bezwaar en wel voor
namelijk om deze reden, dat de persoonlijke
vrijheid vin de leden niet aangerand mocht
worden, als deze geen betrekking had op onze
Bank. Al was voor de redeneering van den
R.v.T. veel te zeggen, 't leek ons een eerste
schrede op 't verkeerde pad.
Zou de Redactie dan meteen eens willen
mededeelen of de R.v.T. alleen maar heeft
goed of af te keuren, of dat hij ook het recht
heeft wijzigingen voor te stellen. Eén lid van
den Raad meent, dat het eerste het geval is.