45
INGEZONDEN BIJDRAGEN
DE R AI F F E I S E N -B O D
zooals in Grootboek III Nieuw-
Model.
Een juiste renteberekening toch
met de progressieve methode, bij
verschil van rente bij Debet- en Cre-
ditstand, brengt al zijn eigenaardige
moeilijkheden mee. Hier toch is het
vrijwel altijd noodig de rekening
te verdeelen in een Voorschot- en
Depositorekening. Een voorbeeld
vinden we in de „Modellen voor de
Boekhouding der Boerenleenban
ken." (Zie rek. 1911 van H. Pijpers
ïol. 4 Korm. 4).
Wisselt de rentestand nu nog op
j Juli dan is het noodig ons èn
de Voorschot- èn de Deposito-reke
ning voor te stellen gesplitst in twee
helften. De eerste helft bevat de
posten tot 1 Juli, de tweede de pos
ten van 1 Juli3fi Dec.
In bovengenoemde rek. van PI.
Pijpers behooren van de Voorschot-
rek. tot de ie periode, de bedra
gen: ter linkerzijde f 612.32, f400
en f2000, ter rechterzijde f312.32
en f 300.
Nemen we aan, dat de deposito
en voorschotrente in het eerste half
jaar waren resp. 334 °/o en 5 i/t °/o
en dat na 1 Juli deze gewijzigd wer
den in resp. 3 0/0 en 41/2 0/0.
Over de bedragen der ie en 2e
periode zijn de rentenummers bere
kend tot 31 Dec. Op 1 Juli ver
andert echter de rente-standaard.
We denkgn ons nu de rek. courant
op 30 Juni afgesloten. Over het
saldo van de bovengenoemde ter
linker- en rechterzijde gestelde be
dragen, zijnde debet f 2400.(z.g.
bruto-saldo) moet nu van 1 Juli
31 Dec. d. i. 180 dagen rente te
ruggerekend worden om alles op
30 Juni te herleiden.
We krijgen dan de volgende bere
kening
Totaal linkerzijde Deb. 7367 rentenummers
rechterzijde Cred. 1926
Blijft Deb. $441
Teruggerekend 1S0 dagen
over Deb f2400 is Cred. 4320
Deb. 1121
Uit deze berekening blijkt, dat de
eerste periode een saldo aan rente-
nummers geeft van Deb. 1121. Dit
bedrag te stellen in kolom 20, ter
wijl deze rentenrs. omgerekend te
gen 51/4 u/o een rentebedrag aanwij
zen van f 16.35, welk bedrag ge
plaatst wordt in kolom 5.
De 2e periode denken we ons ge
opend met het Debet-saldo kap. der
ie periode ad f2400. Hierover moet
nu van 1 Juli31 Dec. of gedu
rende 180 dagen, rente gerekend
worden tegen 41/2 °/o. Over de an
dere bedragen der 2e periode (zie
voor bedragen en rentenrs. meerge
noemde rekening), moet ook tot 31
Dec. tegen dit procent de rente
worden berekend.
We krijgen dan de volgende bere
kening ter bepaling van het saldo
rentenrs. der 2e periode, dat tegen
4V2 °/o moet worden omgerekend.
Bruto saldo kap. ie periode:
Deb. f 2400 180 d. rente Deb. 4320 rentens.
Overige rentenrs. C 492
j> 636
1995
228 Cred. 3351
Saldo Deb. 969
a 4'/a°/o f I2-'1
Het saldo-rentenrs. wordt geboekt
in kolom 20, het r,entebedrag in ko
lom 5. De totaal berekende rente
op de voorschotrekening is d us
f 16.35 T f 12.11 f 28.40.
De berekening der rente op de
depositorekening gaat op dezelfde
wijze, zoodat nadere toelichting-
overbodig is.
Grootboek UI (Nieuw Model).
Aan de hand van de rek. van H.
Pijpers over 1911, in de „Modellen"
voorkomende, willen we in het kort
aangeven, hoe hier de rentebereke
ning geschiedt bij dezelfde wijziging-
van den rentevoet als hierboven bij
Grb. III Oud-Model aangenomen.
'tls weer noodig ons de rekening
voor te stellen in 2 helften, de eene
bevattende de posten t/m. 30 Juni,
de andere de posten van 1 Juli -31
Dec. De laatste post in de ie pe
riode vervalt op 29 Mei. Het saldo
kap is op dien datum Debet
f2400. De eerste post in de 2e pe
riode vervalt op 16 Juli. Tusschen
deze twee posten verloopen 47 da
gen, waarvan er 31 tot de eerste en
16 tot de 2e periode behooren.
Van de berekende 1128 debetnrs.
behooren dan tot de eerste 31
X 24.00 744 rentenrs. en tot de
tweede 16 X 24.00 384 rentenrs.
In de ie periode vinden we dan
(447 -f- 100 -f- 87 -{- 190) 1121
debetnrs., die tegen 51/4 moe
ten worden omgerekend en 160-j-
78 23S creditnrs., die tegen 38/4
0/0 berekend worden.
Tot de 2e periode behooren 384
105, 442 en 38 debetnrs. 969 de-
betrentenrs. In kolom 11 vinden we
1254 creditnrs.
De debetnrs. worden omgerekend
tegen 41/2 :<y0 en de creditrentenrs.
legen 3 0/0.
Vervolgens worden de vier be
rekende rentebedragen in de kolom
men 5 en 6 genoteerd en dan kan
de rek. worden afgesloten.
Het geval van rentewijziging in
den loop van het boekjaar werd
voor Grb. III N. M. ook behan
deld in de op 4 Jan. 1915 aan de
boerenleenbanken toegezonden Mo
del-Renteberekening.
De boerenleenbanken, die geen
exemplaar mochten hebben ontvan
gen, kunnen er alsnog op aanvrage
een bekomen. Red.
P.S. Naar aanleiding van het
eerste gedeelte van bovenstaand ar
tikel ontvingen wij een tweetal inge
zonden bijdragen. Wij geven den in
zenders in overweging, alvorens de
ze stukken te doen opnemen, eerst
van het geheele betoog kennis te
nemen.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
Nogmaals Kassier eener Boerenleenbank
tevens Lid der Schattingscommissie
inzake de Inkomstenbelasting.
In de Raiffeisenbode werd reeds
eenige malen de vraag behandeld,
of de kassier eener boerenleenbank
tevens als lid der schattingscommis
sie inzake de inkomstenbelasting-
mag optreden.
Wat m.i. bij de beschouwing daar
over alleen m aanmerking moet
worden genomen is
ie. welke zijn de verplichtingen
van den kassier eener boe
renleenbank en
2e. welke eed of belofte moe
ten de niet-ambtelijke leden
eener schattingscommissie af
leggen.
Volgens de statuten is elke kas
sier eener boerenleenbank tot ge
heimhouding verplicht omtrent al
les, waarvan hij in zijne betrekking
zal hebben kennis gekregen, terwijl
de niet ambtelijke leden eener schat
tingscommissie inzake de inkomsten
belasting- den eed of de belofte af
leggen, dat zij de werkzaamheden
aan hun ambt verbonden naar plicht
en geweten zullen verrichten.
Zijn nu die beide functies te com
bineeren, zonder dat de wederzijd-
sche verplichtingen in botsing ko
men
Naar mijne bescheiden meening
wel.
Heeft de kassier eener boeren
leenbank zitting als lid eener schat
tingscommissie, dan mag hij in geen
geval vergeten de verplichting tot
geheimhouding hem als kassier op
gelegd.
Zonder dat hij de wetenschap als
kassier verkregen tepas brengt, kan
hij de aanslagen in de inkomstenbe
lasting naar plicht en geweten mede
vaststellen.
De kassier eener boerenleenbank,
tevens lid der schattingscommissie
inzake de inkomstenbelasting, is tot
deze laatste functie niet benoemd
omdat hij kassier eener boerenleen
bank is, maar omdat hij, naar het
oordeel van 't college, dat hem be
noemde, iemand is met een helder
inzicht en die onpartijdig zijne func
tie zal vervullen.
Dat de combinatie van beide func
ties voor de bank nooit voordeel kan
geven is ontegenzeggelijk waar.