Uit onze Koloniën
WÜ
DE R AIFFE I SE N-BODE.
3
spectie van den landbouw en die
van het landbouwonderwijs. Toen
eenige jaren geleden een inspecteur
van het landbouwonderwijs werd
benoemd buiten het corps land- en
tuinbou'wieeraren, vond die benoe
ming niet onverdeelde instemming,
doch met de benoeming van den
heer Kakebeeke heeft de regeering
onzes inziens niet enkel een goede,
maar ook de juiste keuze gedaan.
Wij wenschen zoowel den Neder-
landschen landbouw als 't corps
ambtenaren, dat onder den nieuw
benoemde zal „dienen", geluk, want
de heer Kakebeeke is niet alleen
een man met een wetenschappelijke
opleiding, maar ook een man van
de practijk, terwijl hij heel wat van
den landbouw in andere landen ge
zien heeft. Wij, die hem een reeks
van jaren gekend hebben, mogen
zeggen, dat hij een humaan mensch
is in alle opzichten, die niet zal na
laten iemand, die zulks verdient,
ter wille te zijn, als hij dit kan
zonder de belangen van eenige zaak
of de belangen van andere perso
nen te schaden. Maar omdat wij
den heer Kakebeeke meenen te ken
nen, juist daarom willen wij hier
niet te veel goeds van hem vertel
len. Dit is ook niet noodig, daar
de nieuw benoemde inspecteur van
wege door hem bekleede betrekkin-
gen en als lid van verschillende
conimissiën, ook staat scommissiën,
zich op landbouwgebied bewe
gende, voldoende bekend en ge
acht is.
Diensvolgens besluiten wij met de
volgende opsomming, die met al
haar dorheid leert, dat velen in
den heer Kakebeeke den rechten
man hébben gezien, zooals wij en
velen met ons na het aftreden van
den heer Löhnis in hem zien den
rechten man voor het ambt van
inspecteur van den landbouw.
Van 1883—1886 studeerde de
heer Kakebeeke te Wageningen om
na afgelegd eindexamen in^ den
Westpolder in Groningen in de
practijk te gaan. Na beëindiging
van het najaarswerk ging hij naar
Goes, zijn geboorteplaats, terug. In
het volgende jaar begaf hij zich
voor ruim 1/2 jaar naar Amerika,
om daar eens rond te zien. In t
vaderland terug, kreeg hij langza
merhand de leiding van een groot
landbouwbedrijf van zijn vader in
de nabijheid van Goes. In 1887 be
noemde de afd. Goes der Zeeuw -
sche landbouwmaatschappij hem
tot haar secretaris, terwijl hij van.
1889—1893 de functie van alge;
meen secretaris dier maatschappij
vervulde. In laatstgenoemd jaar
moest hij als zoodanig aftreden ten
gevolge van zijn benoeming tot
rijkslandbouwleeraar in de provin
cie Zeeland. De genoemde land-
bouwmaatschappij behoefde echter
den steun en de medewerking van
den heer Kakebeeke niet geheel te
missen, daar hij thans ongeveer 17
jaren voorzitter is van de afdeeling
Goes.
De heer Kakebeeke woonde veel
internationale landbouwcongressen
met daaraan verbonden excursiën
bij. Wij noemen daarvan het eerste
congres te Weenen met excursiën
in Hongarije, dat te Rome met ex
cursiën in Italië en op Sicilië, dat
te Parijs met de excursie naar
Noord-Frankrijk. Voor particulieren
maakte hij een landbouwonderzoe-
kingsreis door Roemenië en op
eigen initiatief bezocht hij Spanje,
Algiers, Tunis en Engeland, ter
wijl hij als lid der staatscommissie
met twee anderen een reis naar
Noord-Engeland en Schotland
maakte ter bestudeering van het
I pachtwezen aldaar. Voegen wij
hierbij nog, dat de heer Kakebeeke
j in 1912 met een regeeringsopdracht
voor eenigen tijd naar Suriname
en Curagao ging, dan zal men ons
toestemmen, dat onze voorspelling,
j dat de regeering den heer Kake
beeke in petto hield voor een ge
wichtige betrekking op landbouw
gebied, eigenlijk geen voorspelling,
1 maar een" logische gevolgtrekking
was.
Wij begroeten het aanstaande op
treden van den heer Kakebeeke
met vreugde. Moge de vaderland-
sche landbouw vele vruchten pluk
ken van de kennis en de practische
ervaring van den nieuwbenoemden
inspecteur.
(w.g.) TER HAAR.
Wij vertrouwen, dat de nieuw-
I benoemde Inspecteur dezelfde be-
langstelling in onze organisatie zal
toonen, waarvan de heer Löhnis ge
durende zijne functie heeft blijk ge
geven. RED.
Aan het Verslag van het Volks-
credietwezen in Ned. Indië, loopen
de tot ultimo Juni 1915, ontleenen
De ontwikkeling van het volks-
j credietwezen in het Gouvernement
i Sumatra's Westkust ging gestadig