DE RAIFFEISEN-BODE.
29
den ter voorziening in eventuëele
tekorten.
Dat nu is het hoofddoel van de
samenwerking der banken, het
hoofddoel der Centrale:
het geven van een vasten, regel1-
matigen gang.
Daarnaast bereiken de boeren
leenbanken door hare coöperatie
nog andere voordeelen, als daar
zijnde voorlichting voor beheer
en administratie, de controle op dat
beheer en die administratie, eene
kundige propaganda voor de ere-
diet-coöperatie, enz.
Aan dat hoofddoel nu wil de in
zender gaan tornen. Werd zijn plan
werkelijkheid en consequent door
gevoerd, dan was de Centrale geene
bankinstelling meer.
Dan zouden er boerenleenbanken
zijn, die mogelijk op zekere momen
ten eenig financieel voordeel zou
den kunnen behalen, dat ontkennen
wij niet, maar of die voordeelen van
biijvenden aard zouden z'ijln en of die
zouden opwegen tegen de niet te
ontkomen nadeelen, wij zijn over
tuigd van niet.
De Centrale garandeert aan hare
boerenleenbanken credieten tot be
dragen van 50.000 gulden, bij tijd
en wijle van 70.000 gulden.
Haar grootste zorg, haar voort
durend streven is, het gegeven
woord na te komen.
Wij vragen ons af, kan de plaat
selijke boerenleenbank aan hare
zusterinstellingen die vaste' garantie
geven? Neen! Vandaag heeft zij
over, maar morgen heeft zij noo-
dig.
Geene enkele bank zal zich wil
len overgeven aan het toeval.
Waar blijft dan die zekerheid
voor het bedrijf?
Het is in het belang der banken,
dat zij hare Coöperatie niet ver
zwakken, dat de samenwerking' zoo
regelmatig en zoo systematisch mo
gelijk is en dat alle leden op hare
Centrale kunnen rekenen.
In het stelsel van den inzender
moet de Centrale hare positie op
de geldmarkt noodwendig inboeten
en hoé zoude dan moeten gehan
deld worden, als alle deposito's zijn
verbruikt en op die geldmarkt een
beroep moet worden gedaan, om
gelden op te nemen?
Bovendien komt men in het stel
sel van den inzender voor zonder
linge problemen.
Stel, dat de banken, welke geld
behoeven, op een zeker tijdstip eens
drie millioen moeten opnemen. Hoe
zoude dat dan gaan? Bij andere
boerenleenbanken, welke geld be
schikbaar hébben? Dan zoude pro
portioneel moeten jvorden gegeven
in verhouding van de bedragen, die
de banken van de andere groep,
ieder voor zich, over hebben.
En die bedragen varieeren dage
lijks, zoowel als de behoeften der
afneemsters. Niet alleen de bedra
gen van de opnamen, maar ook
ook die der aflossingen zouden in
goede verhouding moeten worden
verdeeld.
Wij vragen wederom: hoe is dat
nu mogelijk? De inzender make het
j ons eens duidelijk.
De heer Koerselman is op voor-
1 deel uit.
Dat misprijzen wij niet.
Wellicht zouden de banken geld
schieters van de banken geld
neemsters, die het meest in de
benauwdheid zitten, een extra-per
cent kunnen bedingen, tenzij de
onderlinge concurrentie hierop
mocht inwerken.
Want concurrentie is onvermijde
lijk in een stelsel, waarin de boe
renleenbanken eigenlijk geene
saamhoorigheid meer gevoelen en
als los zand aan elkaar hangen.
Wij zijn zoo langzamerhand bezig
aan de practische uitwerking der
t idee, welke uitwerking de geachte
inzender hij wist wel, wat hij
deed, maar het worde hem niet ten
kwade geduid welwillend aan
ons overlaat.
Laat ons hier eens wat uitvoeri
ger bij stilstaan.
Gesteld, de boerenleenbank te
Nijbroek zoude b.v. door eene ad
vertentie in ons orgaan, als dit dan
nog bestaat, gelden aanbieden aan
eene zusterinstelling, welke crediet
wenschte te hebben.
Er komen brieven in eene ad
vertentie in ons orgaan is eene
enorme reclame en men komt
tot overeenstemming na lang ge-
zeur over de rente, want de jrank
te Nijbroek trachtte, naar het oor
deel1 der „zusterinstelling, haar
het vel over den neus te halen,
wilde te veel hebben en droeg al
te veel zorg voor hare boeren en
hwn voordeel. (Daardoor zoude het
voordeel maar aan den éénen kant
zijn en niet aan de andere twee
kanten, zooals de heer Koerselman
in de Raiffeisen-Bode had uitge-
stukt.
De zusterinstelling heeft nu
50.000 gulden crediet van de bank
te Nijbroek en vraagt dat bedrag
op.
Eene andere boerenleenbank, die
in eene advertentie gelden gevraagd
heeft, klopt ten slotte ook bij de
bank te Nijbroek aan, omdat die
nog al dik in het geld zit en andere
zusterinstellingen de rente nog hoo-
ger hebben gesteld.
De bank te Nijbroek is eene goe
de bank, die ook deze zusterinstel
ling niet in den steek wil laten en
zoo krijgt deze boerenleenbank ook
crediet, b.v. 30.000 gulden.
Op een gegeven oogenblik staan
beide boerenleenbanken 80.000 gul
den debet bij de bank te Nijbroek.
Nu gaan b.v. eenige inleggers
al hunine spaargelden opvragen
(zij kunnen nog grooter voor
deel behalen, daar de Nutssp,aar-
bank b.v. hare rente met 14 per
cent heeft verhoogd en de inleg
gers nog verder zien dan de heer
Koerselman), maar nu zit de ge
achte inzender met de handen in
het haar. Hij kan de gelden niet
teruggeven. (Reeds lang had hij
al nieuwe voorschotnemers moeten
afpoeieren).
Nu vraagt de bank te Nijbroek
zelve in ons orgaan direct geld,
daar ze anders een run krijgt.
Maar de andere zusterinstellin
gen kunnen haar niet helpen, daar
ze zelve mogelijk zouden vastraken
en zij denkende bank te N ijbroek
zit in 'de knel door eene handel
wijze, waaraan wij ons niet zullen
bezondigen.
Een schip op strand is een baken
in zee.
De bank te Nijbroek kan ook het
crediet aan de zusterinstellingen op
zeggen, maar moet dan geruimen
tijd wachten, alvorens ze de cen
ten terug heeft en ze heeft dan
ook de zusterinstellingen in zulk
een raar parket geholpen, dat die
van dergelijke hulp en van die
mooie voordeelbespiegelingen niet
meer gediend zijn. Het wordt ze
groen en geel voor de oogen en
ze komen tot de overtuiging, dat,
als er dan voordeel mocht zijn, dit
dan toch stellig niet aan haar kant
is.
Ten einde raad wendt de bank
te Nijbroek zich tot Drift 13 te
Utrecht, om direct geld te ontvan
gen.
De brief wordt daar door den
laatstovergebleven ambtenaar, die
feitelijk met de controle der ban
ken belast is, geopend.
Het antwoord, dat hij zendt, is,
dat de Centrale als bank niet meer
bestaat.
Dat immers Nijbroek zelve haar
geld heeft uitgeleend aan twee zus
terinstellingen, waaronder de bank
te K., die, naar hij bij de inspectie
heeft bemerkt, dat geld heeft uit
geleend aan de 'Gemeente, omdat