Ongeoorloofde handelingen.
DE RAIFFEISEN-BODE.
2 7
verstandhouding" bewaard mogen j
blijven, maar dan zij het ook de
rechte harmonie, die bestaat en al
leen kan bestaan bij verschil van
meening vaak en noodzakelijke wrij- j
ving van gedachten in een samen
werken en samenstreven van Be- J
stuur en leden in één geest.
C. BLOKKER.
Eerbeek, 2 Sept. '15.
(Vereenvoudigde Spelling.)
Onder bovenstaand opschrift Ie-
zen we in „De Raiffeisen-Bode" van
Augustus j.1.
„De Boerenleenbanken zijn ver- j
plicht, zich te onthouden van geld
verkeer onderlingenz.
Daarop volgt een weinig verder:
„Waren de aangesloten boeren- j
leenbanken vrij, om hare overtol
lige gelden te beleggen daar, waar J
zij op een gegeven tijdstip het voor-
deeligst uit zijn, dan zou er van
ons beproefd systeem weinig terecht
komen.
De Centrale Bank zou dan dik
wijls lijden aan bloedarmoede, ten
gevolge waarvan ook tal harer le
den spoedig zouden gaan kwijnen
en wellicht een vroegtijdigen dood
zouden sterven, wijl zij' zich den toe
voer uit haar centraal lichaam zou
den zien afgesneden.
Men zou zeggendat is zoo klaar
als de dag."
Ja, zeker, dat is zo klaar als de
dag, als n.1. de banken hun geld be
leggen buiten onze organisatie om.
Maar wanneer aan de boerenleen-.
banken onder controle der Centrale,
toegestaan werd, met elkaar in on
derling geldverkeer te treden, dan
wordt de zaak geheel anders.
Heeft Bank A geld nodig, dan
verschaft de Centrale dat geld, zo
mogelik. De Centrale gébruikt daar
voor in de eerste plaats het geld,
dat andere banken, b.v. die te Nij-
broek, 'bij de Centrale gedeponeerd
hebben.
Hoe is nu de gang van zaken?
Nijbroek heeft geld te Utrecht
en trekt daarvan 3Ut °/o. Utrecht
("de Centrale) geeft van dat Nijj
broekse geld aan de bank te A., die
daarvoor 4.1/4 °/o moet vergoeden.
Nu kan de bank te A. zijn voor
schotnemers helpen, maar moet min
stens 4.1/2 °/o vragen.
Was onderling geldverkeer toe
gestaan, dan zou Nijbroek direkt
aan A. kunnen lenen (altijd onder
behoorlike contröle van de Cen
trale; er moet toch tegen gewaakt
worden, dat de bank te A. niet
hier en ginds gaat lenen en meer
geld opneemt, dan zijn credietwaar-
digheid toelaat. Bank A. en zijn cre
diteuren zouden daarvan de dupe
worden.
Leent Nijbroek direkt aan A., dan
behoeft Nijbroek niet meer te vra
gen dan 31/2 °/o, om toch nog 14
0/b voordeel te genieten.
De bank te A. kan h 4 °/o aan de
geldnemers voorschotten geven en
dus 1/2 °/o verdienen in plaats van
1/4 0/0. Dus alweer een extra voor
deel van 1/4 0/0. De boeren-voor-
schotnemers zijn in dat geval V2 °/o -
voordeliger uit.
Voordeel dus aan 3 kanten: de
banken voorschotgevers, de ban
ken voorschotnemers de boeren.
De boeren! En zie, daar gaat het
toch om. Men zal zeggenMaar de
Centrale trekt aan 't kortste eind.
Dat is waar!
Daarover wil ik echter nu niet
schrijven; dat kan later nog. Laten
we nu eerst het principe in het oog
houden en niet over andere dingen
tevens praten. Is 'het principe goed,
dan zou ik graag zien, dat dit open
lik in dit blad erkend werd. Is het j
niet goed, dat men het dan duidelik
make. Dan is die kwestie van de
baan. Ze bestaat nu al 10 jaren.
Is het principe goed, dan kan
overwogen worden, of de gevolgen
voor de Centrale van dien aard zijn,
dat we het beginsel toch moeten
laten varen. Alleen bedenke men
eens voor al: De Centrale is ér voor
de leden en door de leden niet
omgekeerd.
R. KOERSELMAN.
Het denkbeeld van den heer
Koerselman.
Zooals uit de ingezonden bijdrage
van den Heer Koerselman, kassier
der Boerenleenbank te Nijbroek,
blijkt, heeft hij zijn voornemen, om
gedaan te krijgen, dat de boeren
leenbanken, aangesloten bij de Cen
trale, met elkander in geldverkeer
treden en waartoe hij reeds jaren
geleden in eene algemeene verga
dering eene poging deed, nog niet
losgelaten.
Wij merken in de eerste plaats pp,
dat uitvoering van dat denkbeeld
afstuit op de statuten der Centrale
Bank.
Immers zijn volgens de bepaling
van artikel 7 sub e dier statuten,
reeds in een vroeger nummer door
ons aangehaald, dergelijke hande
lingen verboden.
Statutenwijziging zoude dus noo-
dig zijn.
Natuurlijk heeft de bank te Nij
broek het recht, daartoe een voor
stel in te dienen, maar wij voorspel
len haar weinig kans van slagen,
ondanks het voordeel, dat de Heer
Koerselman den boeren voorspie-
gelt-
Verre van dan ook openlijk te
erkennen, dat zijn idee goed is,wen-
schen wij hieronder te betoogen,
dat het in beginsel niet deugt en de
geheele organisatie op losse schroe
ven zet.
Om echter eene vruchtbare dis
cussie mogelijk te maken, moet de
kwestie in de allereerste plaats zui
ver worden gesteld.
En dat doet de Heer Koerselman
zeer zeker niet.
Immers, als wij hem goed begrij
pen, wil hij in het tegenwoordig stel
sel eene verandering aanbrengen
waardoor een gedeelte der functie
van de Centrale Bank op de plaat
selijke boerenleenbank wordt over
gebracht, welke verandering er toe
moet leiden, van welke verandering
althans de noodzakelijke consequen
tie is, dat de Centrale wordt gede
monteerd en een soort controlee
rend lichaam wordt, zonder dat zij
zelve het geldelijk verkeer in han
den heeft.
De inzender beweert dan, dat men
in beginsel vóór of tegen zijn stel
sel moet zijn, zonder er direct de
Centrale bij te betrekken, maar hij
vergeet hier, dat men nu eenmaal
niet een stuk of gedeelte van een
stelsel kan aanvaarden en de rest
buiten beschouwing kan laten.
De- Centrale wordt er niet bij ge
haald, maar is hier in het geding
en kan hier niet uitgeschakeld
worden.
Hare werking is zóó ingeweven in
het geheele organiek, dat men de
kwestie nooit zuiver kan stellen,
zonder met haar rekening te houden.
Stellen wij toch, dat de Centrale
ook in het stelsel van den inzender
eene plaats inneemt en dat doet
ze, daar hij doelt op bi} haar aange
sloten boerenleenbanken en hij aan
haar eene contröle wil opdragen
dan moet men haar er wel direct 'bij
betrekken.
Immers eene verandering in hare
functie wordt door den Heer Koer
selman zelve aangegeven.
Hij zelve bet,rekt dan ook, en
zeer terecht, direct de Centrale er
in. Dat is logisch. Maar dan moet
hij ook niet aan het slot van zijn
ingezonden stuk haar weer gaan
uitschakelen en zeggen, dat hij later