i8 voelt, dat de zaak zóó toch niet in den haak is en dat het Bestuur niet vrij uitgaat, wanneer uit dergelijke handelwijze vroeg of laat eens iets verkeerds voor de bank mocht voort vloeien. De Inspecteur is dan ook verplacht, op deze onregelmatigheid te wijzen, hetgeen niet aangenaam is, noch voor hem, noch voor den Kassier, wien het aangaat. Aanmer king te moeten maken is nooit pret tig, maar wordt, als het dergelijke kiesche aangelegenheden betreft, dubbel onplezierig. Men voprkome derhalve dat soort van vingerwijzingen, door zorg te dragen, dat alle acten, waarop de handteekenkig van den Kassier als borg, of als geldnemer voorkomt, buiten diens bereik worden be waard. Heeft de bank eene brandkast, waarin zich een afzonderlijke afdee- ling bevindt, waarvan de sleutels bij een of meer bestuursleden berus ten vele banken zijn in het bezit van eene brandkast met een binnen - kastje, waarin de Effecten-onder panden achter dubbel slot worden bewaard dan is de zaak al op een heel eenvoudige manier te regelen. Heeft men in de brandkast geen afzonderlijke bewaarplaats, dan die nen bescheiden, als boven bedoeld, onder berusting te blijven van één der bestuursleden, die ze bij gele genheid der Inspectie aan den In specteur ter inzage moet verstrekken. EENIGE AA IN TEEK EN ING EN op de hoofdpunten van het plan ter voor ziening in de credietbehoefte ten gevolge van den oorlogscrisis. Het komt ons gewenscht voor, hier een en ander mede te deelen aangaande bovengemeld onderwerp, omdat dagelijks vragen daarover bij ons inkomen. Volgens de aan onze banken toe gezonden stukken is het de bedoe ling der Regeering, ojn kleine be drijven, welke dopr den oorlogstoe stand dreigen ten onder te gaan, hulp te verleenen, om ze zoo moge lijk op de been te houden of ook weer op de been te brengen, als ze reeds geheel ten ondergegaan mochten zijn. De regeeringsbemoeiïng bepaalt zich tot degenen, die zelfstandig een klein bedrijf uitoefenen. Het doel is echter niet alleen ge- mobiliseerden of voormalig gemo- biliseerden te helpen, doch ook hen, wier bedrijf kennelijk tengevolge van den oorlogstoestand in de verdruk king is geraakt, zonder dat z'; onder de wapenen zijn geroepen. Voprts zullen reeds vóór de ge- heele of gedeeltelijke demobilisatie, maar dan bij uitzondering, credieten kunnen worden toegestaan. Het te verleenen crediet zal hoog stens iooo gulden bedragen. Toch kan in bijzondere gevallen een hoo- ger crediet worden toegekend. De voorschotten zullen hoogstens voor den tijdsduur van 2 jaren mogen worden verleend; evenwel is ver lenging of vernieuwing, mits gemo tiveerd dopr de omstandigheden, niet uitgesloten. Nu verschaft het Rijk niet zelve die bedragen. De Regeering heeft zich gewend tot verschillende bank instellingen en vereenigingen, welke zich met de voorziening in de cre dietbehoefte bezig houden, ten einde door deze die credieten te doen ver schaffen. Het Rijk zal zich alleen mede garant stellen, mede als borg optre den, dus mede voor de terugbetaling instaan, doch in zekere mate en naar zekere verhouding. Daardopr wordt den voorschot nemer de weg tot crediet eenigszins geëffend. 't Wordt hem dus gemakkelijker gemaakt, aan crediet te 'komen. Nu zal de Regeering, waar zij mede -risico op zich neemt, natuur lijk opk medezeggenschap moeten hebben en daarom moeten alle stuk ken, betreffende die te verleenen credieten, worden opgezonden aan de Commissie van Uitvoering, welke het dagelijksch beheer voert en welks voorzitter is aangewezen door den minister van Financiën, terwijl de overige leden door de Algemeene Commissie zijn gekozen. Zoo behoeven ook de beslissingen, strekkende tot verleening van der gelijke credieten,, de goedkeuring van den thesaurier-generaal. (Hoofd punt 16). De opzending aan die Commissie moet, voor zoover de boerenleen banken betreft, geschieden door tusschenkomst der Centrale Bank, welke de stukken alsdan, voor zoo veel zij nopdig acht, voorzien van haar advies, doorzendt. Alle inkomende aanvragen, der halve ook die, welke reeds onmid dellijk niet voor inwilliging vatbaar blijken te zijn, moeten worden inge zonden, ook dus die, waarbij de boerenleenbank tot afwijzing advi seert op grond, dat zij vallen buiten 'bet gebied van de door deze nieu.- Iwle organisatie beoogde credietver- leening. (Hoofdpunt 11 sub a). Dat is in het belang van den credietzoe- ker, opdat hij zoo mogelijk op an dere wijze worde geholpen. Ook bij deelneming aan deze organisatie zal de boerenleenbank er op bedacht moeten zijn, dat zij hare statuten niet voor die gevallen van crediet-verleening op zijde kan zetten. Zij zal alleen tot die wijze van crediet-verstrekking kunnen mede werken, als de crediet-aanvrager lid der bank is, of ook alsnog lid wordt, alvorens het crediet wordt versohaft. Hij moet dus, behalve aan de eischen, voor deze speciale crediet-verleening voorgeschreven, ook voldoen aan de eischen, vopr het lidmaatschap der boerenleenbank gesteld. Ook andere personen kunnen zich wel aanmelden, doch dan zal de medewerking der bank zich alleen daartoe bepalen, dat zij |aam de Com missie van Uitvoering adviseert b.v. tot overwijzing der aanvrage naar eene andere bank. (Hoofdpunt 11 sub b). [Verscheidene coöperatieve middenstandscredietbanken bepalen hare werking niet tot hare leden, maar geven ook aan niet-leden voor schotten.] Die persoon wordt dan feitelijk door de boerenleenbank bij de Com missie slechts geïntroduceerd en aanbevolen, waarna de bank er zich verder niiet mede bemoeit. De Commissie kan dan eene an dere bankinstelling aanzoeken, wel ker bedrijf voor dat geval meer ge- eigend is of ook zich wenden tot het Koninklijk Natjonaal Steun comité of tot de Nationale Vereeni- ging tot steun aan de miliciens. Stellen wij echter het geval, dat de boerenleenbank leen kleinen huur- boer of kweeker, die inderdaad in de termen valt, zal willen helpen, dan zal die bank haar gemotiveerd advies moeten zenden aan de Com missie van Uitvoering door bemid deling der Centrale. Zij zal daarin vermelden, welke waarborgen de aanvrager zal geven en welke geregelde aflossingen hij zal doen. Het crediet zal, als reeds boven gezegd, .als regel nooit meer dan 1000 gulden mogen bedragen. Als ook reeds boven is aangege ven, is het de bedoeling, den aan vrager epne gemakkelijker wijze te scheppen, om aan crediet te komen en dat beduidt hier eene gemakke lijker zekerheidsstelling aan den ge gadigde te verschaffen dan onder gewone omstandigheden. Hierop komt het neer. Het gaat er om, kleine en fceer kleine be drijven hulp te verleenen. Deze zul len nu veelal niet in staat zijn, die

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1915 | | pagina 2