uoorscnonen in loopende reüening.
4
DE RyUFFEISEN-BODE.
ie. dat de inhoud eener zending
het bedrag van f25.000 niet
te boven gaat;
2e. dat aan de Centrale Bank bij
afzonderlijk schrijven moet
worden kennis gegeven van
eene zending boven f 5000.
't Komt ons wenschelijk
voor bij dit punt even stil te
staan, omdat ons dagelijks
blijkt, dat de bedoeling van
deze bepaling door sommige
kassiers niet juist wordt op
gevat. Wanneer eene boeren
leenbank bijv. een bedrag van
f 1200 heeft over te zenden,
voegt hij bij de bankbiljet
ten het formulier 20 (formu
lier geldzending) en is de
brief zonder meer, na verzege
ling en adresseering, ter ver
zending gereed. Moet daaren
tegen een bedrag hooger dan
f 5000 naar de Centrale Bank
worden opgezonden, dar
eischen de verzekeringsvoor-
waarden, dat het bedoelde
formulier 20 in afzonderlijke
enveloppe aan ons afgezon
den wordt. De Centrale Bank
krijgt dus in dit geval den
aangeteekenden brief, inhou
dende de bankbilletten èn een
couvert, waarin het formulier
20 gesloten is. Aangezien het
voorkomt, dat de geldzending
eerder in ons bezit is dan het
begeleidend schrijven, er-
dient het aanbeveling, dit laat
ste eerder te posten of wel
bij de geldzending een dupli
caat te voegen van het for
mulier, waardoor dadelijk ge
constateerd kan worden, of
wij aceoord kunnen gaan met
het overgemaakte bedrag. In
het bovenstaande ligt reeds
opgesloten, dat het dus niet
noodig is een bedrag grooter
dan f 5000 te splitsen en ons
meer dan één aangeteekenden
brief te zendenwij wijzen U
hierop ter vermijding van on-
noodige kosten.
3e. dat van iedere zending de
soort, de letters en de num
mers der bankbilletten wor
den genoteerd.
Zoodra blijkt, dat eene zen
ding van een boerenleenbank
niet ter plaatse van bestem
ming is aangekomen en deze
gedurende het transport is
zoek geraakt, vraagt de Cen
trale Bank restitutie van het
bedrag aan de verzekerings
maatschappij. Op haar beurt
zal deze door het instellen I
van een gerechterlijk onder
zoek als anderszins trachten,
de door haar geleden schade
te verhalen en kan de opgave
van de soort, de letters en
de nummers der verloren ge
raakte bankbilletten daarbij
van groot nut zijn. Terecht
zal dus de Maatschappij de
uitkeering weigeren, indien
haar de gegevens niet ver
strekt kunnen worden.
4e dat de verzegeling van brie
ven, hetzij per briefpost of
op andere wijze verzonden,
zoodanig en zoo dikwijls moet
plaats vinden, dat men niet
bij den inhoud kan komen,
zonder de lakken te bescha
digen.
Brieven met eene aangege
ven geldswaarde moeten vol
gens het voorschrift der pos
terijen voorzien worden van
vijf lakken. Om het openen
van een brief, zonder de lak
ken te beschadigen, te be
moeilijken, verdient het aan
beveling, de lakken steeds zoo
ver mogelijk in de hoeken van
de enveloppe aan te brengen.
Het is voorts gewenscht voor
de frankeering niet meer post
zegels te bezigen, dan vol
strekt noodig zijn en bij ge
bruik van meer dan één post
zegel, deze met eene tusschen-
ruimte van de halve breedte
van een postzegel op te plak
ken.
Slechts bovenstaande vier voor
waarden stelt de Verzekering-Maat
schappij en U zult moeten toestem
men, dat zij zonder moeite zijn na
te komen.
In verband met de geldverzending
willen wij nog het volgende onder
Uwe aandacht brengen.
De Centrale Bank heeft envelop
pen laten drukken en deze tegen
betaling van den kostenden prijs ter
beschikking van de boerenleenban
ken gesteld. Sommigen maken be
zwaar, deze enveloppen te gebrui
ken, omdat er gedrukt op voor
komt: Waarde Een honderd gul
den". Zij vermeenen zich aan eene
onjuiste handeling schuldig te ma
ken, door in eene enveloppe, waar
op êene waarde van een honderd
gulden staat uitgedrukt, een groo
ter bedrag te sluiten.
Deze opvatting achten wij echter
niet steekhoudend, omdat waarde
een honderd gulden niet anders be-
teekent, dan dat de posterijen bij
eventueele vermissing van den'brief
geen hooger bedrag dan een hon
derd gulden behoeven te vergoeden,
hetgeen eene volkomen geoorloofde
wijze van verzekering is.
Sommige kassiers zijn van mee
ning, dat evengoed de verzekering
'bij de posterijen vijf honderd gulden
zou kunnen bedragen, omdat dit
dezelfde kosten aan porti zou mee
brengen.
De Centrale Bank ontvangt ech
ter meermalen zendingen beneden
het bedrag van vijf honderd gulden
en is daarom wel verplicht het be
drag van een honderd gulden op
de omslagen te behouden, wijl de
enveloppen anders geen dienst zou
den kunnen doen voor geldzendin
gen beneden dat bedrag, want eene
verzekering voor hooger bedrag dan
ingesloten is, is niet geoorloofd.
Steeds worden nog locale banken
opgericht, waardoor het aantal aan-
geteekende brieven, welke dagelijks
voor de Centrale Bank aankomen,
voortdurend grooter wordt. Het
spreekt dan ook vanzelf, dat het
ontvouwen van den inhoud meer en
meer tijd in beslag neemt. Het is
daarom noodig, de bankbilletten in
de enveloppe te steken, ongevou-
wen, soort bij soort en met het Ne-
derlandsche wapen naar boven, om
dat zij ook in dezelfde rangorde en
ligging voor de Nederlandsche bank
moeten worden gesorteerd. Wij moe
ten dankbaar erkennen, dat de mees
te kassiers ons ten deze ter wille
zijn en vertrouwen, dat ook de uit
zonderingen voortaan tot het ver-
ledene zullen, behooren.
De voorschotten, welke aan de
leden onzer boerenleenbanken ver
strekt worden, kan men, met be
trekking tot de wijze van aflossing,
verdeelen in drie soorten, n.1.
a. Voorschotten op korten ter
ten termijn, waarbij de terug
betaling moet plaats hebben
binnen het jaar. Deze voor
schotten dienen, om te voor
zien in de behoeften aan kort
of vlottend bedrijfscrediet.
b. Voorschotten op langen ter
mijn, benoodigd als meer vast
bedrijfskapitaal, waarbij drie-
maandelijksche, halfjaarlijk-
sche of jaarlijksche aflossin
gen bedongen zijn, zoodat de
geleende som binnen enkele
jaren moet zijn terugbetaald.
c. Voorschotten in loopende re
kening, waarbij aan een of
ander lid, zooals altijd, onder