Onjuist. Mededeelingen der Coöperatieve Centrale Raiffeisen=Bank te Utrecht (Officieële Uitgave der Centrale Bank) Stortingsbewijzen (formulier 10). No. 6 Verschijnt op ongeregelde tijden Maart 1915 INHOUD VAN DIT NUMMER: 1. Stortingsbewijzen (formulier 10). 2. Onjuist. 3. De Vereeniging, lid der Boerenleenbank (vervolg). 4. Het nemen van aandeelen en het bedrag van cre- diet. Herhaaldelijk is bij de inspectie aangedrongen op de invoering van stortingsbewijzen. Ook is ter algemeene vergadering, gehouden in de maand Mei j.1., dit punt aan de orde geweest en is met name door den Hoofd-Inspecteur er met allen nadruk op gewezen, dat de invoering van dergelijke bewijzen noodzakelijk is. Toch zijn er enkele banken, die, naar ons uit de In spectie-Rapporten blijkt, er nog steeds niet toe zijn over gegaan. Dit is onbegrijpelijk. Wat toch moet er van de maandelijksche controle van het Bestuur en van de driemaandelijksche van den Raad van Toezicht terecht komen, als die bescheiden ontbre ken? Dan kan men toch onmogelijk controleeren wat in het kasboek onder de ontvangsten voorkomt. Men neemt idan zonder bewijs aan, dat zekere bedragen, aan de creditzijde van het dagboek onder de ontvang sten voorkomende, aan spaargeld of wel in loopende re kening zijn gestort of ook op een verstrekt voorschot zijn terugbetaald. Men gaat dan bij die maandelijksche en driemaande lijksche ,,contröle"(!) uit van de opgaven van den kas sier, die gecontroleerd moet worden. Zulk eene controle is toch wel een wassen neus. Nu zal de zaak wel in orde zijn, maar daarvan mag men niet uitgaan. Men moet kunnen vaststellendat de zaak in orde is. De controle dient immers juist, om te achterhalen, wat mogelijk niet in orde mocht zijn en op zulk eene manier komt men daar toch nooit achter, tenzij misschien ééns per jaar, als dan althans alle spaarboekjes, voorschot en rekening-courantboekjes worden opgevraagd en in geleverd. Dit nu wordt niet ingegeven door wantrouwen in den kassier, maar eenvoudig, om de controle aan haar doel te doen beantwoorden, daar zij anders slechts half werk verricht. Ook voor eene grondige inspectie van wege de Centrale Bank is het niet aanwezig zijn van stortingsbewijzen eene hinderpaal. Zij kan niet deugdelijk verklaren, wat haar eenvoudig als juist wordt verteld, zonder dat zij de be scheiden ten bewijze daarvan heeft gezien. Dezer dagen kwam de navolgende mededeeling onder onze aandacht „Het is bekend, dat schuldbekentenissen, die het be- „drag van f 300.niet te boven gaan, met een kruisje „geteekend mogen worden, indien de betrokken persoon „onmogelijk schrijven kan. Bij dit kruisje komt dan de „volgende verklaring: „Ondergeteekenden J. Jansen en P. Peters, „beiden wonende te Dommeloord, verklaren, „dat bovenstaand (nevenstaand) kruisje, ge- „plaatst in hunne tegenwoordigheid, het hand- „merk is van B. Bartels te Dommeloord, die „verklaard heeft, niet te kunnen schrijven". „Dommeloord, 1 Juni 1914. „J. JANSEN. „P. PETERS.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1915 | | pagina 1