Mededeelingen der
Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht
Formulier
te gebruiken bij effecten onderpand.
De Boerenleenbank Spaar* en Voor=
schotbank.
De Vereeniging,
lid der boerenleenbank.
No. 4
Verschijnt op ongeregelde tijden
Nov. 1913
Wij vestigen de aandacht onzer banken op het door
ons opgestelde en bij de Firma Smeets te Weert uitge
geven en verkrijgbaar gestelde formulier, te gebruiken,
ingeval tot zekerheid voor de terugbetaling van ge
leende gelden effecten in onderpand zullen worden ge
geven.
Het heeft onze aandacht getrokken, dat het bedrag
aan spaargelden bij: de boerenleenbanken gedeponeerd,
niet in die mate toeneemt, als wel mocht worden verwacht.
Immers mag gezegd, dat deze banken nu toch wel
eene gevestigde plaats onder de bankinstellingen innemen
en op tal van dorpen zelfs bepaaldelijk ais eene instelling
van beteekenis mogen worden aangemerkt.
Ook is hare soliditeit boven allen twijfel verheven
en geeft zij voorts belangrijk hoogere rente dan b.v.
de Rijkspostspaarbank, die nog steeds de groote massa
der spaargelden tot zich blijft trekken.
De landbouwer is wel in de allereerste plaats geroe
pen, de boerenleenbank ook door zijhe spaargelden te
steunen, daar die gelden toch in het landbouwbedrijf
worden aangewend.
De boerenleenbank en dit mag wel eens worden
gezegd heeft groote behoefte aan spaargeld, omdat zij
daardoor aan haar doel kan beantwoorden.
Zij' moet bovenal spaarbank, en daarna in de tweede
plaats, voorschotbank zij'n. Ieder lid der bank moest
in eigen kring daarvoor propaganda maken. Dit geschiedt
ongetwijfeld veel en veel te weinig.
De boerenleenbank moet meerdere spaargelden tot zich
trekken, wil zij ten slotte zich alzijdig als werkelijke
spaar- en voorschotbank ontplooien.
(Vervolg.)
In het vorig nummer werd de behandeling van dit
onderwerp voortgezet en o. a. aangegeven, hoe de on-
derteekening moet luiden van schuldbekentenissen fakten
van crediet-verstrekking in loopeinde rekening), ingeval
eene vereeniging gelden bij de boerenleenbankopneemt.
Wij merkten daarbij op, dat ieder der onderteekenaars
eigenhandig boven zijne handteekening moet stellen de
woorden„Goed voorgulden met rente
en kosten", terwijl het bedrag in letters (niet in cijfers)
moet worden ingevuld.
Voorts stelden wij!, dat, ingeval de geldleening door
borgtocht wordt verzekerd, ook de borgen, ieder voor
zich, dien regel boven hunne handteekening moeten
stellen.
Het kan voorkomen, dat één en dezelfde persoon
tweemaal de akte van schuldbekentenis of van .crediet-
verstrekking in loopende rekening moet teekenen.
Gesteld immers, dat eene vereeniging, in welker be
stuur een persoon, genaamd A., zitting heeft, gelden
van de bank ter leen ontvangt, terwijl die A. tevens
als borg zal optreden, dan zal genoemde A. tweemaal
moeten teekenen.
In de eerste plaats zal dan zijne handteekening oor-
komen onder het hoofd: „Het Bestuur" (zie het voor
beeld, in no. 3 der Raiffeisen-Bode gegeven), welk be
stuur teekent als vertegenwoordigend de schuldenares
(in dit geval de crediettrekkende vereeniging) en in
de tweede plaats komt dan zijne handteekening voor
onder de rubriek: „de Borgen."
In het eerste geval teekent hij „als bestuurslid", door
welke handteekening mede de vereeniging wordt ver
bonden; in het tweede geval teekent hij niet in de kwa
liteit van bestuurslid, doch als particulier persoon en
daardoor verbindt hij zichzelven en zijn persoonlijk ver
mogen (als borg voor de schuld der vereeniging
Het tweemaal stellen der handteekening is dus in der
gelijke gevallen niet overbodig, doch inderdaad nood
zakelijk.
Aan het slot van het vervolgartikel over „de Vereeni-