De onstuitbare opkomst van het directiemodel B B 16e jaargang 2007 01 Fotografie Evelyne Jacq V Rabobank geen aandeelhouders heeft maar leden. Dat werkte uitstekend in een lokale economie, waar elk dorp z'n eigen Rabobank had en de plaatselijke kantoor houder al z'n klanten persoonlijk kende. Maar hoe houd je die sterke eigenschap pen overeind in een snel groeiende orga nisatie, die over een breed front moet concurreren met andere commerciële ban ken? Hoe benut je in een sterk veranderde economische en maatschappelijke context als aangesloten bank de kracht van je leden? Daarover wisselden directievoor zitters en voorzitters van raden van com missarissen van banken met een leden raad op 26 maart in het Auditorium van het hoofdkantoor in Utrecht gedachten, ervaringen en kennis uit. Daarbij werd gebruik gemaakt van aan elkaar gekop pelde computers (groupsystems) en de eerder genoemde enquête onder leden raadleden. Het was de derde keer in korte tijd dat het Directoraat Coöperatie en Bestuur AB zo'n sessie organiseerde. In november ging het over het directiemodel in het algemeen, in januari specifiek over het directieteam en in maart dus over de invloed van de leden via de ledenraad. In statuten en reglementen staat keurig opgesomd wat van de ledenraad verwacht wordt, maar daar gaat het volgens Kor- pershoek en projectmanager Frans Kloos terman niet zozeer om. Het gaat om de persoonlijke invulling. 'Reglementen en statuten zijn de vangrails van onze bestu ring,' zegt Korpershoek. 'Daarbinnen is veel mogelijk. Maar dan moet er wél gebruik gemaakt worden van de geboden vrijheid.' Kloosterman: 'Niks is zo funest als een ledenraad die louter fungeert als orgaan voor de statutaire zaken. De ledenraad kan veel meer zijn. Er is ruimte voor eigen invulling van de functie. Maar hoe ze dat doen, dat moeten de ledenra den - samen met de directies - elk voor zich uitmaken.' Uit de recente enquête onder ledenraads leden blijkt dat 59% nog zoekt naar zijn functie. Laat die leden zich in hun kracht ontwikkelen,' raadt Ronald Korpershoek bestuurders bij de aangesloten banken aan. 'Maar zorg er wel voor dat ledenra den niet opschuiven richting raad van Van de 188 lokale banken hebben er Inmiddels 85 een ledenraad. Daarvan hebben er 70 het directie model en 15 het partnershipmodel. Bij het directie model bestaat het bestuur uit louter professionals, die door een raad van commissarissen worden benoemd. Bij het partnershipmodel wordt het bestuur door de leden gekozen en bestaat hoofd zakelijk uit mensen die elders een beroep uitoefe nen. Ze komen eenmaal per maand bij elkaar om te vergaderen. De ontwikkeling in de richting van een professionele aansturing is onmiskenbaar, maar dat roept meteen de vraag op: hoe houd je de lokale samenleving betrokken bij de bank en omgekeerd. 'De vraag is of grotere, aangesloten banken nog wel volgens het partnershipmodel bestuurd kunnen worden/zegt Ronald Korpers hoek. Met zevenmijlslaarzen lopen hij en Frans Kloosterman door de geschiedenis.'In de jaren 60/ aldus Ronald Korpershoek, 'had je een kantoorhou der die 's ochtends de bank opende en 's avonds weer sloot. Die kreeg personeel, werd directeur met een managementteam. Menig bestuur neigde naar toezicht houden op de directie, waardoor de raad van toezicht z'n functie uitgehold zag. Eind jaren negentig werd besloten om de directeur op te nemen in het bestuur: het partnershipmodel. Het bestuur werd daardoor sterker en de raad van toezicht schoof meer in z'n functie terug. Kloosterman:'Intussen speelde er nog een hele andere discussie, namelijk over schaalvergroting. Visie 2005+ ging over de vraag: Wat is de optimale grootte van een aangesloten bank? Antwoord: zo klein als mogelijk, zo groot als noodzakelijk om klanten zo goed mogelijk van dienst te zijn en tegelijkertijd te voldoen aan de wetgeving met betrekking tot risico en de eisen die worden gesteld aan compliance. Er kwamen normen als richtlijn voor een bank met de comfortabele maat. Met vertegenwoordigers van banken en kringen is de kaart van Nederland vastgesteld waarbij er uit eindelijk plaats was voor 150 Rabobanken. Neder land werd opgedeeld in logische werkgebieden. Het aantal banken liep terug van 350 naar 188 nu. Eind dit jaar verwachten we op 158 te zitten. Het zijn uiteindelijk de leden die in hun algemene ver gadering of ledenraad met een fusiebesluit deze lijn onderschrijven.' commissarissen of bestuur. De ledenraad heeft namelijk een eigen functie.' Om met grote groepen mensen besluiten te nemen is delegatie van beslissingsbe voegdheden nodig. Een groep leden (in dit geval de algemene ledenvergadering van een aangesloten bank) kiest daarbij verte genwoordigers en geeft deze de bevoegd heid om namens hen op een hoger niveau besluiten te nemen. Op dat hogere niveau krijgen de vertegenwoordigers van de leden in de ledenraad in toenemende mate te maken met professionele bestuurders: een directie en een raad van commissaris sen. Dat is namelijk het onmiskenbare gevolg van de invoering op steeds grotere schaal van het directiemodel (zie kader). Ronald Korpershoek formuleert drie uit gangspunten voor de best denkbare

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2007 | | pagina 7