B B 15e jaargang 2006 06 Fotografie Esther Pennarts 5 voorzitter raad van com missarissen Rabobank Vallei en Rijn (part nershipmodel). Directeur-eigenaar van '4Results', een bureau gespecialiseerd in de coaching van bedrijven bij de imple mentatie van plannen. voorzitter raad van commissarissen Rabobank Helden-Kessel- Maasbree (directiemodel). Planologe en zelfstandig adviseur in de ruimtelijke ordening. Was tien jaar lid van de Tweede Kamer. sinds 1 december 2006 in functie als voorzitter raad van commis sarissen Rabobank Utrecht en Omgeving (directiemodel). Was tot zijn pensionering drie jaar geleden algemeen directeur van het Utrechts Nieuwsblad/Wegener. De kop kosten 'Het levert in ieder geval een enorm span ningsveld op', vindt Paul Schmidt. Hij spreekt z'n zorg uit. 'Er is echt sprake van scheefgroei. Als je ziet hoe tussenpersonen - die met dezelfde regelgeving van doen hebben - erin staan. Die zoeken veel meer de grenzen op en scoren beter in de markt.' Hij durft de stelling aan dat direc tieteams bij aangesloten banken veel meer wakker liggen van een onvoldoende voor compliance, dan van een onvoldoende voor commerciële prestaties. 'Er vloeit geen bloed uit als de targets in de markt wat achterblijven, maar zondigen tegen de regels kan je als directeur zomaar de kop kosten.' Nellie Verbugt wijst op de rol die de de raad van commissarissen hier moet spelen. 'We zijn daar zelf bij. We moeten erop toezien dat de directie in de toe nemende complexiteit en opschaling een gezonde balans nastreeft.' Zonder compliance geen bank Schmidt denkt wel dat compliance een doel op zich is. 'Zonder compliance, geen bank. Het moet dus onderdeel zijn van het resultaatgericht sturen.' Verbugt ziet compliance meer als een essentiële voor waarde. 'Je kunt niet zonder, maar ons doel is het leveren van klantwaarde. De strategie staat altijd voorop.' Engelaar onderstreept dat compliance het doel van de onderneming wel kan versterken. 'Het gaat vaak hand in hand. Als je aan de zorgplicht voldoet, lever je ook klant waarde van een hoger niveau.' Niettemin vindt Schmidt het een duidelijke omissie dat compliance niet expliciet is opgeno men in het performance management. 'Je moet medewerkers erop afrekenen, net als op hun commerciële inspanningen.' Van der Struis is dat wel met hem eens. 'Dat zou inderdaad een enorme vooruit gang betekenen.' Eillebrecht oppert het idee om nieuwe medewerkers eerst te trainen en zo gevoel voor compliance in de Rabobanksituatie bij te brengen. 'Medewerkers moeten de noodzaak ervan doorgronden. Pas dan zien ze het als van zelfsprekend onderdeel van hun werk.' Zelf het wiel uitvinden In tegenstelling tot alle aandacht en voor zichtigheid, toont de Wid volgens Van der Struis aan dat de voordeur bij de aan gesloten banken toch moeilijk dicht te krijgen is. 'Opmerkelijk, want de Wid loopt al vanaf 2001. Eigenlijk wel begrij pelijk dat DNB nu op z'n strepen staat.' Engelaar stelt dat een en ander aantoont dat de Rabobank dit soort onontkoom bare wet-en regelgeving veel efficiënter en effectiever zou moeten implementeren. 'Collegabanken zijn er veel directer in. Veel Rabobanken gaan toch zelf het wiel uitvinden.' Ze geeft het voorbeeld van een door het directoraat Toezicht aangeleverde standaard klantbrief inzake de Wid. 'Die is dus honderd keer herschreven. We zou den eens moeten nagaan wat dit soort exercities ons op organisatieniveau kost.' Hoewel dit raakt aan de autonomie van de aangesloten banken is het gezelschap het erover eens dat compliance toch vooral een kwestie is van het adequaat 'uitrollen' van wet- en regelgeving. Het zou voor de hand liggen om met een eenduidige centrale regie en tools een effectievere en efficiëntere hantering van opgelegde regelgeving bij aangesloten banken te realiseren. Praktische hanteerbaarheid 'Telkens zelf het wiel willen uitvinden op het gebied van compliance, getuigt natuurlijk niet van echt ondernemer schap', stelt Van der Struis. Eillebrecht meent dat benchmarking hierbij nuttige diensten kan bewijzen. 'Best practices hebben overtuigingskracht. Men ziet dan dat er verkeerde energie op zit.' Van der Struis geeft aan dat het directoraat Toezicht wil gaan werken met heldere uitgangspunten. 'Belangrijk is dat we de wet naleven, maar ook niet meer dan dat. En als we de wet naleven, moet dat zo praktisch mogelijk gebeuren. Daarbij moet het directoraat Toezicht aangesloten banken zo optimaal mogelijk ondersteu nen met handige tools.' Dat is Schmidt uit het hart gegrepen. Hij acht praktische

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2006 | | pagina 5