Effect margeverkrapping op resultaat tijdelijk 5 B&B 15e jaargang 2006 05 Fotografie Vincent Boon 0 'We zijn inderdaad wat naïef geweest.' Dat zegt Bruggink als het gaat over de margeverkrap ping op de hypothekenmarkt. 'In feite gaat het hier ook om een voorspelbaar uitvloeisel van Basel II. Partijen preluderen op de geringere sol- vabiliteitseis.'Ondanks het verval in de marges, ziet Bruggink de noodzaak om hoge marktaan delen te blijven bevechten.'Ook al moeten we rekening houden met een verdere afvlakking van het winstniveau, de hypotheek is en blijft een coöperatief ankerpunt waarvan de cross- sell sterk afhankelijk is.' Hij is in het geheel niet pessimistisch voor de wat langere termijn. 'Als het Basel ll-effect in 2008 wegebt, zullen we de opgaande lijn weer te pakken krijgen.'Wel waar schuwt hij dat de kosten in de hand moeten worden gehouden. Maar hij ziet geen reden voor draconische maatregelen.'De aangesloten banken gaan de komende periode, mede als gevolg van de fusies, ook zelf uit van een kos tenreductie van 10 tot 15%.' Het coöperatieve beginsel van een sobere bedrijfsvoering is vol gens hem van alle tijden, zowel organisatorisch als in persoonlijke zin.'De coöperatieve Rabo- bankorganisatie heeft zich door soberheid en efficiency altijd in positieve zin onderscheiden van winstgedreven banken. Als rentmeesters zijn we aan voorgaande generaties en onze leden verplicht onszelf in de hand te houden!' Al sinds 2002 stond een studie naar de onderlinge financiële verhoudingen bin nen de Rabobankorganisatie op de 'to-do- list' van de centrale kringvergadering. Iets wat Bruggink ook zelf entameerde. 'Er is het afgelopen decennium natuurlijk veel veranderd wat inwerkt op die verhoudin gen. Maar blijkbaar kon het nog wach ten.' We moeten er volgens hem ook niet te krampachtig over doen. 'De invulling van de interne financiële verhoudingen is niet iets om continu op het nachtkastje te hebben liggen. Eens in de zoveel tijd moet je er weer eens goed naar kijken.' Dat de verhoudingen inmiddels zo pregnant op de agenda staan, houdt in zijn ogen voor al verband met de totstandkoming van het Strategisch Kader 2006-2010. 'De daarin verwoorde groeiambities getuigen sterk van groepsdenken. Nationaal en internationaal. We moeten zien dat dit toegenomen groepsdenken ook z'n weer slag krijgt in onze financiële verhoudin gen. We moeten ze weer toekomstvast maken.' Bruggink beaamt dat hij in eerste instan tie wel wat hard van stapel liep. In de kringen van mei bleek bij nogal wat betrokkenen binnen de organisatie - de raad van bestuur niet uitgezonderd - onvoldoende kennis van de materie aan wezig. 'Begrijpelijk. Het is complex en er stromen regelmatig nieuwe mensen in bij de aangesloten banken en Rabobank Nederland. Er leefden in de kringen veel vragen. Ook kritische over de rol van Rabobank Nederland.' Hier en daar beluisterde hij ook 'hullie-zullie-denken' waarvoor volgens hem absoluut geen aan leiding is. Al met al was er reden om eerst een extra informatieronde in te gelasten. Met behulp van een aantal directeuren van aangesloten banken werd in de zomer maanden de nota 'Interne financiële ver houdingen' geschreven. Het heeft iets van een coöperatief standaardwerk gekregen. Bruggink is blij met de helpende hand die de directeuren spontaan aanboden. 'Mede daardoor konden we beter om onze oog kleppen heen kijken.' De commissie die zal worden ingesteld om concrete voorstellen voor te bereiden, telt vanzelfsprekend ook de nodige bestuur ders en commissarissen. 'Een voorzitter uit de rangen van de gekozenen ligt - net als bij de Commissie Van Maldegem in 1978 - voor de hand', aldus Bruggink. Hij denkt dat de materie in de CKV's van 2007 het best in hapklare brokken aan de orde kan komen. 'Eerst de technische thema's als liquiditeit, solvabiliteit en renterisico, dan de politiek meer gevoelige thema's van vermogen, dividend en zeggenschap.' De 'doos van Pandora' gaat wat hem betreft helemaal open. 'Het zou totaal ongepast zijn dat niet te doen.' Eigenlijk gaat de vergelijking met de beruchte doos naar zijn idee behoorlijk mank. 'Er is helemaal niks mis met onze verhoudingen. Wel moeten we ze naar de toekomst toe eens opnieuw doorgronden.' En dan heel stel lig: 'Alle verantwoordelijken moeten daar toe in staat worden gesteld.' Hij laat er geen spoor van twijfel over bestaan dat die transparantie voor hem een absolute voorwaarde is. 'Daar moeten we voor zor gen. Er moet goede en volledige informa tie naar de kringen. Het kan me niet transparant genoeg.' Bruggink stelt dat de liquiditeitsregeling in feite achterhaald is. 'Die stamt uit een tijd dat de aangesloten banken overliqui- de waren. Daar is grosso modo geen spra ke meer van. Ze hebben zich ontwikkeld van 'brengers' naar 'halers' van liquiditeit. De middelen die ze in L-depot moeten geven - momenteel zo'n 17 miljard - worden per kerende post weer terugge sluisd. Rabobank Nederland heeft per saldo inmiddels al ruim 47 miljard (ultimo 2005 nog 41,4 miljard) uitstaan bij de aangesloten banken, binnengehaald via internationale geld- en kapitaalmark ten. Dit is geld rondpompen zonder func tie.' De solvabiliteitsregeling is in zijn visie vooral de expressie van de oorspron kelijk prudente coöperatieve opstelling, met oog op de geconsolideerde toetsing. Door de manier waarop we er mee omgaan, ziet hij er in onze tijd een sterk remmende werking vanuit gaan op de potentiëje groei, zoals bijvoorbeeld nage streefd met het Strategisch Kader en het grote stedenbeleid. 'We kunnen de blok kerende werking van de solvabiliteitsrege ling beter opheffen, onder de uitdrukkelij ke voorwaarde dat die groei inderdaad rendabel wordt gerealiseerd.' Vervolgens constateert de CFO dat rente risico en rentabiliteit in de financiële ver houdingen geen stuurgrootheden van be-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2006 | | pagina 5