Interview
Als student rolde hij destijds toevallig de
Rabobankorganisatie binnen. Nu kan prof.
dr.ir. Bert Bruggink (42) zich niet voorstellen
ooit nog bij een andere bank te kunnen aar
den. De zelfstandige positionering van de
aangesloten banken is voor hem een groot
goed.'Ons coöperatief model is bijna opti
maal. Zowel in termen van commerciële
slagkracht als van bedrijfsvoering.' Het is die
gedachte die hem drijft als hij praat over het
bij de tijd brengen van de financiële ver
houdingen binnen de Groep.
Besturen/managen
B&B 15ejaargang 2006 05
'Het kan me
niet transparant
genoeg'
De bewering dat een chief financial
officer hard en kil moet zijn,
wordt onmiddellijk gelogenstraft
door de persoon Bert Bruggink. 'Een beet
je zakelijkheid kan natuurlijk geen
kwaad', lacht hij, 'maar dat Angelsaksi
sche stereotype past ook niet zo goed in
onze cultuur.' In zijn zeer voorspoedige
carrière kreeg deze - alom geprezen -
financiële allesweter grote waardering
voor de eigenschappen van de Rabobank.
Temeer omdat hij weet hoe het er bij col-
legabanken aan toe gaat, ook in z'n eigen
vakgebied. 'De Rabobank is relatief plat
en kent een flinke dosis handelingsvrij
heid, er is ruimte om te pionieren.' Dat
Bruggink wordt gezien als 'geestelijk
vader' van de ledencertificaten, onder
streept zijn grote betrokkenheid bij de
coöperatieve basis. Ronduit opgetogen is
hij over de interne financiële verhoudin
gen waarop de Rabobank is gegrondvest.
'Het is uniek dat wij de coöperatie invul
len zoals we die invullen. Zusterbanken
over de hele wereld zijn uitermate jaloers
op ons 'geheim'.' Kern daarvan is het
principe van 'allen voor één en één voor
allen' met als exponenten de kruislingse
garantie- en vereveningsregelingen. 'Dat
levert ons een AAA op van twee grote
rating-agencies. Echt heel bijzonder in de
financiële wereld.'