'H 20 Dubbelinterview Service Centrum Financieren in opmars Door de verkoop van woningfinancieringen aan de achterkant goed te organiseren, kan de voorkant meer aandacht krijgen. Meer gele genheid om klantwaarde te leveren dus. Wat kan en moet er gebeu ren om het zover te krijgen? Hans Bartels en Jan Molenaar over de samenwerking tussen de aangesloten bank en het Service Centrum Financieren (SCF). Klantwaarde/markt B&B 15ejaargang 2006 05 Hans Bartels Functie Directeurbestuurder Rabobank Emmen e mail j.h.a.bartels@emmen.rabobank.nl Jan Molenaar Functie Hoofd Financieren Rabobank Nederland e mail j.molenaarOI @rn.rabobank.nl et Service Centrum Financieren (SCF) startte in 1997 relatief laat en langzaam', steekt Molenaar van wal. 'Zeker vergeleken met de uitbundige cen tralisering van dergelijk backofficewerk door andere banken. Maar toen ging het ineens snel. Door de grootschalige aanpak kon de kostprijs voor de afhandeling spectaculair dalen van 433 gulden naar 52 euro.' Een aantal jaren later kon het SCF ook het dagelijks beheer gaan ver zorgen voor de helft van de kostprijs. Ver groting van de volumes en verdere auto matisering helpen de prijs nog verder te drukken. Flans Bartels heeft daar wel een kanttekening bij.'Een praktisch voordeel is niet altijd een financieel voordeel, al helpt het wel dat we de directe en indirec te kosten meer helder krijgen.' Zijn bank schakelt het SCF in om flexibel te zijn en capaciteitsproblemen op te lossen. De volumes van Emmen verdubbelden in een jaar van 35 miljoen naar 70 miljoen netto. 'Dat kun je nooit zelf opvangen. Voor ons is het continuïteits- en kwali teitsvraagstuk opgelost en dat is de groot se winst. Je kunt niet alles managen.' Met de afgelopen stevige reorganisatie nam Emmen 'dit soort centralisatie' al mee, aldus Bartels. Zijn bank kent de laagste kosten per klant, maar moet daar ook de laagste opbrengsten per klant tegenover dulden. De keuze voor het SCE werd vooral ingegeven door praktische overwegingen: 'We willen ons niet bezig houden met de sores van de achterkant als anderen dat beter kunnen. Niet in piektijden, niet in ziektijden. We hebben nu mean en lean producten, onze advi seurs hebben geen ruimte om te differenti ëren, maar zitten wel met een zeer scherp tarief actief in de markt.' Hij benadrukt het belang van continuïteit in de relaties met klanten. 'Het is de uitdaging ze te laten ervaren wat een goed contact is. Mensen verhuizen niet meer eens in de dertig jaar maar eens in de zeven jaar. Daarom doen we veel meer acties en zoe ken we meer contact met klanten. En investeren we meer in nazorg. Dat gaat dus om verhoging van je klantwaarde.' Molenaar wijst op een aantal belangrijke trends. 'De rest van de wereld is veel ver der in 'processing en funding' dan de Rabobank. Daarbij verliest de bancaire keten in hoog tempo aan consistentie. Tussenpersonen eisen hun plek op. Ook ontstaan er meer en meer gespecialiseerde bedrijven, met andere businessmodellen. Die behalen met weinig personeel belang rijke marktaandelen. Iedereen die een Pietje Pukhypotheek wil gaan verkopen, kan vanmiddag beginnen. Sommige con currenten richten zich volledig op de ver koop en zetten hun Nederlandse hypothe ken niet eens meer op de balans.' Bartels beaamt dat de ontwikkelingen ongekend zijn. 'Als Rabobank zijn we te lang tradi tioneel blijven denken. We wilden vooral alles zelf blijven doen, dicht bij de klant. Jan Molenaar

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2006 | | pagina 20