'Zichtbaar, herkenbaar en dienstbaar blijven in de lokale gemeenschap' B B 15e jaargang 2006 04 Fotografie Vincent Boon De Beeldredaktie via internet zullen worden verkocht. 'En we gaan nog verder. We zullen ook via de tv onze diensten gaan aanbieden. Klanten kunnen dan een tv-afspraak maken met hun adviseur, vanuit de luie stoel.' De grote vraag is of deze nieuwe distributie methoden de aangesloten banken lokaal overbodig zullen maken. 'De meer com plexe producten zullen altijd wel recht streeks contact eisen', gaf Heemskerk zelf het antwoord. Te denken valt aan com plexe pensioen- en beleggingsproducten, maar ook aan diensten van het MKB en het grootbedrijf. 'Als we erin slagen inter net- en tv-bankieren goed te koppelen aan de lokale bank, blijven we de bank die zijn cliënten het beste kent.' Hij tekende wel aan dat de cross-sell fors omhoog moet om zo'n intensief distributieconcept te financieren. In verband daarmee liet Heemskerk, die 2005 een prachtig jaar noemde, een krachtige waarschuwing horen. 'De aangesloten banken ondervinden een geweldige druk op de rentemarge, met name vanwege de moordende concurrentie op de hypotheekmarkt. In koud één jaar is de marge gehalveerd van zo'n 90 naar 45 bp. Anderzijds stijgen ook de lasten. Daardoor dreigen we in een negatieve spiraal terecht te komen.' Als belangrijke oorzaak voor de lastendruk noemde Heemskerk de sterke stijging van de hulp- en vervan- gingskosten als gevolg van fusies, hogere inzet van medewerkers voor hypotheek distributie en het 'in control' maken van de organisatie. Hij wees op de inhaal slagen met betrekking tot de externe regelgeving en kwam met het voorbeeld dat alleen al bij Rabobank Amsterdam gedurende 4 maanden 40 extra mede werkers zijn ingezet vanwege de WID en de MOT. Lean and mean 'De lagere rentemarge blijft', stelde Heemskerk. 'Ook dat zullen we moeten opvangen door meer te crossen. Met verzekeringsproducten bijvoorbeeld.' Hij refereerde aan de situatie bij KBC in België. 'Daar is de rentemarge op hypo theken ingezakt tot ca. 30bp. Maar de cross-sell met verzekeren is daar 60%, bij ons 25%.' Voor de korte termijn gaf de voorman aan weinig verlichting te zien. 'We willen marktleider blijven op gebied van hypotheken. We moeten 'in control' blijven ook al kost ons dat nu meer. We moeten er evenwel voor zorgen dat wanneer het fusieproces ergens in de loop van volgend jaar is voltooid en de inhaalslagen op gebied van complian- ce zijn verricht, we dan lean en mean genoeg zijn om toch met minder mensen samen meer te presteren. Op termijn zul len we ook onze distributie en processing nog efficiënter moeten maken.' De ultie me uitdaging voor 2006 blijft volgens de bestuursvoorzitter uiteraard om het - ondanks tegenwind - toch beter te doen dan vorig jaar. 'Maar Nederlanders houden van tegenwind.' 'What would Jesus do?' Met die prikkelende vraag confronteerde Adrianus kardinaal Simonis, aarts bisschop van Utrecht, de algemene vergadering. 'Wat zou Jezus anno 2006 zeggen tegen een gezelschap bankiers?', stelde hij meer specifiek. 'Als we het antwoord in het evangelie zoeken, ziet het er op het eerste gezicht weinig rooskleurig voor u uit', klonk het dreigend, maar hij stelde z'n gehoor gerust:'U hoeft niet te vrezen voor een donderpreek.' Dat nam niet weg dat hij de 'What would Jesus do-methode'van harte wilde aanbe velen. 'Voor uw persoonlijke leven, maar ook voor uw werkzaamheden in Rabobankverband. Ik hoop en vertrouw dat u zich bij de vraagstukken waar voor u komt te staan, niet alleen laat leiden door commerciële en zakelijke afwegingen, maar ook ruimte maakt voor uw geweten.' Simonis durfde - 'met alle respect'- te betwijfelen of Jezus zelf een goede bankier zou zijn. 'Het is veelzeggend dat Judas onder de apostelen was aangesteld als penningmeester. Dan heb je als bankier toch niet echt een aansprekend evange lisch rolmodel...', grapte hij. Hij prees de Rabo bank omdat ze altijd méér heeft willen zijn dan een bank. 'Maar om dat nou te doen in een tele visiecommercial gaat mij wat te ver', merkte hij gevat op. Hij wees op de historische dwarsver banden tussen Rabobank en katholieke kerk, met de oprichting van de boerenleenbank door pater Van den Elzen als meest markante feit.'Wij zijn geen vreemden voor elkaar. Wij hebben vanuit het verleden een gedeelde verantwoordelijkheid. De lokale vestiging van de Rabobank en de plaat selijke parochiekerk vormen vanouds belang rijke pleisterplaatsen voor het gemeenschapsle ven.'Omdat zichtbare aanwezigheid in de lokale gemeenschap door een bankkantoor of kerk niet altijd meer mogelijk is, sprak hij de hoop uit dat bank en kerk elkaar als bondgenoten blijven vin den om op creatieve wijze te zoeken naar wegen om toch zichtbaar, herkenbaar en dienstbaar te blijven in de lokale gemeenschap. 'Hoewel de noodzakelijke hergroepering van parochies en het heroverwegen van kerkgebou wen soms pijn doet, kan het tevens ruimte bie den aan nieuwe impulsen en nieuwe prioriteiten', schetste de kardinaal een ook voor de Rabobank herkenbaar dilemma. 'We staan nu voor de keuze. Met alle macht proberen de oude kerkelijke infra structuur en voorzieningen zoveel mogelijk in stand te houden, op een manier die de kwaliteit niet altijd ten goede komt, of werken aan een nieuwe infrastructuur die op de toekomst bere kend is.' Hij wees erop dat de Rabobank steeds heeft laten zien dat haar bijzondere achtergrond en ruimte voor de menselijke maat geen blokkade vormen voor een gezonde bedrijfsvoering. 'Inte gendeel. Om maar eens een bijbelse beeldspraak te gebruiken: een gewetensvol bankier is als de Goede Herder die niet alleen op de grote kudde let, maar ook oog houdt voor het ene schaap dat in moeilijkheden verkeert.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2006 | | pagina 9