6 are Cootjans (35), commercieel directeur Particulieren Rabobank Nederland, komt privé ongeveer eenmaal per jaar bij zijn bank. Rindert Dankert (63 bestuursvoorzitter Rabobank Noordoost Friesland, fietst privé een keer per maand naar de bank. Rondetafelgesprek B&B 15e jaargang 2006 04 de aandacht moet brengen. 'Mensen vinden het vaak te vanzelfsprekend. Pas sloot er een bijkantoor in een dorpje. De mensen zeiden: wij gaan naar ABN Amro of ING. Terwijl die daar nooit hebben gezeten...' Multimediaonderneming Dankert signaleert een historisch verschil in klantbenadering tussen dichtbij op het plat teland en in de stad. 'Je ziet dat vooral bij mensen boven de vijftig. Op het platteland zijn die nog coöperatief opgegroeid. Ze zijn gewend dat wij dichtbij heel letterlijk invul len. Voor jongeren in het algemeen en oude ren in de stad geldt dat al niet meer. In de toekomst zal het verschil in benadering daarom wel wegvallen.' Dirken: 'Zeker de jonge generatie zegt: maak maar waar wat je belooft. Maar in de basis zie ik geen verschil in dienstverlening tussen platteland en stad.' Dankert denkt dat jongeren service en advi sering veel belangrijker vinden dan een bankkantoor en de coöperatieve gedachte: 'Aan dat laatste moeten we extra aandacht te geven.' Voor Veurink is het duidelijk dat er via internet nog veel winst te halen is. 'Via rabobank.nl je verbouwing regelen is toch prima?' Cootjans: 'Virtueel of fysiek, dichtbij is toch vooral een goed gevoel. Omdat de individuele voorkeuren van de mensen sterk verschillen kun je niet meer volstaan met één verschijningsvorm. Je moet op verschillende manieren dichtbij zijn. De Rabobank is een multimediaonderneming geworden: telefoon, chatten, internet, televisie.' Volgens hem ligt daar een op dracht: jonge generaties blijven aanspre ken. 'Zowel ondernemers als particulie ren. Dat zou een gevitaliseerd kenmerk van de bank moeten worden. Alleen maar dichtbij in de zin van fysieke vestigings- punten is, hoe cruciaal ook, onvoldoen de.' Dichter naar de echte klantbehoefte Dirken verwacht dat de Rabobank ook over tien jaar nog dichterbij de klanten zal zijn dan de concurrentie. 'In het dichtbij blijven ligt de sleutel, hoe snel de globalisering ook gaat.' Cootjans stelt dat de bank de komende jaren op de par ticuliere markt ook een stap dichter naar de echte behoeften van klanten toe moet. 'Daar komt het op aan. Klanten willen geen hypotheek, ze willen prettig wonen.' Veurink trekt een parallel met een meu belzaak bij hem in buurt. 'Die gebruikt de slagzin: wij verkopen geen meubelen, wij verkopen sfeer.' Dat is precies wat Cootjans bedoelt. 'Willen we producten verkopen of klantbehoeften invullen? Wij zitten nog teveel in het product. En het is echt anders als je van klant naar product kijkt dan van product naar klant. We kunnen die stap op allerlei onderdelen van onze dienstverlening heel simpel zetten. Wij experimenteren daar al mee. Bijvoorbeeld door op het niveau van wonen te concurreren. Dat wil zeggen: eerst zorgen dat de klant in financiële zin plezierig woont. Vervolgens maken we een uitstapje naar de woning. Dus zorgen we dat de klant in de sfeer van project ontwikkeling, bouw, makelaardij, komt. Datzelfde kun je doen hij eerder stoppen met werken, zorg voor nabestaanden, enzovoorts. Als we op de productbehoefte blijven inzetten, krijgen we steeds meer partijen die net zo goed zijn als wij.' Dankert: 'Wat je schetst is in de beleving van de klant ook een vorm van dichtbij. Naast die multimediale invulling om nieuwe vormen van dichtbij te vinden, is dat zeker een stap die we moeten zetten.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2006 | | pagina 6