Een neus voor participaties
'Jonge honden'
B&B 15ejaargang 2006 03 Fotografie Esther Pennarts
Als het over participaties gaat, komt al snel z'n troetelkind ter sprake: de Indiase YES Bank. Na
lang beraad in de raad van bestuur nam de Rabobank een 20% belang in deze zeer succesvolle
bank, geleid door voormalige directieleden van Rabo India. Anderhalfjaar geleden begonnen zij
van scratch af en nu heeft YES Bank een vergunning om een net van 300 kantoren te exploiteren.
Slechts twee banken hebben die in India de afgelopen 10 jaar gekregen. 'Onlangs ging YES Bank
naar de beurs, de waarde is al tien keer over de kop gegaan', glundert Ten Cate. Als commissaris
brengt hij zo'n vier keer per jaar een bezoek aan de bank. 'India is voor mij - nog meer dan China
- het land van de toekomst. Door ons als Rabobank te verbinden aan YES Bank hebben we deze
opkomende bank 'standing' gegeven. Daar kunnen we wederzijds nog veel vruchten van plukken.
Voor overnames is minder geld dan voor
heen beschikbaar. 'Natuurlijk hebben we
ingecalculeerd om wat bij te kopen. We
liggen qua winstontwikkeling wat achter
op schema. Maar langzaam maar zeker
komt er een eind aan de groei met Rabo-
kapitaal. We moeten de eigen broek gaan
ophouden.' Hij zet stevig in op de cross-
sell potentie en samenwerking binnen de
Groep. Randvoorwaarden zijn de integra
tie van systemen en het beschikbaar heb
ben van voldoende managementcapaciteit.
'We moeten mensen jong verantwoorde
lijkheid durven geven. Zij mogen nog eens
een fout maken en kunnen daarvan leren.
Als bazen fouten maken, kost dat veel
meer geld.'
'Master of our own destiny'
Internationaal gaat de Rabobank Groep
dus vol voor de food agri. Ten Cate
zegt volmondig 'ja' op de vraag of hij een
spanningsveld ziet met zijn verantwoorde
lijkheid voor het maatschappelijk onder
nemen van de bank. Hij komt met het
voorbeeld van de kap van regenwouden
in Brazilië voor de grootschalige sojabo
nenteelt. 'De Rabobank is daar een finan
cier van betekenis. Reden voor mij om bij
onze Braziliaanse partners aan te dringen
op het aangaan van de dialoog met de
milieuorganisaties. Wat het zwaarst is,
moet het zwaarst wegen.' Hij beseft dat
de maatschappij meer en meer heldere
standpunten eist van ondernemingen en
zeker ook banken. 'Anders kun je wachten
op vragen die er komen. Dus we moeten
pro-actief zijn, voortdurend afwegingen
maken in de business en daardoor tegelij
kertijd 'master of our own destiny' zien te
blijven. Maar een juiste klantenpolicy ligt
niet zo simpel. Onze commissie Ethiek is
een prima instituut. Een steun in de rug.'
Geen weerstand meer
Op de vraag wat het buitenlandbedrijf nu
eigenlijk betekent voor klanten van aange
sloten banken, zegt Ten Cate: 'Tot op
heden niet zo gek veel. Het is ook niet zo
simpel om onze kwaliteit van de dienst
verlening gestalte te geven in het territori
um van buitenlandse kantoren of doch
ters. Zeker is dat we de Dutch Desks beter
gaan neerzetten. Dat kost geld. Dat moet
er gewoon komen.' Hij benadrukt dat 'het
buitenland' geen weerstand meer oproept
bij de aangesloten banken. 'We kunnen
niet meer zonder, dat geldt voor onze fun-
ding, ons imago, onze AAA-rating. De
Friesland Bank van Europa is voor nie
mand een optie.' Daarbij staat voor hem
een ding als een paal boven water: de aan
gesloten banken moeten veel beter betrok
ken worden bij de ontwikkeling van het
buitenlandbedrijf. 'Zij moeten zich goed
laten informeren en voeling hebben met
wat we in het buitenland doen. Daar zat
in het verleden toch altijd een soort knip.'
Hij voorziet weer stevige debatten. 'Moe
ten we het buitenland louter zien als een
wingewest, en hoe dan, of hebben we daar
ook een missie als coöperatieve bank?
Moeten we merkwaarden als betrokken
en dichtbij internationaal verbreiden? En
wat brengt ons dat dan? Zaken waar de
aangesloten banken bovenop moeten zit
ten.'
De kracht van de coöperatie
De afgelopen jaren heeft Ten Cate de
kracht en de waarde van de coöperatie als
fundament van onze organisatiestructuur
leren kennen. 'De natuurlijke balans tus
sen lokaal en centraal is van onschatbare
waarde. Stevige debatten horen daarbij.
Op die manier komt het beste voor de
beleidsvorming aan de orde.' Hij denkt
wel dat de CKV weg moet blijven van het
operationele. 'De bancaire operatie is een
zaak van de professionals. De CKV
bestaat voor tweederde uit gekozen
bestuurders en toezichthouders en moet
zich dus buigen over de grote beleidslij
nen en de filosofie.' De kringen bezoekt
hij graag. 'Daar voel je echt de kracht van
de coöperatie: de worteling en de betrok
kenheid. Die moeten we koesteren.' Het
lokale ondernemerschap ziet hij nadruk
kelijk als de basis van die worteling. In
zijn huidige rol in het bankiersbedrijf van
Rabobank Nederland voelt hij zich
nadrukkelijk ook ondernemer. 'Maar bij
ondernemer zijn hoort ook dat je soms
erkent dat je in bepaalde dingen minder
goed bent.'
Met elan vertelt Ten Cate over de jaren die hij zelf in het buitenland werkte. 'Dat was nog echt
avonturieren. Lang geleden moest ik voor de AMRO vanuit Dubai in Saoedi Arabië zaken gaan
doen. Ik had geen idee hoe de wereld daar in elkaar zat, dus vroeg ik de taxichauffeur mij te rijden
naar de plek waar hij bankiers steeds naar toe bracht. Zo kwam ik bij Arabische handelshuizen bin
nen, terwijl ik niet wist bij wie ik binnen was.' Vanuit die optiek heeft hij iets met jonge, onderne
mende mensen. Mooi voorbeeld is de expansie van De Lage Landen in Brazilië die met inmiddels
2.500 klanten zeer winstgevend is. 'Jonge honden' hebben daar samen een uitstekend risicomodel
gebouwd. 'Daar plukken ook andere onderdelen van de Groep nu de vruchten van. Een mooi voor
beeld van kruisbestuiving.'