Serieuze gesprekspartner Sönmez en Baksi hebben positieve verwach tingen van hun lidmaatschap. 'Natuurlijk mogen we niet over alles beslissen, dat ver wacht ik ook niet', aldus Sönmez. 'Maar ik reken erop dat we worden betrokken bij zaken die voor ons, als leden-klanten, van belang zijn. Dat we met zijn allen kunnen kij ken wat goed of minder goed gaat en hoe het eventueel beter kan. Ik hoop dat daar onze toegevoegde waarde kan liggen.' Ze ervaart dat het lidmaatschap van de ledenraad ook voor haar persoonlijk voordelen biedt. 'Ik heb er een gigantisch netwerk bij.' Ook Baksi heeft een goed gevoel bij de ledenraad. 'De erva ring tot op heden leert dat de bank ons echt als serieuze gesprekspartners ziet. En dat is, vind ik, erg belangrijk. Als dat niet zo zou zijn, dan had ik gezegd: 'Joh, luister eens, ik heb het hartstikke druk, zoek maar iemand anders.' 'Een belangrijke taak voor de ledenraadsleden is het ambassadeurschap', aldus Colijn. 'In onze visie is een ledenraadslid naar binnentoe een constructief-kritische meedenker en naar buitentoe een ambassadeur van de bank. We willen graag dat onze ledenraad zich bewust is van het bijzondere karakter van onze orga nisatie en dat ook uitdraagt.' 'Ik heb nu mijn voelhoorns uitstaan', reageert Baksi. 'Zodra het woord Rabobank in mijn omgeving wordt genoemd, ben ik alert.' In haar ogen werkt het ambassadeurschap naar twee kan ten. 'Ik zit met mijn onderneming in een allochtone wijk en namens al die mensen kan en wil ik zeker ook iets betekenen. Ik probeer een brug te slaan tussen de bank en de wijk.' Sönmez is het helemaal met haar eens: 'We zijn bruggenbouwers tussen de bank en de diverse gemeenschappen in de stad.' Je bij binnenkomst thuisvoeien Den Haag hoopt zeker van haar ledenraadsle den te leren hoe zij de nieuwe Nederlanders beter kan bereiken. Sönmez en Baksi zijn graag bereid daaraan hun bijdrage te leve ren. 'Stel je open voor de doelgroep.' tipt Baksi. 'Vooral de uitstraling van het bankkan toor is van belang. Bij binnenkomst moetje je thuis voelen. Vriendelijkheid, ook naar de klant toe, is enorm belangrijk in onze cultuur. Nederlanders zijn over het algemeen veel terughoudender. Al kom je elkaar tien keer per dag tegen, dan doen ze vaak nog net of ze je niet kennen!' 'Den Haag doet het goed, het personeel is voldoende kleurrijk', meent Sönmez. 'Maar als nieuwe Nederlander moet je niet blijven steken in de eis dat de bank ieders taal moet spreken. Je moet zelf ook het nut en de noodzaak van het integreren onderkennen.' Op 10 maart vergaderde de BAC Coöperatie, met op de agenda onder meer de nadere invulling van het coöpe ratief dividend en het kader voor het coöperatiebeleid. Het coöperatief dividend krijgt handen en voeten. De grote kracht ligt in het onderscheidend vermogen en de lokale invulling. Door leden bijvoorbeeld een belangrij ke stem te geven in een in te stellen commissie Coöperatief Dividend worden zij nauw bij die lokale vormgeving betrokken. Aansluiting met formule Private Banking is wenselijk, om zo beter de verbinding met de maatschappelijke ambities van onze Private Banking klanten te kunnen maken. Maar ook naar de mogelijk heden binnen de andere formules wordt gekeken. De BAC was het eens met de stelling dat management en medewerkers rondom het coöperatief dividend veel meer in beweging moeten komen. Ook medewerkers zouden zitting moeten hebben in de commissie Coöperatief Dividend. Binnenkort zal op Governet een handleiding hierover worden gepubliceerd. In de vorige vergadering had de BAC verzocht om een aantal elementen van het coöperatiebeleid te integre ren in een kadernotitie 'Coöperatiebeleid'. Over het algemeen was de BAC tevreden met de nu voorliggen de integrale benadering. Wel verdient deze op onderde len nog nadere concretisering. Dat geldt met name voor de plaats van de medewerker in de coöperatie, het wer ven en bij de bank betrekken van jonge leden en de ver binding tussen het coöperatief dividend en maatschap pelijke betrokkenheid. Geschillenregeling Arbeidsverhoudingen Onlangs verscheen de rapportage over het tweede half jaar 2005. Het aantal geschillen stabiliseerde. Er werden 86 nieuwe geschillen behandeld. Ook liepen er nog 36 uit een eerdere periode. Eind 2005 waren nog 39 geschillen in behandeling. Veranderende eisen aan de kwaliteit van medewerkers door onder meer FAST en schaalvergroting en de daardoor soms ontstane boven talligheid blijven de belangrijkste oorzaken van arbeids geschillen. 24% van de zaken betreft de toepassing van de regels boventalligheid uit het Sociaal Statuut en ook 24% van de geschillen gaat over toekomstmogelijkhe den. Andere geschillen gingen onder meer over de wij ziging/invulling wekelijkse arbeidstijd (15%), de wijze beëindiging dienstverband (8%) en functie-inschaling in hogere/lagere schaal (7%). Bij de meeste geschillen leidt advisering tot een oplossing of tenminste tot een verbe tering van de situatie. In 80% van de overige geschillen leidde mediation tot concrete afspraken tussen de betrokken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2006 | | pagina 15