'Dat ze buiten lopen!' Interview B&B 14e jaargang 2005 05 Of we op een keerpunt zijn aangeland? 'Vanaf de grote fusie in 1972 is de opschaling onophoudelijk doorgegaan, maar ik zie nu toch grenzen in zicht komen. Wat dichtbij bankieren betreft, lijkt de rek er straks wel uit.' Ook ziet hij problemen opdoemen wat de besturing betreft. 'Ook intern moeten we de boel op orde houden. Hoe groter de bank, des te meer bestuurbaarheid een issue wordt. Ongewenste bureaucratische effecten kun nen het ondernemerschap en de slagvaar digheid van de aangesloten bank aantas ten.' Indien nodig is samenwerking op onderdelen tussen banken in zijn ogen dan ook te prefereren. Vanuit het land bereiken hem kritische geluiden over de geringe beschikbaarheid van gekwalificeerde kandidaten binnen het SMO-traject. Moerland kan daar zon der reserve begrip voor opbrengen. 'Ik besef al te goed dat er op dit gebied geen overdreven weelde is.' Wel tekent hij aan dat het ondanks alles nog vrijwel altijd is gelukt om goed in de vacatures te voor zien. 'Bovendien investeren we flink om de mobiliteit en de talentontwikkeling binnen de Rabobank Groep te verhogen. Er draaien inmiddels twee klassen met in totaal vijftig jongere 'high potentials'. Dit talent moet zich binnen een paar jaar kwalificeren voor allerlei directiefuncties. Op termijn brengen we dus de nodige verlichting aan.' Punt van zorg is ook dat het SMO-traject wordt ervaren als langdurig en bureau cratisch. 'Er is sprake van veel papieren rompslomp', weet Moerland. 'We zijn er hard mee bezig, maar daar is zeker nog een weg te gaan.' Voorwaarde is wel dat de vereiste zorgvuldigheid onder alle omstandigheden gegarandeerd blijft. Gezien de realiteit dat zittende algemeen directeuren zich niet altijd kwalificeren voor dezelfde functie bij een fusiebank, speelt vermeend verlies aan status volgens hem nog een te belangrijke rol. 'Men denkt toch snel in termen van demotie, terwijl een andere functie in een directie team van een grotere bank zeer wel een promotie kan inhouden, overigens ook in materiële zin.' Met genoegen constateert hij overigens dat een groeiend aantal directeuren zich meldt voor een positie in het uitdijende buitenlandse kantorennet. Tegenwicht bieden Namens de Rabobank is Moerland de komende twee jaar voorzitter van de Nederlandse Vereniging van banken (NVB). Hij heeft twee belangrijke speer punten. Allereerst het verlieslatende beta lingsverkeer. 'Politiek, consumentenorga nisaties en grootwinkelbedrijf hebben kri tiek, maar uit een McKinsey-rapport blijkt dat Nederland 'by far' het beste en goedkoopste betalingsverkeer ter wereld heeft.' Daarom moet verdergaande tarife ring naar zijn mening bespreekbaar zijn. 'We moeten efficiënte vormen als pin en chip stimuleren en de inefficiënte chartale transacties ontmoedigen.' Wat hem ook hoog zit, is de almaar aanzwellende wet en regelgeving. 'Die groeit ons boven het hoofd. Daar moet de NVB tegenwicht tegen bieden. De kosten in termen van arbeidskracht en systemen rijzen de pan uit. De proportionaliteit raakt zoek! Hij slaakt een hartekreet. 'We worden gemakshalve allemaal over één kam geschoren. Natuurlijk moeten zaken als identificatie uiterst serieus worden geno men, gezien de terreur en dergelijke. En inderdaad, er zijn hier en daar boekhoud schandalen geweest. Maar als er een is die het in z'n broek doet, hoeven we toch niet allemaal een luier om. Dat persoon lijke vrijheid en ondernemerschap lang- De aangesloten banken krijgen een vette pluim' van Moerland omdat de Rabobank wederom tot 'Zakenbank van het jaar' Is uit geroepen. 'Het is de beloning voor het dicht bijbankieren in de bedrijvensector.' Het gaat er nu volgens hem om dat dichtbij bankieren ook in de huidige opschaling veilig te stellen. Hij dringt erop aan dat algemeen en commercieel directeuren van aangesloten banken, ondanks de interne perikelen, vooral zelf de boer op blijven gaan. 'Dat ze buiten lopen!', zegt hij kernach tig. 'Acte de présence geven in hun werkge bied en de netwerken daar.' Hij onderstreept dat vitale momenten bij ondernemers beter moeten worden aangegrepen om klantwaar de te realiseren. 'Zo blijft ons marktaandeel in het startersegment zo'n 10% achter en ook bij bedrijfsoverdracht laten we het te vaak afweten. Het gaat om miljarden euro's en tienduizenden bedrijven. Daarbij Is een hechte samenwerking tussen afdelingen bedrijvenadvies en private banking op de aangesloten banken een absolute vereiste. De Rabobank wordt gezien als dé bedrijven- bank van Nederland. De concurrentie is hef tig, grijpt soms naar twijfelachtige middelen, maar we kunnen het blijven waarmaken. Als we er actief op uitgaan en goed in contact blijven met de klant.' zaam maar zeker worden ingesnoerd, roept in de samenleving steeds meer onbegrip op.' Hij pleit voor bewustwor ding bij de opstellers van de wet- en regelgeving. De 'rule-based' aanpak schiet z'n doel voorbij en is contraproductief. Een 'principle-based' aanpak is geboden. Gelukkig lijken de eerste tekenen van een veranderend bewustzijn bij de financiële autoriteiten zich voorzichtig aan te die nen. Moerland eindigt het interview zoals het begon met 'richting en ruimte': 'Mensen willen richting en vervolgens ruimte om in eigen verantwoordelijkheid en naar eigen inzicht te werken aan oplossingen. Dat is essentieel voor elke organisatie. Binnen de Rabobank weten we daar telkens een prima balans in te vinden.' Als het aan hem ligt, houden we dat zo.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2005 | | pagina 6