/tvr Leden aan het woord 'Wat zou je doen met een miljoen?' Dat was acht jaar geleden de uit dagende vraag die de 'Club van 100' van Rabobank Baarle-Nassau e.o. kreeg voorgelegd. Zo werd het 'Wereldidee op lokaal gebied' geboren. De afgelopen jaren zijn met een totaalbudget van 330.000 euro al 48 van die lokale wereldideeën gerealiseerd. In de dorpen binnen het werkgebied is het inmiddels een begrip dat bank en gemeenschap verbindt. Hanny Cleijsen-van de Snepscheut en Jos Oomen zijn twee enthousiaste leden van de bank die zitting hebben in de beoordelingscommissie van de ingebrachte wereldideeën. Leden Fotografie Esther Pennarts B&B 14ejaargang 2005 03 o'n acht jaar geleden wilde de bank in gesprek komen met de 100 leden van toen om over het coöperatiebeleid te praten. Er was ruimte voor coöperatief dividend en de prikkelende vraag aan die 'Club van 100' was: 'wat zou je doen met een miljoen?' Dit bedrag moest verdeeld worden over vier the ma's: tarieven, service aandacht, kennis overdracht en maatschappelijke projecten. De leden besloten dat het grootste gedeelte hiervan aan het laatste thema moest worden besteed. Het totale bedrag dat de bank jaar lijks aan coöperatieve ruimte ter beschikking stelt, wordt vastgesteld door de algemene ledenvergadering. Inmiddels heeft de bank 4200 leden en is uit de 'Club van 100' de klankbordgroep Coöperatie ontstaan. Ideeënkaarten 'Om invulling te geven aan de maatschappe lijke projecten is het 'Wereldidee' ontstaan', vertelt Christiane Toonen, kantoordirecteur en tevens lid van de beoordelingscommissie. Deze commissie bestaat in totaal uit twaalf leden: zeven maatschappelijk betrokken ver tegenwoordigers van de zeven dorpen uit het werkgebied en vijf vertegenwoordigers van de bank, met onder andere de voorzitter van het bestuur. Toonen vervolgt: 'Verenigingen en scholen deden wel een beroep op het sponsor-en donatiefonds, maar de bank was met name geïnteresseerd in de ideeën die in de gemeenschap leefden.' Om die te inventariseren is vanuit de bank de zogenoemde 'ideeënkaartenactie' bedacht. Elk huishouden in het werkgebied ontvangt tweejaarlijks een ideeënkaart. Inwoners kun nen via deze kaarten ideeën indienen die gericht zijn op de verbetering van de leef baarheid in de dorpen. Na uitverkiezing wor den de projecten zoveel mogelijk gereali seerd in samenwerking met lokale overhe den, verenigingen en stichtingen. Vastgestelde criteria Nadat de 12.000 ideeënkaarten huis aan huis zijn verspreid, begint het echte werk. Er zijn een aantal avonden gemoeid met het selec teren en beoordelen van alle ideeën. Hanny Cleijsen-van de Snepscheut, lid van het eer ste uur: 'Er zijn duidelijke criteria opgesteld waaraan de ideeën moeten voldoen. Het moet bijvoorbeeld gaan om projecten die maat schappelijk relevant, niet persoonsgebonden en eenmalig zijn.' Haar collega-commissielid Oomen daarover: 'Het is niet de bedoeling om projecten te realiseren waarvoor elders al een potje beschikbaar is. We willen niets overne men, maar juist extra dingen doen.' Hij geeft aan dat deze ideeën worden doorgestuurd naar de instantie, zoals bijvoorbeeld de gemeente, waar de uitwerking van het idee thuis hoort. Ook wordt gekeken of een idee niet beter door geschoven kan worden naar het sponsoring- en donatiefonds van de bank. Eerst denken dan praten 'We hebben soms stevige discussies over de ingezonden ideeën', aldus Oomen, 'maar we komen er altijd uit. Het motto is: eerst denken, dan praten.' Om subjectiviteit geen kans te geven, mogen de commissieleden in eerste instantie niet meepraten als het een idee uit hun eigen dorp betreft. Vervolgens worden ini tiatiefnemers uitgenodigd om hun plannen toe te lichten en worden met hen afspraken gemaakt over de aanpak, de tijdsplanning en het budget. Bij de realisatie speelt de initiatief- Wereldideeën op lokaal gebied Hanny Cleijsen-van de Snepscheut

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2005 | | pagina 18