'Bazel II'
B&B 14e jaargang 2005 02
Fotografie Esther Pennarts
Berg, hoofd productmanagement MKB bij
Rabobank Nederland en na 16 jaar ING
sinds kort aan de Rabobank verbonden.
Ze voelt het specifieke van de Rabo-
problematiek goed aan. 'Blijkbaar is
Rabobank Nederland er nog onvoldoende
in geslaagd om het waarom van de veran
deringen te onderbouwen.' Als buiten
staander dacht ze voorheen dat met name
bij de Rabobank alle lichten wel op groen
stonden. 'Met haar uitstekende perfor
mance kan de Rabobank flink profijt
trekken van de maatregelen die Bazel II
nu dwingend oplegt aan alle banken.' Van
Reen onderstreept dat de Rabobank om
die voordelen te behalen wel moet vol
doen aan de hoogste eisen van Bazel II.
'Iets anders kunnen we ons gewoon ook
niet permitteren.'
Doel voorbij
De vervanging van de oude, globale 8%
solvabiliteitsregeling van Bazel I door
meer verfijnde methoden van risicowe
ging is volgens Van Reen een even nuttige
als noodzakelijke ontwikkeling.
'Uiteindelijk leidt dit ook tot een betere
waarborging van de financiële stabiliteit
van het hele bankwezen.' Daar heeft
Louwers ook geen problemen mee. Als
lokale bankdirecteur plaatst hij wel
vraagtekens bij de mate van verfijning die
de Rabobank wordt geacht na te streven.
'Schiet dat het doel niet voorbij?' Hij
wijst op de verplichte melding van inci
denten vanaf 10.000 euro. 'Dat is toch
wel erg pietluttig voor een miljardenbe
drijf als de Rabobank.' Ook vindt hij dat
lokale banken veel tijd en energie moeten
steken in bijvoorbeeld het vastleggen van
uitwinningsgegevens ten behoeve van
Bazel II. Bovendien heeft hij zo z'n twij
fels of het doel van de modellen om het
systeemtechnisch mogelijk te maken pos
ten qua risico en prijs in te delen, ook in
Hans van Oijen
de praktijk werkbaar zal blijken. In de
visie van deze gepokt en gemazelde finan
cieringsman zijn zaken als risicospreiding
en verliesrisico's ook in hoge mate con
junctureel bepaald.
Politbureau
Als bestuursvoorzitter kijkt Van Oijen er
ook wat meer op afstand naar. Hij plaatst
de Raroc-ontwikkeling primair in de
maatschappelijke tendens naar meer trans
parantie. 'Daarom is het zonder meer een
goede zaak.' Wel vindt hij vanuit het oog
punt van de lokale bestuurder de toege
voegde waarde van alle investeringen en
inspanningen op dit moment nog moeilijk
aan te geven. Hij is het met Louwers eens
dat we ook niet moeten doorslaan. In dit,
de lokale bank overstijgend, proces wor
den medewerkers volgens hem geconfron
teerd met een nieuw, ingewikkeld jargon
en begrippenkader. 'Soms', zegt hij met
een lach, 'bekruipt me weieens het gevoel
dat er een of ander centraal politbureau
aan het werk is dat de financieringsvoor-
waarden dwingend via de computer wil
gaan voorschrijven.' Al met al maakt hij
zich met de nieuwe modellenontwikkeling
zeker zorgen of er voldoende ruimte blijft
voor 'dichtbij bankieren' en lokaal onder
nemerschap. 'Laten we daarom - bij al het
goede dat Raroc brengt - de praktijk goed
in het oog houden. Het gaat om het vin
den van een werkbare balans.'
Verdergaande analyses
In dit spoor beaamt Scholtis dat
Rabobank Nederland bij de modellenont
wikkeling moet waken voor elke vorm
van hobbyisme. Ze onderstreept dat de
factor mens in het financieringsproces hoe
dan ook een wezenlijke rol blijft toebe
deeld. 'De uiteindelijke beslissing blijft
altijd mensenwerk. Belangrijk is dat we
door Raroc een betere, meer verfijnde
ondersteuning krijgen.' Dat ontlokt
Louwers de opmerking dat hij ondanks
alle statistiek nog nooit een bruikbare
insolventietoets voorbij heeft zien komen.
Van Reen voert aan dat er inmiddels al
enorm veel data, onder meer van defaults -
omgevallen posten - centraal zijn opgesla
gen. Dat biedt de mogelijkheid tot verder
gaande analyses. 'Zo werken we toe naar
de mogelijkheid dat het model een verant
woorde uitspraak doet of en in hoeverre
een financiering verantwoord is.' Van Oijen
/w\
Willem
Louwers
Toezicht door centrale banken is in West-Europa al
oud en lange tijd per land geregeld. Door de financi-
eel-economische internationalisering groeide in de
tweede helft van de vorige eeuw bij centrale banken
de behoefte om onderling afspraken te maken. In het
gebouw van de Bank for International Settlements
(BIS) in Bazel sloten zij in 1988 het eerste Bazels
Akkoord (Bazel I, ook wel BIS I genoemd). Dit hield in
dat banken, op basis van een zeer ruw risicoprofiel van
de klant, tegenover hun uitzettingen minstens 8%
eigen vermogen moesten aanhouden. Met verschillen
tussen banken en het werkelijke risico van klanten
werd echter weinig rekening gehouden. Het Bazel II-
akkoord van mei 2004 ondervangt deze tekortkoming
(met meer dan 800 artikelen!) door de introductie van
een nieuwe systematiek van vermogensvasstelling, De
implementatie van Bazel II wordt binnen de Rabobank
onder de naam Raroc uitgevoerd. Bovendien wordt
naast kredietrisico ook rekening gehouden met markt
risico en operationeel risico. Daarbij zijn er verschillen
de manieren waarop banken hun vereist kapitaal kun
nen berekenen, variërend van eenvoudig (standaard
benadering) tot zeer uitgebreid. Banken dienen ook
hun risicomanagementprocessen te verbeteren. Bazel
II zal onder meer leiden tot een meer risicogebaseerde
prijsvorming van leningen en efficiëntere financie
ringsprocessen
denkt dat lokale adviseurs het in de prak
tijk dikwijls lastig vinden om ingeschatte
risico's zo modelmatig in te delen. 'De pro
blemen die ze daarbij ondervinden, mon
den gauw uit in kritiek op het systeem.'
Buikgevoel
'De Raroc-modellen zijn en blijven een
hulpmiddel', verzekert Van Reen. 'Ze
mogen nooit leidend worden. Wel gaan
we daardoor data beter registreren,
wegen en testen. Dat zal de trefzekerheid
van de modellen ten goede komen. De