17 Piet Moerland: 'versterking coöperatie aan de top' 8 B 14e jaargang 2005 02 Fotografie Esther Pennarts lijk is', zegt Ten Donkelaar. 'De vraag was hoe diep deze beweging ingrijpt op de redelijk uitgebalanceerde en geaccepteerde verhoudingen binnen het management van de lokale bank. Anderzijds zijn er in de praktijk verschillen gegroeid die in deze tijd eigenlijk niet goed meer te billijken zijn.' Trienen geeft aan dat het belang wat hem betreft tamelijk snel duidelijk was: 'Visie 2005+ vraagt om een kwaliteitsver hoging en verbreding van de basis voor de functie van de algemeen directeur. Als we de mobiliteit voor die functie niet snel ver groten, gaan we op managementniveau een hoop problemen tegemoet. De onge lijkheid in arbeidsvoorwaarden vormt een blokkade voor een goede doorstroming.' VDBR Kritische geluiden binnen de VDBR kwa men vooral van de wat oudere algemeen directeuren. 'Die hebben sowieso weinig boodschap aan grotere mobiliteit in de toekomst', aldus Ten Donkelaar. 'Tijdens de infosessies voor alle twintig afdelingen van de VDBR, hebben we het hoe en waarom en de effecten van harmonisatie zo goed mogelijk uitgelegd. Wat speelde was vooral de vraag of harmonisatie nu een zuiver technische aangelegenheid is of dat die raakt aan de bijzondere positie van de algemeen directeur met zijn aparte pakket arbeidsvoorwaarden.' Uit de nader hand gehouden ledenraadpleging van de VDBR bleek vervolgens dat een ruime meerderheid van de algemeen directeuren (78%) de harmonisatie goedkeurt. De technische component bleek geen struikel blok te zijn. Aparte status De coöperatieve en emotionele compo nent van de harmonisatie bleek meer gesprekstof op te roepen dan de techni sche kant. Trienen is van mening dat de aparte status die de algemeen directeur heeft, niet onverbrekelijk verbonden is met een eigen pakket arbeidsvoorwaar den. 'Vanuit de historie is de algemeen directeur van een lokale bank het gezicht naar de lokale gemeenschap. Hij is altijd lang werkzaam gebleven in dezelfde plaats, met een grote verbondenheid. Het eigen pakket arbeidsvoorwaarden ver sterkte die positie. Maar de jongere gene ratie directeuren beleeft dat toch anders. Die directeuren zijn veel minder plaatsge bonden. Ze leunen ook meer op de mede werkers om invulling te geven aan de coöperatieve zaak.' Beide heren zijn het er over eens dat het voortschrijdende proces van opschaling zijn stempel heeft gedrukt op de noodzaak van harmonisatie. Emoties niet wegmoffelen Ten Donkelaar: 'Opschaling betekent nog meer een verschuiving van bestuurder naar manager. Het is natuurlijk een enorm verschil of je aan, zeg, tweehon derd of aan zestig mensen leiding geeft.' Maar cijfers zijn volgens hem niet alleen richtinggevend. Naast alle rationele argu menten zijn beleving en gevoel, kortom: emotie, niet te onderschatten afwegingen bij de beoordeling van de positie van de algemeen directeur. Hij benadrukt daarom nog eens dat de emoties die in deze kwes tie spelen, niet moeten worden weggemof feld. 'We moeten daar een open oor voor hebben en rekening mee houden.' Klankbord voor directeuren De materiële, arbeidsrechtelijke compo nent is naar tevredenheid opgelost. 'Belangrijk is dat niemand erop achteruit gaat', recapituleert Trienen. 'Sterker, op termijn gaat iedereen erop vooruit.' Ten Donkelaar memoreert dat dit voor de VDRB van meet af aan het uitgangspunt in het soms taaie onderhandelingsproces is geweest. 'Elke achteruitgang was voor ons absoluut onbespreekbaar. Anderzijds moet je bij onderhandelingen soms wat uitwis selen. Het is en blijft een kwestie van plus sen en minnen.' Als de harmonisatie een feit is, hoeft er geen CAD meer te zijn om over de arbeidsvoorwaarden te onderhan delen. Uit de infosessies van de VDBR kwam naar voren dat er desalniettemin behoefte is aan een vorm van bestendig overleg met de raad van bestuur van Rabobank Nederland. Trienen: 'Over de noodzaak om een dergelijk nieuw plat form voor directeuren te creëren, zijn alle partijen het eens. De directeur mag niet ondersneeuwen in het grote geheel.' 'In de afgelopen CKV hebben we een grote stap voorwaarts gezet naar een sterke coö peratie in de 21e eeuw. De harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden van de alge meen directeuren betekent het opheffen van belemmeringen voor een gezonde doorstroming van kader binnen onze orga nisatie. Door de opschaling van de lokale banken in de komende jaren en de over stap naar het directiemodel door veel van die banken, zullen veel bewegingen ont staan tussen banken onderling en de rest van de Rabobank Groep. Om ook op lange termijn succesvol in de markt te blijven opereren, kunnen we die mobiliteit nu extra stimuleren en voorkomen dat talent uitstroomt. Door de afspraken die er nu liggen, zijn we in staat om die stimulans te realiseren. Van het grootste belang is dat we deze beweging nu ook echt omarmen. Dat we het niet zien als een een malige oefening, maar juist als een beweging om mobiliteit blijvend te garanderen. Daarvoor zullen we zorgvuldig moeten omgaan met de afspraken ten aanzien van de harmonisatie. Ook de rol van de goed keuringscommissie zal gerespecteerd die nen te worden. Ik heb het volste vertrouwen dat dit zo gaat werken en dat we langs deze weg onze coöperatie, ook aan de top, verder zullen kunnen versterken.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2005 | | pagina 17