De derde Centrale Terugblik Dr. Stefan de Boer ledereen die de geschiedenis van Rabobank Nederland kent, weet dat deze is voortgekomen uit de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank en de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank. Bekend is ook dat deze twee centrale banken bijna 75 jaar naast elkaar hebben bestaan. Weinigen weten echter dat ruim honderd jaar geleden nog een derde centrale bank werd opgericht: de Coöperatieve Centrale Christelijke Boerenleenbank te Alkmaar. 14e jaargang 2005 01 B B veelal coöperatieve uitgangspunten en in de jaarlijkse beoordelingen zijn nog nauwelijks coöperatieve resultaten verankerd. Het is veelzeggend dat juist banken die hieraan wil len werken, aangeven te worstelen met het betrekken van medewerkers bij de coöpera tieve waarden van onze organisatie. HR-hulpmiddelen Het is belangrijk dat de lokale banken de beschikking krijgen over HR-hulpmiddelen waarin de coöperatieve uitgangspunten zijn vertaald, zoals een beschrijving van coöpera tieve resultaatgebieden en competenties in functieprofielen, ontwikkeling van specifieke coöperatieve opleidingsmodules en ontwik keling van coöperatieve beoordelingscriteria passend binnen de nieuwe performancesyste- matiek. De wens om deze hulpmiddelen, die zich uiteraard ook richten op managers en medewerkers van Rabobank Nederland, te ontwikkelen is onlangs in de BAC Coöperatie besproken en zal aan de orde komen in de kringvergaderingen van april/mei. Handleiding op stapel Daarnaast staat bij het Adviescentrum Coöperatie Ontwikkeling een handleiding op stapel die banken van dienst kan zijn bij de inrichting van het proces van medewerkerbe trokkenheid. Hierin zijn ook praktische hulp middelen opgenomen, zoals een voorbeeld presentatie die kan worden gebruikt bij bij eenkomsten met medewerkers over het onderwerp. Daarnaast is in samenwerking met een aantal banken een workshop in ont wikkeling. De lokale bank kan bepalen van wie de workshop uitgaat: de bank kan dit zelf doen of de organisatie en uitvoering overla ten aan Rabobank Nederland. Voorbeeldgedrag Het is de verantwoordelijkheid van de lokale bank of en hoe de diverse hulpmiddelen wor den ingezet. Voorop staat dat de houding en het gedrag van directie en managers van cru ciaal belang is. Zij zullen continu het juiste voorbeeld moeten geven. Bestuurders en commissarissen kunnen in dit proces even eens een belangrijke rol spelen door ervoor te zorgen dat de medewerkerbetrokkenheid bij de coöperatie een geaccepteerd en geïnte greerd deel uitmaakt van de dagelijkse handel en wandel. Fotografie Esther Pennarts Organisatie functie hoofd afdeling Bedrijfshistorie email s.boer@rn.rabobank.nl Coöperatieve Centrale Christelijke Boerenleenbank, gevestigd te Alkmaar. Segin twintigste eeuw begon het te rom melen tussen de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank en sommige van de bij haar aangesloten banken. Met moeite accepteer den zij de beslissing een beperkte aanspra kelijkheid aan te nemen tegenover de cen trale bank. Toen vervolgens werd besloten zich neutraler op te stellen tegenover de geloofsovertuiging van de leden, bleek dat één verandering teveel te zijn. In 1904 namen de boerenleenbanken in De Rijp, Beemster en Wognum het initiatief tot oprichting van een nieuwe centrale bank. De statuten eisten dat nieuwe leden 'gods dienst, huisgezin en eigendomsrechten in christelijke zin als grondslagen der samenle ving erkennen en hun gedrag daarnaar rege len.' Dit was ongeveer dezelfde eis als de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank (CCB) in Eindhoven ook hanteerde. Maar indertijd was de grote afstand tot Eindhoven voor de Noord-Hollandse banken een belangrijk obstakel om zich bij deze centrale bank aan te sluiten. =VERSLAO^ OVEK 1913 (HET TIENDE BOEKJAAR) UIT TE BRENGEN IN DE ALGEMEENE VERGADERING. TE HOUDEN TE ALK MAAR OP DEN 17 JUNI 1914. n De Coöperatieve Centrale Christelijke Boerenleenbank te Alkmaar is nooit een suc ces geworden. De naamsveranderingen in Coöperatieve Centrale Land- en Tuinbouw- bank en later in Coöperatieve Centrale Landbouwbank, konden daar weinig aan veranderen. In 1924 ging de bank in liquida tie. Er was een enorm verlies geleden op effecten en bovendien was deelgenomen in waardeloos geworden aandelen van de ter ziele gegane Leidse Centerbank. Na de liquidatie gingen 19 van de 39 bij Alkmaar aangesloten banken over naar de CCB. Zonder morren verliep dat niet. Banken klaagden over de kostbare en tijdrovende reis naar de jaarlijkse algemene vergadering in Eindhoven, waar ze dan ook niet heen gin gen. Problemen ontstonden ook rond de eis van de CCB dat niet-agrariërs geen lid van de lokale bank mochten worden. En dat terwijl bijvoorbeeld in Noord Scharwoude nogal wat 'vaklieden' en middenstanders lid waren. De andere helft van de banken koos er dan ook voor zich weer bij de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank aan te sluiten, die daar flexibeler mee omging.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2005 | | pagina 21