Werk maken van medewerkerbetrokkenheid 's 3& "Zj» H*/-/ f Cruciale coöperatieve succesfactor e, p/uTFu 'O***)w Uitgelicht Vriend en vijand zijn het erover eens dat met name de medewerkers het visite kaartje van de coöperatieve bank zijn. Het leveren van klantwaarde zou ieder van hen aan het hart gebakken moeten zijn. De vraag is of dit in voldoende mate het geval is. De BeleidsAdviesCommissie Coöperatie heeft diverse malen zijn zorg uitgespro ken over de beleving en betrokkenheid van medewerkers bij de coöperatieve uitgangspunten. Verankering uitgangspunten oopmhe iek Oubolligs' M\we(kes> door j uitte jtXSoo& o-'C HL V JyvXWtJu* 1 0 11 op 1 benactoöaj Si i lid jan, hudeukuiaaof J Jut gtbr( Van" Medewerkers Fotografie Esther Pennarts B&B 14e jaargang 2005 01 e Rabobank wil een op coöperatieve leest geschoeide, brede financiële dienstverlener zijn. Het leveren van klant waarde is de leidende doelstelling. De lokale banken hebben gezamenlijk de schouders gezet onder het werven van leden en het cre- eren van meer betrokkenheid bij die leden. De resultaten mogen er zijn. Inmiddels heb ben we bijna 1,5 miljoen leden, waarvan velen blijk geven van betrokkenheid bij de bank. Deelname aan klankbordgroepen, jon- gerenraden, ledenpanels, ledenraden en een enorme toename van de opkomst bij algeme ne vergaderingen laten dit zien. Er is veel tijd en energie gestopt in de dialoog met direc teuren, bestuurders en commissarissen over hun rol bij de besturing van de coöperatieve lokale Rabobank. Met het media-offensief onder aanvoering van Jochem de Bruin laten we ook aan de buitenwereld zien dat we anders zijn dan andere banken. De vraag is of de medewerkers - lokaal én centraal - voldoende zijn en worden meege nomen in dit belangrijke traject. De organisa tiebrede discussie over het thema 'Leden maken het verschil' heeft geresulteerd in zeven governancebesluiten die in juni 2004 zijn bekrachtigd door de algemene vergade- \r MavoLflp/ ►».»e ï/voef* deren Nfll I j vktQotu nnomiAr ring van Rabobank Nederland. In die discussie is opnieuw uitgebreid gesproken over hou ding en gedrag passend bij de coöperatieve bank. Het derde governancebesluit stelt dan ook dat alle lokale banken zich blijvend zullen inzetten om de coöperatieve uitgangspunten te verankeren in competenties, houding en gedrag van directie, management en mede werkers. Niettemin kan - zoals de BAC Coöperatie meerdere malen heeft gedaan - zorg worden uitgesproken over de beleving en betrokkenheid van medewerkers bij de coöperatieve uitgangspunten. Klantbelang voorop Al geruime tijd volgt het zogeheten POPIA- onderzoek welke ontwikkeling zich in de bele ving van medewerkers ten aanzien van de coöperatieve ambitie - bijvoorbeeld het leve ren van klantwaarde - aftekent. Een aantal uit komsten: -'Toekomt Vanaf 2001 is in dit onderzoek ook de vraag opgenomen of de respondenten van mening zijn dat de bank het klantbelang vooropstelt. Het eerste jaar beantwoordde slechts 23% deze vraag bevestigend, in 2004 was dit per centage licht gestegen naar 25%. Het beeld onder klanten naar aanleiding van dezelfde vragen in imago-onderzoek, reflecteert deze lage waardering. Imago op het gebied van klantwaarde 2002 2004 Handelt in het belang van de klant 44 35 Zou ik aanbevelen 71 61 Heeft tijd en aandacht voor de klant 49 45 Is betrokken 41 42 Uitkomsten P0PIA over beleving 1999 2004 van klantwaarde Tijd en aandacht voor klanten 76 63 Zet zich echt in voor de klant 71 59 De laatste jaren heeft een aantal banken al zeer veel geïnvesteerd in het realiseren van ledeninvloed en -zeggenschap. Het betreft banken die tijd en energie steken in het moti veren van medewerkerbetrokkenheid en zich realiseren dat de coöperatieve denk- en werk wijze niet vanzelfsprekend is. Om een paar voorbeelden te noemen: in de werving en selectie van nieuwe medewerkers ontbreken

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2005 | | pagina 20