Toezicht nieuwe stijl
bij de Rabobanken
Conferenties
Toezicht houden
Fotografie Esther Pennarts B B 13e jaargang 2004 06
prof.dr. Lense Koopmans
Eind oktober, begin november confereerden de voorzitters van raden van
commissarissen. In workshops wisselden zij van gedachten over belangrijke
thema's als de raad van commissarissen en ledeninvloed, de eigen deskundig
heid en samenstelling en de samenstelling van de directie in het directiemo
del. Op twee van de vier conferenties hield prof.dr. Lense Koopmans, voorzitter
van de raad van commissarissen van Rabobank Nederland, een interessante
inleiding over toezicht nieuwe stijl die voor alle betrokkenen bij het lokaal
bestuur van belang mag worden geacht. In deze Bank Bestuurder een enigs
zins verkorte weergave. Voor de uitgebreide versie en nadere bevindingen
naar aanleiding van de conferenties, zie Governet.
Toezicht houden is een delicate aange
legenheid. De raad van commissaris
sen mag niet op de stoel van het bestuur
gaan zitten, maar ook niet op een te grote
afstand toekijken. Cruciaal is dat de raad
blindelings moet kunnen vertrouwen op
de informatieverschaffing door het
bestuur. Het alternatief zou zijn dat de
raad zich zelfstandig gaat bezighouden
met informatievergaring en over het
hoofd van het bestuur heen contact heeft
met de medewerkers. Een onaantrekkelijk
vooruitzicht en dodelijk voor het bestuur.
Het bestuur moet de raad uit eigen bewe
ging van informatie voorzien, zowel over
de zaken die verkeerd lopen als over de
zaken die goed gaan. Als er op dit punt
wat fout loopt, is er al gauw sprake van
een vertrouwensbreuk. Als informatie niet
tijdig, onvolledig of onjuist is, is er maar
één remedie en dat is exit bestuur. Een
harde conclusie, maar het is niet anders.
De president-commissaris heeft continu
de regie over het hele proces van toezicht
houden. Hij moet eisen stellen aan het
bestuur hoe hij wil dat het toezicht daad
werkelijk wordt ingericht en uitgeoefend.
Het zijn van president-commissaris is een
serieus vak en recente ontwikkelingen
hebben dat nog eens fors aangescherpt.
Zijn belangrijkste taak is misschien wel
het zogenoemde opschakelen. Wanneer en
hoe moet er worden opgeschakeld van
monitorend toezicht, via verhoogde
waakzaamheid naar ingrijpen? Wanneer
moet afstandelijk en vertrouwensvol toe
zicht worden verruild voor een actief en
kritisch erbovenop zitten?
De raad van commissarissen heeft twee
basale rollen: governance (de toezichtsrol)
en guidance (de begeleidingsrol). In de
rolvervulling door de commissaris zijn
vier verschillende stijlen te herkennen die
idealiter in het college zijn vertegenwoor
digd (zie figuur). Zij hebben te maken
met attitude, gerichtheid en temperament.
De president-commissaris moet zoeken
naar een succesvol evenwicht en eventueel
zelf die stijl hanteren die ontbreekt. Hij
moet dus flexibel zijn en tegendraads en
bewust steeds tegenkrachten proberen op
te roepen om het debat scherp te houden.
Tegen de heersende stijl van het bestuur
in en tegen vigerende opvattingen.
Risicobeheersing is een onderwerp dat
tegenwoordig zeer in de belangstelling
staat. Geëist wordt dat het bestuur
'in control' is en daarom jaarlijks een
- ondertekend - 'statement' afgeeft. Dat
statement is gebaseerd op een inventari
satie en analyse van de risico's die zich in
de verschillende bedrijfsonderdelen kun
nen voordoen en sluit het optreden van
onverwachte grote risico's binnen de
bank uit. Gebaseerd op de 'in control
statements' van de banken en de andere
bedrijfsonderdelen kan uiteindelijk ook
de raad van bestuur van Rabobank
Drie basisvragen
De raad van commissarissen van een aangesloten bank dient met het bestuur in elk geval een
Indringende en effectieve discussie te starten aan de hand van de volgende drie - voor de hand
liggende - vragen:
Hoe doet de bank het in vergelijking met andere lokale banken? Waar is de plaats van de bank in
het scatterdiagram van de prestaties van alle aangesloten banken.
Hoe ziet de driemaandelijkse riskfoto van Audit Rabobank Groep (ARG) eruit?
Wat is de inhoud van het jaarlijkse rapport van ARG inzake de Operational Audit en welke
consequenties verbindt het bestuur daaraan?