Rondetafelgesprek B&B 13ejaargang 2004 06 moeten fuseren. 'Niet vanuit het defensief opereren of wachten tot je in de slechte cijfers zit.' Zijn grote zorg blijft dat we alles in één model gaan duwen en vervol gens van daaruit de wereld gaan verkla ren. 'Daar heeft de klant echt geen bood schap aan en daar werken we voor.' Bij de 28 Rabobanken waar hij heeft gewerkt, werd hij getroffen door de onge looflijke diversiteit aansluitend op de markt. 'Laten we die vasthouden. Dat maakt ons sterk. Het is niet goed dat allerlei bedrijfskundige en -economische overwegingen de boventoon gaan voeren. Natuurlijk is er schaalvoordeel te beha len, maar de randvoorwaarden moeten goed worden ingevuld. Het motto mag dan wel zijn 'ken uw klant', maar de rele vante vraag is of de klant ons kent. Je doet alleen zaken als hij aan ons denkt bij financiële vragen. Daarvoor moet je dichtbij zijn en blijven.' Ook Van der Harst denkt dat een offen sieve aanpak vanuit eigen kracht het mooiste resultaat oplevert. 'Niet de emo tie, maar wat de klant wil, moet de door slag geven. Nabijheid vormt de basis voor ons onderscheidend vermogen en daarbij maken onze mensen het verschil. Dat is heel krachtig. Het zou dom zijn dat prijs te geven.' Ook zij benadrukt dat er veel te verbeteren valt door bijvoorbeeld in de backoffice meer uniformiteit en schaal te brengen. 'Maar aan de voorkant moet het onderscheidend blijven. Klein aan de voorkant, groot aan de achterkant, dat is perfect.' Ze ziet dat ook grote banken dat kleine heel goed invullen met een goed vestigingenbeleid en heel veel ledenbe trokkenheid. 'Dat gaat veel verder dan koffie met een koekje.' 'Bankieren is ook afstandelijker gewor den, maar kan niet zonder contact van mens tot mens', constateert Den Hertog. Ze wijst er op dat betrokkenheid niet staat of valt met een vestiging in het dorp, maar samenhangt met de mensen die het gezicht van de bank vormen. 'Die moeten dat gevoel van nabijheid overbrengen.' Swart merkt op dat zijn bank systema tisch inzet op aanwezigheid in de lokale netwerken. 'Dat is erg belangrijk om als nabij ervaren te worden. Op die netwerk contacten baseert de klant mede zijn mening over de bank.' 'Door die interactie in de klantenkring krijgt de bank een gezicht', vult Van der Harst aan, terwijl Den Hertog erop wijst dat die netwerk contacten ook na een fusie in stand moe ten blijven. 'Bankieren is en blijft people's business', aldus Van Schaick Zillesen. 'Het elkaar kennen, wederzijds vertrouwen en met elkaar zaken willen doen, moet ruim te hebben. Het vertrek van een relatiebe heerder grijpt vaak nog harder in dan het sluiten van een kantoor.' 'Hoewel Visie 2005+ bewust geen dead line heeft, worden banken die een eigen tempo willen volgen wel met argusogen bekeken', vindt Van der Sanden. 'Het is niet consequent dat ze toch onder druk worden gezet.' Van Schaick Zillesen her kent dat. 'Die druk is er informeel onder banken, in kringvergaderingen, in verga deringen van VDBR. Banken krijgen het gevoel van het mes op de keel. Terwijl fuseren vanuit dwang een slechte zaak is. Banken moeten de nieuwe uitdaging zien! Hoe de coöperatie beter kan worden ingevuld, maar ook de locaties, de net werken, de faciliteiten.' Den Hertog denkt dat een deadline te snelle besluitvorming in de hand zou werken. 'Opschaling is toch een min of meer autonome ontwik keling. Visie 2005+ stuurt en ondersteunt wat er al gaande is bij de banken en in de Riek van der Harst maatschappij.' 'Maar we zijn allemaal Rabobanken', zegt Van der Sanden. 'Banken met de nek aankijken, dat kan natuurlijk niet.' Van der Sanden wijst erop dat de concur rentie momenteel juist weer dichter naar de klant toe komt. 'Als we ons al te zeer verwijderen, gooien we het kind met het badwater weg.' Swart zoekt wegen om ook na de fusie met stevige kantoren in de kernen aanwezig te zijn. Werken van uit één adviescentrum heeft niet zijn voor keur. Den Hertog geeft aan dat ook haar bank nadrukkelijk kantoren handhaaft in de verschillende kernen. 'Fusie betekent niet automatisch krimp. Wij willen ook fysiek nabij blijven. In ons financieel cen trum worden heel veel adviesgesprekken gevoerd, maar dat is niet het enige spoor. Afhankelijk van de klant adviseren we ook op de bijkantoren of thuis. Nabijheid kun je op meer manieren borgen.' Volgens Swart zit daar een spanningsveld met het formulebeleid. 'Je moet niet in een keurs lijf komen te zitten. Het is beter die for mules als hulpmiddel te hanteren.' 'Formules zijn koud', beaamt Van der Harst. 'Je moet het warm maken.' De gesprekspartners vinden het ledenbe- leid dan ook de uitdaging van deze tijd. 'Durf je leden te betrekken bij de bank', zegt Swart, die daarmee hele goede erva ringen heeft. 'Geef ze ook zelf verant- Alma den Hertog

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2004 | | pagina 6