'Revolutionair' 'behoudend' en 'typisch Rabo' Terugblik Dr. Stefan de Boer Al veertig jaar lang zorgt het Rabobank Pensioenfonds voor de pensioenverzekering van het Rabobankpersoneel. Eerst alleen als fonds voor de werknemers van de bij de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank (CCRB in Utrecht) aangesloten banken. Vervolgens als fonds voor het personeel van de hele Raiffeisenorganisatie. En uiteindelijk voor Rabobank Nederland en de aangesloten banken. B&B 13e jaargang 2004 06 Voorts verscheen in het voorjaar 2004 van de staatssecretaris van SZW de Hoofdlijnennota over de regeling van het financiële toezicht op pensioenfondsen. Eén van de uitgangs punten daarbij is dat de waardering van zowel de bezittingen als de verplichtingen moet geschieden op actuele waarde (populair gesproken: de marktwaarde). Deze waarde ringsmethode kan leiden tot grote schomme lingen in de vermogenspositie. En schomme lingen betekenen weer dat de premie aan wisselingen onderhevig is. Dat is een minder gewenste ontwikkeling. Voor het Rabobank Pensioenfonds aanleiding om een zogenoem de ALM-studie te laten verrichten. Hierin wordt op basis van lange termijnverwachtin gen bekeken welke mogelijkheden er zijn om de premiefluctuaties binnen de perken te houden. Overigens is dit geen gemakkelijke opgave, zeker niet nu ook aan de korte ter- mijneisen van de PVK moet worden voldaan. Wie de afgelopen tijd de berichten in de media heeft gevolgd over de afschaffing van de fiscale faciliëring van het prepensioen en de VUT en het optuigen van een levensloop regeling, zal het niet zijn ontgaan dat pensi oen een hot item is geworden. Begin novem ber kwamen het kabinet en de sociale part ners op de valreep toch nog tot een Sociaal Akkoord over deze onderwerpen. Voor oude re deelnemers met VUT-rechten is een over gangsregeling voorzien. Voor het Rabobank Pensioenfonds betekent het afschaffen van het prepensioen nogal wat. Immers onze pen sioenregelingen voorzien erin dat deelnemers geboren na 1948 op 62 jaar met pensioen gaan. De plannen van het kabinet maken het fiscaal uiterst onaantrekkelijk om dit te hand haven. Dat betekent dat er langer doorge werkt zal moeten worden. Inmiddels worden er voorbereidingen getroffen om te bezien hoe de pensioenregelingen van het Rabobank Pensioenfonds op deze ontwikkelingen aan gepast zouden moeten worden. Fotografie Afd. Bedrijfshistorie Organisatie functie hoofd afdeling Bedrijfshistorie e mail s.boer@rn.rabobank.nl PENSIOENREGLEMENT Boerenleenbanken 1968 eer lange tijd waren de boeren leenbanken vrij om pensioenverzekerin gen af te sluiten ten behoeve van hun kas siers. De banken die waren aangesloten bij de Coöperatieve CentraleBoeren- leenbank in Eind hoven deden dat bij het Jan Truyenfonds, een voorloper van Interpolis. De bij de CCRB aangesloten banken konden voordelig verzekeringen afsluiten bij Levensverzeke ringmaatschappij Utrecht, een voorganger van AMEV. Sommige banken in Noord- Nederland kozen voor het Coöperatief Verzekeringsfonds in Leeuwarden, een voor loper van Achmea. Andere boerenleenban ken hielden de pensioenen in eigen beheer en sommige banken deden helemaal niets. In 1964 koos de CCRB voor een meer eendui dige regeling. 'Onze organisatie is in de laat ste jaren sterk gegroeid, hetgeen mede tot uiting komt in de toename van het aantal personeelsleden van onze banken. De groot te van dit aantal is thans zodanig, dat de dekking in een ondernemerspensioenfonds voor de aangesloten banken aantrekkelijk is geworden', zo luidde de toelich ting. De Stichting P Pensioenfonds Raiffeisen was ■Klom- geboren. Toch zou iZ^lt-uut het n0g enige tijd duren voordat alle banken deelna men aan de SPR. 'Zeker in die tijd stuitteeen gemeen schappelijke, centrale regeling voor pensioenver zekering nogal eens op weerstand', herinnert een betrokkene zich. Toen de SPR (inmiddels Stichting Pensioen fonds Rabobankorganisatie) in 1989 haar 25-jarig bestaan vierde, vatte zij het denken over pensioenen bij de Rabobank in drie termen samen: 'revolutionair', 'behoudend' en 'typisch Rabo'. Revolutionair, omdat er bij de Rabobank een sterk eigen pensioenfonds met goede voorzieningen was gegroeid. Behoudend, omdat het soms lang duurde om alle autonome banken te overtuigen van de noodzaak pensioenen uit te keren. En typisch Rabo, omdat de SPR een zelfstandige organi satie wilde zijn, verbonden met de Rabobank, maar wel autonoom.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2004 | | pagina 23