Mooie avonturen p*> 20 Vraaggesprek De coöperatieve tussenbalans van Lageweg Al een aantal jaren werkt onze organisatie, op basis van de twaalf 'coöpera- tiebesluiten' uit 1998, aan versterking van de coöperatieve identiteit. Als hoofd van het Adviescentrum Coöperatie-Ontwikkeling (ACO) is Willem Lageweg een inspirator geweest in dat proces. Deze maand verlaat hij 'zijn' afdeling die als gevolg van Operatie Service opgaat in het nieuwe directo raat Coöperatie en Bestuur. Hét moment voor een vraaggesprek. De coöpe ratieve tussenbalans die hij moeiteloos opmaakt, gaat over cijfers, maar vooral ook over gevoel. 1 Organisatie Fotografie Esther Perinarts B&B 13ejaargang 2004 06 Zijn de coöperatiebesluiten gerealiseerd? 'In belangrijke mate wel. Eén van de cen trale elementen was het tot leven brengen van het ledenbeleid. Daar hebben we grote vooruitgang geboekt. Het ledental steeg met 1 miljoen leden naar bijna 1,5 miljoen. Zo'n tweederde van de leden beschouwt zichzelf als betrokken lid. Steeds meer leden maken gebruik van de mogelijkheden om invloed uit te oefenen. Inmiddels doen meer dan 100.000 leden mee aan klankbordgroe pen, ledenpanels, ledenvergaderingen en andere vormen van participatie. Welke organisatie in Nederland heeft zoveel actieve en daadwerkelijk betrokken leden? Dat komt omdat een sterk toenemend aantal lokale banken serieus werk maakt van het eigen ledenbeleid. Geïnspireerd door de koploperbanken heeft ACO veel energie gestoken in het uitdragen van best practices en het uitwisselen van concrete praktijkervaringen. Er zijn talloze work shops georganiseerd, er is maatwerkadvies gegeven, er zijn zeer goed bezochte confe renties georganiseerd en draaiboeken ont wikkeld. Via Bank&Bestuurder Magazine en Nieuwsbrief werd dit proces onder steund. Sinds kort speelt ook Governet beperkingen van het partnershipmodel goed onder ogen zien. Het is een prestatie van formaat dat onze organisatie het lokale bestuursmodel op een rustige maar indringende manier heeft besproken. Het getuigt van collectieve bestuurlijke wijs heid dat is gekozen voor een veranderings proces waarin ruimte en respect is voor eigen afwegingen op lokaal niveau. Zo hoort dat in een coöperatieve organisatie.' Zijn alle doelen op coöperatief gebied dan gerealiseerd? hierin een centrale rol. Kortom, er is veel inspiratie en kennis uitgedragen. Met als gevolg dat de coöperatie niet meer primair geassocieerd wordt met tobberigheid maar met energie, actie en ook fun.' Hoe kijk je aan tegen de lokale bestuur ders en toezichthouders? 'Er is nog genoeg te verbeteren. Neem het coöperatiegevoel. We zijn doorgeschoten in het centraal stellen van formules, ratio's en systemen. Een coöperatie is primair een mensenbedrijf en geen cijfermachine. Het gaat om houding en gedrag; systemen en cijfers zijn slechts ondersteunend. Maar in veel gevallen zijn die ook bij ons te domi nant geworden. En dat is funest voor het lokale ondernemerschap en het nemen van eigen verantwoordelijkheid in de relatie met klanten en leden. 'De gekozenen hebben een enorme ont wikkeling doorgemaakt. Van hen is heel veel gevraagd. Men is veel rolbewuster en rolvaster geworden. Velen hebben de weg naar de leden weer gevonden. De raden van toezicht stellen zich scherper en onaf hankelijker op. In de kringen en de CKV is het niveau van de lokale inbreng flink toegenomen. Een markant punt was de discussie in de CKV van december 2001 waarin de lokale ban ken tegen Rabobank Nederland zeiden: tot hier en niet verder. Dat was klasse. Tegelijkertijd werd duidelijk dat een groei end aantal collegeleden vindt dat gekoze nen niet meer volledig verantwoordelijk en aansprakelijk kunnen zijn voor het snel uitdijende bankbedrijf. Hoezeer ik ook vind dat bestuurders met gezond verstand en een kritische geest hun verantwoorde lijkheid nog wel degelijk aankunnen, het getuigt van realiteitszin dat we ook de m 1 m ■KT i We moeten meer durven vertrouwen op het beoordelingsvermogen en het verant woordelijkheidsbesef van de lokale colle ges en de eigen medewerkers; meer kijken of dingen wel of niet goed voelen, zonder dat er altijd cijfers nodig zijn om het bewijs te leveren; ons kwetsbaarder dur ven opstellen, zowel richting klanten en leden, als naar elkaar. In teveel gevallen zijn we helaas van die menselijke maat en

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2004 | | pagina 20