Zittingsduur in cijfers
B&B 13ejaargang 2004 04
Fotografie Esther Pennarts
het bestuur of de raad van commissarissen
van de eigen bank.
Besturen en raden van commissarissen van
lokale banken pakken het evalueren van
het eigen functioneren, zowel individueel
als op collegeniveau, steeds voortvarender
en professioneler aan. Toch blijft het voe
ren van functioneringsgesprekken een
moeilijke - soms zelf moeizame - zaak.
Nog te vaak krijgt het aftredende college
lid het laatste woord en wordt het aan
betrokkene zelf overgelaten of hij/zij in
aanmerking komt voor herbenoeming. Dit
dient echter héél nadrukkelijk een college-
besluit te zijn, vooral gebaseerd op de bij
drage die van betrokkene mag worden ver
wacht aan het gewenste functioneren van
het college in de toekomst. Wanneer het
gaat om de voordracht tot herbenoeming
van een bestuurslid behoeft dit besluit
bovendien de goedkeuring van de raad van
commissarissen. Nog regelmatig lijkt her
benoeming een automatisme te zijn.
In de enquête naar de werking van het
partnershipmodel die eind 2002 onder de
leden van de beheercolleges is gehouden,
gaven de geënquêteerden duidelijk en
eensgezind aan dat verdere professionali
sering van de gekozen bestuurders en
commissarissen absoluut noodzakelijk is.
In het rapport 'Leden maken het verschil'
heeft de werkgroep Lokaal Bestuur hier
aan ook nadrukkelijk aandacht besteed,
zowel in het aangescherpte partnership
model als in het directiemodel. De werk
groep heeft zich daarbij niet alleen geba
seerd op de eerder genoemde uitkomst
van de enquête, maar ook op heersende
maatschappelijke opvattingen - over
onder meer zittingsduur en transparantie
- die hun neerslag hebben gevonden in de
code van de Commissie Tabaksblat.
De werkgroep heeft aanbevolen om bij
toepassing van het directiemodel alle
automatismen over boord te zetten. De
zittende gekozen bestuurders moeten in
dit model niet automatisch de nieuwe
commissarissen worden. Net zo min als
de huidige toezichthouders - al dan niet
versterkt met enkele gekozen bestuurders
- zonder meer de nieuwe raad van com
missarissen dienen te worden. Uitgaande
van 'lege zetels' is de nieuwe raad van
commissarissen zo optimaal en sterk
mogelijk samen te stellen aan de hand
van de opgestelde profielschetsen. Basis
voor deze schets is het door de centrale
kringvergadering goedgekeurde model,
dat - waar relevant - kan worden toege
spitst op de eigen bank. Het moge duide
lijk zijn dat 'toespitsen' hierbij niet is te
vertalen in 'afzwakken'.
Als onderdeel van de aanscherping van
het partnershipmodel, zijn ook hier de
modelprofielen voor bestuur en raad
commissarissen verbeterd, dat wil zeggen:
uitgebreid én verzwaard.
Ongeacht het bestuursmodel is het zaak
om bij de werving van nieuwe bestuur
ders en/of commissarissen ook buiten de
gebaande paden te treden. Met de grote
toename van het aantal leden en hun
betrokkenheid bij de bank, is ook het
aantal potentiële kandidaten aanmerkelijk
uitgebreid. Daar kan op worden inge
speeld. Noodzakelijk is om alle aandacht
te richten op de kwaliteit van collegele
den. Naleving van de aanbevelingen van
de werkgroep Lokaal Bestuur, zoals die
inmiddels ook zijn neergeslagen in de
modelstatuten en reglementen, zal
ongetwijfeld leiden tot de gewenste
instroom van voldoende 'nieuw bloed' in
de colleges.
Het totstandkomen van het Jaarplan ABB 2005
is een samenspel tussen lokale banken en
Rabobank Nederland. Het Jaarplan ABB vormt
een optelsom van de lokale plannen en verte
genwoordigt de gezamenlijke ambities.
In 2004 is het jaarplanningsproces op verzoek
van de banken anders ingericht. Activiteiten
gericht op het opstellen van het jaarplan wor
den geconcentreerd in de maanden september
en oktober.
Gezamenlijk vertrekpunt en richtsnoer voor het
opstellen van de plannen van de lokale banken
en Rabobank Nederland is het Kader voor het
Jaarplan ABB 2005. Het concept hiervan is met
betrokkenheid van de BeleidsAdviesCommissies
tot stand gekomen en zal in augustus aan de
lokale banken worden toegestuurd. Vervolgens
vindt bespreking plaats in de kleine kringen. Op
22 september wordt dit concept ter goedkeu
ring voorgelegd aan de CKV.
Tevens ontvangen de lokale banken voor het
opmaken van de planning en begroting op 16
augustus de Planmodule 2005. Hiervoor zijn ver-
beterpunten uit de evaluatie van PCK 4 - de
planningstoepassing in 2003 - input geweest. In
april 2004 heeft 45% van de banken gereageerd
op de vraag of de toegezonden Ontwerp
Planmodule 2005 voor hen voldoende werkbaar
is. 94% antwoordde bevestigend, waarna het
realisatietraject is opgestart.
Voor bestuurders en commissarissen brengen
bovenstaande zaken mogelijk wijzigingen met
zich mee in tijdslijnen en ontwerp van docu
menten die zij via hun bank ontvangen.
In navolging van de herziening AGRB 2003
wordt momenteel gewerkt aan de nieuwe
Algemene GoedkeuringsRegeling voor de
bediening van Particulieren (AGRP 2004). Doel is
te komen tot een eenduidige en transparante
bevoegdhedenregeling voor de bediening van
particuliere klanten. Daartoe worden de huidige
AGRP 2001 en AGRE 2003 in de nieuwe AGRP
2004 geïntegreerd. Ook worden assurantiebe
middeling en treasurydienstverlening voor par
ticulieren in de nieuwe regeling opgenomen. De
nieuwe regeling wordt eind 2004 aan de CKV ter
goedkeuring aangeboden, implementatie bij
lokale banken zal medio 2005 plaatsvinden, n