12 Afscheidsinterview De naam Jac Verhaegen is onlosmakelijk verbonden aan de modernisering van de Rabobank. De introductie van de geldau tomaat, het telebankieren, de virtuele bank en laatstelijk CRM schrijven we voor een belangrijk deel op zijn conto. Tegelijk gaat deze veranderaar de annalen in als coöperator van de oude stempel. Zijn 36-jarige loopbaanlang werkte hij vanuit het besef dat Rabobank Nederland er is voor de lokale banken en niet andersom. Organisatie Algemene vergadering 2004: Verhaegen ontvangt de gouden organisatiespeld met briljant. B&B 13e jaargang 2004 04 Kracht achter de moderne Rabobank vermogen gekregen om zo over systemen en pro cessen na te denken, dat we technologie optimaal kunnen inzetten.' Z'n loyaliteit aan de coöperatie ve bank kent geen grenzen. 'Bij de Rabobank hoor ik thuis. Ik heb altijd de dingen gedaan, die de bank van mij wilde.' 36 jaar geleden vermeldde zijn aanstellingsbrief dat hij kon worden benoemd waar de bank dat nodig achtte. Dat staat hem hel der voor ogen. Toch woont hij al z'n leven lang in het Limburgse dorpje Kessel, waar hij geboren en getogen is. Er weggaan zal hij niet. 'Ik blijf waar ik ben en wie ik ben.' Een verrassende voorspelbaar heid die hij nog eens bevestigt met vakanties jaren achtereen in hetzelfde Italiaanse hotel. Jac Verhaegen is een alleskunner die ber gen verzet. Maar hij heeft ook iets van een boekhouder. Orde en netheid kleven hem aan. Nee, dat vindt hij niet strijdig met zijn drive naar vernieuwing. Eerder een pré. 'Van onze Lieve Heer heb ik het Reizen lijkt hem wel wat. 'Cultuur en natuur', zegt hij puntig. Even afwach ten ook wat erop hem afkomt. 'Nee, com missariaten ga ik niet verzamelen. Bestuur lijk werk wil ik wel oppakken. Het liefst maak ik dingen, met andere mensen. Organiseren vind ik leuk.' Een work aholic wil hij niet genoemd worden, maar hij geeft direct toe aan werken verknocht te zijn. Dat blijft, hoe dan ook, na z'n pensionering. 'Ik kom er wel', glimlacht hij. 'Nee, ik heb geen enkele schrik.' Twaalf banen had Verhaegen in die 36 jaar Rabobank. Vanaf 1975 rapporteerde hij ononder broken aan een lid van de raad van bestuur. Tot hij in 2001 - kort voor z'n pensioen - zelf tot dat ambt werd geroepen. Daar had hij niet op gere kend. ik heb het ook niet gezocht.' Het tekent hem: blijven als de bank dat vraagt, pensioen of niet. Dat de bank hem ook wilde voor al die ande re functies heeft hij als zeker zo plezierig ervaren. Het lijkt geen valse bescheidenheid. Vooroplopen, ja, maar niet in de schijnwerper. 'Laat mij maar op de achtergrond m'n gang gaan. Dat past bij mijn karakter', zegt hij met zelfkennis, ik ben niet de man van de verkoop - de buitenkant. Daar moet je

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2004 | | pagina 12