Sterke positie in grote steden B&B 13ejaargang 2004 03 Fotografie Esther Pennarts at mij drijft in mijn werk?' Even zoekt Piet van Scbijndel naar woorden. 'Dit is een hele mooie organisa tie. Het prachtige is dat niemand ermee aan de haal kan gaan, lokaal noch cen traal, door de ingebouwde countervailing powers. Dat geeft een innerlijke kracht die ook maakt dat we elkaar stevig op zaken attenderen. Je moet het ook aanvoelen. Als iemand naast z'n schoenen gaat lopen of een te grote broek aantrekt dan volgt er vroeger of later een correctie. Daar heb ik veel voorbeelden van gezien, ook veel mensen voor gewaarschuwd. Ons sys teem heeft ingebouwde stabilisatoren.' Als pas afgestudeerd organisatieadviseur solliciteerde Van Scbijndel bij de Rabobank. 'Je moest toch ergens gaan werken. Het was niet direct een heel bewuste of ideologische keuze.' Nu kan hij zich niets anders meer voorstellen. 'We hebben een 100-jarige cultuur van hard werken en zaken degelijk aanpakken. Zo zit de Rabobank in elkaar en daar voel ik me bij thuis. Dat is iets om trots op te zijn.' Het liefst komt hij op bijeenkomsten met lokale mensen. 'Daar ga ik graag in debat. Dan voel ik altijd de betrokken heid.' Al met al heeft hij een grote affini teit met de coöperatieve bank. Net als pater Van den Elzen - 'oprichter van de Rabobank en Interpolis' - is Van Schijndel geboren in Gemert. 'Ja, het zit daar in de grond!' lacht hij. gewend was en voor die tijd ook in Eindhoven. 'De verantwoordelijkheden zijn niet altijd eenduidig belegd. De lokale banken ondervinden daar hinder van. Dat moet anders.' Het bepaalde mede zijn motivatie om tot de raad van bestuur van Rabobank Nederland toe te treden. De herinrichting van Rabobank Neder land ziet Van Schijndel zelfs als de belangrijkste opgave voor de raad van bestuur dit jaar. 'Er is een verwachtings patroon bij de banken die met Visie 2005+ een spiegel is voorgehouden. Met elkaar hebben zij een grote, zeer ingrij pende beweging in gang gezet. De centra le moet mee in die beweging.' De door lichting van Rabobank Nederland ziet hij niet in de eerste lijn als een besparings- vraagstuk. 'Punt is dat lokale banken de vraag stellen of Rabobank Nederland er nou voor hen is of andersom. Dat is het allerbelangrijkste. Lokale banken moeten het gevoel terugkrijgen dat Rabobank Nederland er voor hen is. Dat het een vraaggestuurde club is, die transparant is in haar beslissingen en kostenstructuur. Ik ben ervan overtuigd dat als we Rabobank Nederland goed herinrichten, de besparin gen vanzelf komen.' De klacht dat afdelingen van Rabobank Nederland in houding en gedrag te weinig coöperatief georiënteerd zouden zijn, was volgens Van Schijndel niet iets voor Booz Allen Hamilton om te onderzoeken. 'Daar kan een extern bureau ons niet in advise ren.' En dan met nadruk: 'Deze raad van bestuur voert een hele goede discussie over de coöperatie. In de besturingsmodellen vormt de ledeninvloed een vast ankerpunt. Ook inzake een materieel ledenvoordeel- systeem komen we dit najaar met concrete voorstellen.' Dienstbaarheid, integriteit, respect en inlevingsvermogen ziet hij als belangrijke, maar niet specifiek onder scheidende kenmerken van de coöperatieve bank. Dat kunnen anderen ook claimen. 'Het meest bijzondere aan de Rabobank is dat ze in de haarvaten van de maatschap pij zit. Ze is verweven met al die mensen die zich belangeloos inzetten voor de loka- Op de toenmalige afdeling verzekeringen bij Rabobank Nederland kreeg hij - 26 jaar oud - z'n eerste leidinggevende func tie. Hij vertelt dat hij zich in de jaren tachtig al bezighield met het onder een hoed brengen van de onderlingen en de Rabobank. 'Nu proberen we met Achmea de laatste stap te zetten.' Daarna was hij twaalf en een half jaar werkzaam bij Interpolis, laatstelijk als voorzitter van de hoofddirectie. 'Nu ik bij Rabobank Nederland in de raad van bestuur weder om als teamlid functioneer, merk ik het verschil. Als voorzitter sta je op een ander voetstuk, meer boven de partijen. Je wordt ook anders tegemoet getreden.' Bij z'n terugkomst merkte hij dat het appa raat van Rabobank Nederland veel amb- telijker en politieker is dan hij in Tilburg 'Onze organisatie moet absoluut het accent gaan leg gen op de marktoperatie in de grote steden! aldus Van Schijndel.'Dat is een strategische investering, waarvoor we met z'n allen ook extra middelen moe ten vrijmaken.'Volgens hem is het zonneklaar dat ook de banken in rurale gebieden direct belang heb ben bij zo'n aanvalsplan. 'Doen we het niet dan zal de negatieve invloed op termijn tot in onze hele organi satie voelbaar zijn. Dan raken we achterop.' Het gaat om de 32 steden met meer dan 75.000 inwoners ver spreid over het hele land. Op de 'hittekaart van Nederland'zijn dit tevens de belangrijkste kernen van economische ontwikkeiing.'ln de rest van Nederland zijn we de sterkste bank, maar juist in die grote steden kan onze positie nog sterker', consta teert Van Schijndel. Hij wil absoluut niets afdoen aan de performance van de banken in de grote steden tot op heden.'Onze positie is al stukken steviger. Nu moeten we er nog een schepje bovenop doen.' Hij schetst een beleid met vier belangrijke sporen: ver hoging van de zichtbaarheid en naamsbekendheid in de grote steden, een grotere inspanning op stedelijke hypothekenmarkt onder de noemer van FAST, het goed aanboren van de markt voor allochtonen die grofweg de helft van de stadsbevolking uitmaken en de versterking van de positie in het MKB in de grote steden.'Dit is een stapsgewijs proces. Het gaat erom hoe, waar en wanneer we de beschikbare marktmid- delen gaan inzetten. Bijvoorbeeld in plaats van een landelijke hypothekenactie, een specifieke actie ondernemen op de hypothekenmarkt in de grote steden.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2004 | | pagina 5