r 'Beoordelen en belonen coöperatief gedrag bepalend voorslage De stelling Rien Nagel 'Daar hoeft niet meteen geld bij' Directeur blijft ondernemer Marianne van der Sanden-Holthuizen 'Benoem eerst de essentie van coöperatief gedrag' 0 Besturen/managen Fotografie Esther Pennarts; diversen B&B 13e jaargang 2004 02 functie directeurbestuurder Rabobank Aalten- Winterswijk e mail h.nagel@aalten-winterswijk.rabobank.nl Bijzonder thuis voel ik me bij het citaat van prof. Van London aan het eind van de notitie'Leden maken het verschik Volgens hem doet de struc tuur van een organisatie er niet zo toe. Het gaat om de houding en de bagage van de mensen. Mutatis mutandis geldt iets dergelijks voor de beloning van coöperatief gedrag. Er ligt zoveel coöperatieve ambitie opgetast in onze organisa tie dat ik er vertrouwen in heb dat ook zonder een beloningssysteem deze ambitie tot uitdruk king kan komen in prestaties. Dat laat onverlet dat belonen kan bijdragen tot betere prestaties. Aan de andere kant dreigt dan een zekere mis kenning van de mensen die juist zonder financië le prikkels willen presteren. Het coöperatieve ide aal zit wat mij betreft in het DNA van onze bank. En daar hoeft niet meteen geld bij. Het is dus zaak om prestaties ook te belonen met andere vormen dan geld. Het kan bijvoorbeeld in de vorm van erkenning zoals nu gebeurt met de uit verkiezing van de bank van de maand. Naar mijn mening staat de discussie van het belonen hele maal los van het te kiezen directiemodel. Het voorgestelde directiemodel past beter bij een professionele C-bank zoals die gaat ontstaan. Het is een veel duidelijker model, zonder doublures zoals we die nu regelmatig ervaren. Maar met goede wil kan ook het huidige partnershipmodel prima werken. Ik kan het niet eens zijn met de stelling. In mijn ogen maakt het niet uit of een directeurbestuur der functioneert binnen het huidige partnership model of binnen het directiemodel. De ambitie die hij heeft blijft dezelfde, in beide gevallen is hij ondernemer, die als doelstelling heeft om zijn bedrijf op een gezonde wijze uit te bouwen. Wel zal het zo zijn dat het binnen het directiemo del, waarin de top van het bedrijf uitsluitend bestaat uit professionals, mogelijk is om slagvaar diger op te treden. Kijk ik naar de dagelijkse prak tijk dan is het nu eigenlijk al zo dat het beleid ont wikkeld wordt door de directie terwijl het bestuur functioneert als raad van commissarissen. Daar waar aandeelhouders van een beursgenoteerde onderneming streven naar een hoge koers en een goed rendement, zullen onze leden streven naar een goede bank met een prima eigen vermogen, die nu en in de toekomst een kwalitatieve hoge uitstraling heeft. Een directeurbestuurder die gekozen heeft voor een leidinggevende functie binnen een coöperatieve bank weet dat hij afge rekend zal worden op bovenstaande zaken. De Rabobank streeft naar veel betrokken leden. Het resultaat zal mede afhankelijk zijn van die leden Bij hen peilen we wat de behoeften zijn van onze klanten. Als onze toetssteen dragen die betrokken leden bij aan het behaalde resultaat. Doen wij het niet goed in hun ogen dan verliezen wij hen en dat zet dan weer het resultaat onder druk. Daarmee is de cirkel rond, want de resultaten van de bank wegen mee in de beoordeling en belo ning van de directeurbestuurder. functie directeurbestuurder Rabobank Enschede- Haaksbergen e mail G.Grotenhuis@enschede- haaksbergen.rabobank.nl functie Rabobank voorzitter bestuur Rabobank Geldrop en Heeze-Leende Functie I voorzitter van onder meer de Brabantse Vereniging Welzijn Ouderen en het Steenkamp Instituut Brabant. email mar.vdsh@chello.nl Voor het slagen van zowel het directie- als het partnershipmodel is positief gedrag noodzake lijk. Beloon je positief gedrag dan is dat een sti mulans om ermee door te gaan. Reden voor onze bank om in de afgelopen kringvergade ring de pleiten voor het ontwikkelen en ver spreiden van best practices en hier incentives tegenover te stellen. Belangrijkste vraag die we ons moeten stellen: wat is coöperatief gedrag eigenlijk? Veel banken zijn naarstig opzoek naar een goede invulling van dit begrip. Men stelt het coöperatief gedachtegoed, wat mijn inziens moet uitgaan van ideologische of sociaal maat schappelijke aspecten, vaak gelijk aan het nor male ledenbeleid. Maar het zou verder moeten gaan dan het ledenbeleid. Nu terug naar de stelling; aangezien het directiemodel veel meer gericht is op een financieel goed functionerend bedrijf is het volgens mij juist bij dit model noodzakelijk om coöperatief handelen te stimu leren, te verankeren en te belonen. Doe je dat niet dan loop je het gevaar dat we ver van het coöperatieve gedachtegoed verwijderd raken. Beoordelen en belonen van coöperatief gedrag is dus essentieel voor het slagen van het direc tiemodel. Laten we daarom zo snel mogelijk de essentie van coöperatief gedrag definiëren. Pas daarna kan dit handelen ook worden beoor deeld en kunnen ratio's worden verankerd.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2004 | | pagina 10