ledeninvloed enriple 4 Heemskerk goed in z'n vel bij de Rabobank B B 13e jaargang 2004 01 Fotografie Esther Pennarts en klein wondertje'. Zo noemt Heemskerk de Rabobank. 'Op de nieuwjaarsreceptie van Hare Majesteit de Koningin - waar ik in mijn vorige functie niet eens voor werd uitgenodigd - loop ik zomaar vijf bestuursvoorzitters van lokale Rabobanken tegen het lijf. Dan besef je eens temeer hoe bijzonder deze bank is. Met zo'n maatschappelijke worteling. Hoe we het lokaal bestuur ook inrichten, die betrokkenheid moeten we koesteren.' Een CKV zonder vertegenwoordigers van de lokale gemeenschappen moeten we volgens hem niet willen. 'Ledeninvloed binnen het bedrijf is cruciaal voor deze organisatie. Een scheiding van bank en vereniging is onbespreekbaar.' Gevraagd naar wat hem in z'n eerste volle Rabojaar is tegengevallen, wijst hij para doxaal genoeg op het hoge democratische gehalte van de organisatie. 'Als bestuur moet je je hier veel meer verantwoorden, veel meer in gesprek gaan. Afstemmen en inbedden. Daar heb ik aan moeten wen nen. Anderzijds gaat het allemaal redelijk direct en weinig omfloerst. Dat bevalt me.' Hij vertelt frequent contact te hebben met medewerkers die per e-mail allerhande zaken bij hem aankaarten. 'Daar ben ik al helemaal op ingesteld. Als ik het, zoals de laatste tijd met Achmea, te druk heb, mis ik dat echt.' Hij weet dat z'n leiderschaps stijl ook wel eens kan wringen met die Rabodemocratie. 'M'n mening steek ik niet onder stoelen of banken. Dat strookt niet altijd met de inspraak binnen de orga nisatie. Maar als in de CKV wordt gevraagd naar mijn standpunt, dan kom ik daarmee. Helder genoeg. Ook als raad van bestuur kunnen we niet buiten het debat blijven staan en kiekeboe spelen. We zijn toch bezig een proces te managen; dat is onze verantwoordelijkheid.' Het onderschrijven van Visie 2005+ door de banken merkt hij aan als het grootste succes in 2003. 'Naast de mooie jaarcij fers natuurlijk.' Het getuigt volgens hem van wijsheid en inzicht dat de organisatie deze ingrijpende beleidsvoorstellen met grote consensus heeft onderschreven. 'Ik had niet gedacht dat het zo vlot zou gaan. Een pluim voor de lokale bestuurders.' Dat hem wel is verweten dat hij het oor heeft laten hangen naar de kleine banken, neemt hij graag op de koop toe. 'Dat was absoluut geen kwestie van tactiek. Het bestaansrecht van kleine, goed draaiende banken, is naar mijn mening onomstreden.' Hij komt met enthousiaste verhalen over zijn bezoeken aan een aantal kleine ban ken. 'Er is geen enkele reden om daar een eind aan te willen. Zolang een B-bank voldoet aan de gestelde criteria, is er wat mij betreft sprake van een volwaardige uitzondering.' De verwarring over de zuigkracht van de stadsbanken, die dreigt te ontstaan bij de invulling van de nieuwe Rabokaart, wil hij niet bagatelliseren. Integendeel. 'De neiging, bij de overheid en bij bureaus als Logica/CMG, is te denken vanuit stedelij ke knooppunten. In dat type denken moe ten wij niet meegaan. Dat zou echt fout zijn. Laat dat aan de concurrentie. Wij denken andersom. Wij komen vanaf het

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2004 | | pagina 5