10 vragen aan
Toos Wijnands-Hendriks
El
El
10 vragen aan.
Wie is Toos Wijnands-Hendriks (62)?
Hoe is uw bestuurlijke loopbaan bij Rabobank?
Waarom die langjarige betrokkenheid bij Rabo?
U bent de enige vrouw van 20 kringvoorzitters. Reactie?
V»"fl Wat zijn de ervaringen met2005+?
Welke rol past het kringbestuur in 2005+1
Waar moet de Rabobank voor oppassen?
Hoe evolueert het lokaal bestuursmodel?
U
Is ledeninvloed ook centraal te borgen?
•J Wat vindt u van het verenigingsgebeuren?
B B 13e jaargang 2004 01
Fotografie Esther Pennarts
Besturen/managen
functie kringvoorzitter West-Brabant en
bestuursvoorzitter Rabobank
Dongen-Rijen
email c.t.wijnands@home.nl
7»
'Ik ben geboren in Baarle-Nassau,als oudste in een boerengezin met
negen kinderen. Na mijn HBO-opleiding Landbouwhuishoudkunde
trad ik in dienst bij de NCB. Als sociaal economisch voorlichtster kwam
ik zo gedurende 23 jaar in een groot deel van West-Brabant. Sinds de
fusie van NCB tot ZLTO in 1998 ben ik kaderspecialist bij verenigings
zaken. Ik ben hier gestart en zal in deze dagen afscheid nemen. Naast
het gezinsleven met twee kinderen, ben ik kerkelijk actief en besteed
ik mijn vrije tijd aan tuinieren, koken, fietsen, tennissen en ook reizen.'
'Vanwege mijn coöperatieve en financiële achtergrond werd ik in
1992 gevraagd als bestuurslid. Bij de fusie in 1994 tot Dongen-Rijen
trad ik aan als bestuursvoorzitter en in 1998 als kringvoorzitter West-
Brabant. Samen met het kringbestuur heb ik steeds geprobeerd de
kringvergaderingen levendiger te maken. We hebben andere werk
vormen toegepast en meer openheid betracht. Dat werd overwegend
gewaardeerd en heeft de discussies positief beïnvloed, of in elk geval
spannender gemaakt. Wil je bestendig overleg hebben, dan ben je
aan elkaar verplicht om dat goed in te vullen.'
'Voorop staat dat ik het goed vind dat de zittingsduur is gelimiteerd
tot 12 jaar. Daarom zal ook ik eerdaags bestuurlijk afscheid nemen
van deze prachtige organisatie. De coöperatiediscussie en de parallel
le ontwikkelingen in het agrarisch verenigingleven heb ik als bijzon
der waardevol ervaren. Het actuele thema "Leden maken het verschil"
raakt voor mij de kern van betrokkenheid. Dat maakt het onderscheid.
Het gaat om de intentie en het gevoel om invloed te kunnen hebben,
even afgezien van de puur bancaire regelingen.
'Spijtig. Daarbij zie ik vaak ook nog dat vrouwen bij fusies van banken
als eerste terugtreden. Dat vind ik zorgelijk. Wil de Rabobank midden
in de samenleving staan, dan moet het ook bestuurlijk een afspiege
ling zijn. Dat betekent actief zoeken naar professionele vrouwen.
Die zijn er zeker, maar niet altijd in beeld of in de bekende circuits.
Rabobank moet hier op alle fronten bijzetten, ook met vrouwen in
directie en management, anders schieten we ernstig tekort.'
'Het proces begon hier in 2002 met een structuurvisie. Met 2005+
hebben we even een pas op de plaats gemaakt. Najaar 2003 zijn we in
de kring met dit proces verder gegaan. Om uiteenlopende redenen
zaten banken er qua openheid aanvankelijk verschillend in. ledereen
vindt dat de klant hoe dan ook de juiste dienstverlening moet krijgen.
Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid om dat te organiseren.
Het gaat om de optimale kwaliteit en de optimale omvang. Dat is een
zoekproces voor de eigen bank en voor de banken in de regio. Met
onze 21 banken groeien we geleidelijk naar eenzelfde beeld over
markt- en werkgebieden met sterke Rabobanken in de regio. Die zijn
nodig om marktleider te blijven of om dit uitte bouwen en vooral
om de lokale betrokkenheid op een stevige manier in te vullen.'
'Het kringbestuur als geheel heeft een cruciale rol om het proces te
faciliteren. In West-Brabant hebben we een sterk en divers team wat
betreft procesbegeleiding en communicatie. Dat gebeurt op de kring
vergaderingen en bij de bijeenkomsten in kleiner verband. Maar de
banken zelf zijn verantwoordelijk voor de uitkomsten van het proces.'
'We geven veel aandacht aan mensen: medewerkers en leden.
Terecht want het democratische proces vinden we belangrijk.
Daardoor zijn we als organisatie steeds verbeterd en geworden tot
wat we nu zijn. We moeten ook kritisch blijven en elkaar scherp hou
den. Niettemin blijft het de moeite waard om de balans te bewaken
tussen de sociale processen en het resultaat. Als het gaat om samen
werken, is onze kracht soms ook een valkuil.'
'Geen model is zaligmakend: het gaat om de juiste mensen en een
goede borging van ledeninvloed, toezicht en bestuur. Gezien de gro
tere banken na 2005+ en de toenemende professionaliteit, neig ik
richting een "commissarissenmodel". De term commissarissen vind ik
beter, omdat deze nadrukkelijk ook de leden vertegenwoordigen.'
'Een lastig vraagstuk. Uiteraard moeten we ook op centraal organisa
tieniveau de ledeninvloed goed blijven regelen. Maar als we nu eerst
lokaal goed orde op zaken stellen, dan volgt na bestudering vast een
model dat past bij de doelen in onze overlegstructuur die we op lan
delijk niveau willen bereiken.'
'Die bijna 1,4 miljoen leden zijn heel belangrijk. Je moet betrokken
leden daadwerkelijke binding en aandacht geven. Met een ledenbe-
leid als marketinginstrument is niks mis, maar je moet scherp zijn op
kwaliteit. De ledenproducten en -diensten kunnen beter uit de verf
komen. Dat moeten we vooral dicht bij de leden doen. Daarom is ver
binding tussen bank en vereniging zo belangrijk. Dat moet je zo
lang mogelijk bijeen houden, want juist dat is onderscheidend.'