Beeldbepalende Rabo-architectuur Terugblik 21 B&B 12ejaargang 2003 05 werk.' Bang voor weinig respons is Irene niet: 'De behoefte aan het netwerk is beslist aan wezig. Kennismaken en kennisdelen zijn twee hoofdredenen waarom vrouwen willen aan sluiten. Je moet ook daarom wel zorgen voor diversiteit in het deelnemersveld. Het "men gen" van bedrijven in verschillende fases zorgt er voor dat ervaren ondernemers de starters op weg kunnen helpen. De starters zorgen op hun beurt weer voor een frisse blik.' Marie-José herkent de behoefte en noemt nog een voordeel van een gemêleerd gezel schapje kijkt eens over de schutting. Hiernaast ben ik lid van de branchevereni ging, maar daar zit je toch vaak op hetzelfde paardje.'Uitbreiden van het persoonlijk net werk vindt zij ook belangrijk:'Voor vrouwen is het toch minder vanzelfsprekend om zich na een drukke werkdag nog in een netwerk te storten. Die tijd wordt meestal voor het gezin gereserveerd.Toch heb ik direct gemerkt dat het netwerken toegevoegde waarde heeft. Ons netwerk is nog maar pas opgestart, maar ik heb nu al via opgedane contacten iets kunnen regelen wat mij anders niet gelukt was.' Onderwerpen waarover de leden willen spar ren zijn er in overvloed. Irene:'We mikken in eerste instantie op vier themabijeenkomsten per jaar en een bedrijfsbezoek. We moeten ervoor waken dat het een gezellige "vrouwen bijeenkomst" wordt.'Op dit vlak zijn de net werken dezelfde mening toegedaan: de leden zoeken vooral praktische kennis. Marie-José 'Items waarin onze leden geïnteresseerd zijn, zijn bijvoorbeeld Arbo-wetgeving en acquisi tie in economisch mindere tijden. Dingen die je direct in je bedrijf kunt gaan toepassen.' Nadat Rabobank haar rol als initiator ge speeld heeft, is de bank nu teruggetreden. De netwerken gaan zelfstandig verder. Irene: 'Het is ook de bedoeling dat ondernemers die geen klant van de Rabobank zijn zich vrij voelen om zich aan te sluiten. Natuurlijk blijft de bank op de achtergrond wel degelijk aan wezig. Niemand van ons zal vergeten dat zonder hun bemoeienis het netwerk waar schijnlijk nooit van grond gekomen was.' Fotografie Afdeling Bedrijfshistorie Organisatie Met enige regelmaat verschijnen op diver se plaatsen in Nederland nieuwe en beeld bepalende Rabobankgebouwen. Is het niet de architectuur, dan imponeren ze vaak alleen al door hun omvang. Dit tekent zich af in het gemiddelde dorpsbeeld, maar ook in grotere plaatsen en steden. Het lijkt er af en toe zelfs op dat de Rabobank de traditi onele - wat meer bescheiden - manier om naar buiten treden, van zich heeft afgewor pen. Dat was in de begintijd van de Rabohistorie wel anders. Boeren leenbanken hadden toen nog nauwelijks kantoren. De kassier hield meestal zitting in zijn huiskamer.'Lukt dit niet, dan is er altijd nog de mogelijkheid in een café zitting te houden of in een openbaar gebouw als bij voorbeeld het gemeentehuis, althans als de burgemeester voorstander is van een boe renleenbank', aldus een oud-kassier in een terugblik. In de jaren vijftig begon de presentatie van de Boerenleenbanken te veranderen. Dit hing samen met de groei, professionalise ring en later ook branchevervaging. Banken verruimden hun openingstijden en openden bijkantoren. Vele nieuwe bankkantoren wer den gebouwd en oude gemoderniseerd. Steeds vaker verschenen er opvallende gevelborden en neonverlichte reclamebor den. Kantoor en woning werden bovendien steeds meer van elkaar gescheiden. Midden jaren zestig kwam het nog slechts in enkele tientallen gevallen voor dat klanten bij de kassier thuis op bezoek moesten. Is er intussen ook een typische Rabo-archi tectuur ontstaan? Nee, was het antwoord van het interne blad'Rabobank'in 1977.'Een conclusie waar we ons inziens blij mee mogen zijn, want de veelkleurigheid van onze organisatie en met name haar voor keur voor de "couleur locale" komen thans ook in het uiterlijk der vestigingen uit.' En dat is dat nog steeds het geval. Een dwin gende architectonische Rabo-huisstijl is er niet.Toch leidt het huidige flankerende organisatiebeleid van de 'Visie op vestingen' wellicht tot minder pluriformiteit dan voor- Boerenleenbank Malden(l) en Wegdam (r)in de jaren zestig. heen. Dit betreft dan met name de fysieke verschijning van de zogeheten 'bankwinkels' en 'servicekantoren'. Bij deze meer standaard bedieningsconcepten past - vaak ook in de beleving van klanten - een wat meer uni form uiterlijk en inrichting. Bovendien kan een gemeenschappelijke inkoop en uitvoe ring van deze inrichtingsconcepten op ter mijn kostenbesparend werken. Het regionale gezicht blijft uiteraard gehandhaafd. Dit zal in de toekomst meer tot uitdrukking komen in de'adviescentra'. Deze fungeren dan immers als visitekaartje van de bank richting de bedrijfsklanten en de financiële adviesmarkt. Samen met de interne'groenlichtprocedure'die altijd voor afgaat aan de (ver)bouw van een kantoor pand, is bij (nieuw)bouw van deze advies centra lokaal maatwerk vereist. Ook de func tionaliteit en flexibiliteit van de huisvesting worden daarbij in ogenschouw genomen. Dit gebeurt in nauw overleg tussen de ban ken en de regiodirectie. Een procesmanager vanuit Rabofacet adviseert en begeleidt de bank bij het maken van keuzes en het inzich telijk maken van de consequenties. Door het opstellen van een 'bankbreed huisvestings plan'wordt onder meer inzicht gegeven in de investeringskosten, exploitatiekosten, marktconformiteit en de te nemen stappen richting de nieuwe situatie. Verder dienen banken qua bouwstijl reke ning te houden met plaatselijke omstandig heden, waaronder soms de eisen van een welstandcommissie. De groenlichtprocedure ter verkrijging van goedkeuring voor de investeringen in huisvesting is recent overi gens aangescherpt: bouwkundige investe ringen boven 300.000 dienen voortaan te zijn geaccordeerd door de raad van bestuur Rabobank Nederland. Jjtf

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2003 | | pagina 21