B&B 12ejaargang 2003 05 markt te pakken. 'Door de aanpassingen in het kader van Visie Rabobank 2005+ - er is mij gezegd het woord opschaling lie ver te vermijden - wint u aan autonomie', onderstreepte hij. Piet van Schijndel, die inhoudelijk inging op de voorstellen, kon zich goed vinden in de woorden van Heemskerk. 'We heb ben een mooie organisatie waar zo'n debat als dit kan plaatsvinden. Ook nu verloopt het weer waardig en volwaardig. Ook al worden mij daarbij de oren gewassen. Dat is wel eens goed voor de nederigheid.' Hij achtte de coöperatieve identiteit en het belang van ledenbetrok kenheid cruciale elementen die bij het ver volg van de Visie 2005+ centraal dienen te staan. Vervolgens liep hij de highlights van de door de raad van bestuur aan de stukken toegevoegde nuancering nog eens door en benadrukte de consensus over de vier ijkpunten. 'Model B en C bedienen dezelfde klantgroepen en voldoen er beide aan. Maar een B+ ligt heel dicht aan tegen een C-', nuanceerde Van Schijndel waarschuwend voor rigide modeldenken. 'We moeten omschakelen op procesden- ken.' Hij prees het oog voor diversiteit dat uit de stukken sprak. 'Wij persen niet alles in een model en dat kunnen we ook niet. Het is aan u en uw leden om te besluiten. Rabobank Nederland zal u daarbij terzijde staan.' Hij sprak de hoop uit dat het overleg in de kringen in de eerste helft van 2004 tot een afronding zal komen. 'Dan kunnen we een nog ster kere bank worden dan we al zijn.' Alle kringen brachten hun standpunt in. Op een enkeling na, waren de meeste blij met de nuancering van de raad van bestuur. 'C is een prima model, maar we moeten er geen eenheidsworst van willen maken', aldus een spreker. Anderen von den dat de raad van bestuur nu juist 'teveel wisselgeld' teruggaf en riepen op tot daadkrachtig handelen. 'Toon leider schap, duldt geen vluchtgedrag.' Grote verdeeldheid was er over de bankoverstij- gende dienstverlening. De voor- en tegen standers van het inschakelen van een zusterbank wisselden elkaar af. Inzake het zusterbankenprincipe klonk de term 'mordicus tegen' nogal eens. Daarnaast werden er ook lansen gebroken voor de bovenlokale samenwerking. Belangrijke vraag was verder hoe Rabobank Nederland zich denkt te gaan inrichten. Onder verwijzing naar de vele banken die nu al over fusie in gesprek zijn, werd Rabobank Nederland opgeroepen vooral goed bij de les te blijven met een goed flankerend beleid, bijvoorbeeld op het gebied van HRM, en een goede tempori sering van het hele opschalingsproces. 'Anders slokt het alle energie op en dat zou ten koste gaan van onze aandacht voor de markt.' 'Ben je nou al klaar?', vroeg voorzitter Koopmans met enige verbazing. Van Schijndel had opvallend weinig woorden nodig voor zijn reactie. Het leek hem ver standig op een later tijdstip terug te komen op de bankoverschrijdende dienst verlening. Verder bevestigde hij nogmaals dat de opschaling van onderop vorm moet krijgen. 'U weet het zelf het best. Wij zullen u helpen. U kunt de regiodirec tie inschakelen en externe deskundigheid.' Het getal van fuserende banken interes seerde hem niet zo, wel zei hij met klem dat de eenheid binnen de vereniging Rabobank Nederland bewaard moet blij ven. 'We moeten niet polariseren.' Ten aanzien van de gevolgen voor Rabobank Nederland stelde hij dat de voormalige co-makinggroep daarover al behartigens waardige dingen heeft gezegd. 'De raad van bestuur gaat daarmee hard aan het werk. Daarop kon voorzitter Koopmans de behandeling 'netjes afhechten'. 'De kern van de Visie is akkoord, inclusief de nuancering die de kleine banken comfort biedt.' Daarop volgde, gezien de moeilijke knoop die was doorgehakt, een gepast applaus. De volgende knoop die moest worden doorgehakt was de AGRB 2003. Hans ten Cate ging in op een aantal vragen die - ondanks de overwegend positieve ont vangst van de regeling - nog bij de ban ken leefden. Het betrof onder andere het waarom van de vereiste unanimiteit in de kredietcommissie en de inschakeling van BBK/BRI als algemene regel in de artike len 5 en 6 van uitvoeringsregeling 3. Ten aanzien van het eerste punt stelde Ten Cate voor het bereiken van unanimiteit te vervangen door het komen tot consensus. 'Dat is minder vrijblijvend en bevordert het teamwork.' Vanuit de CKV kwamen desalniettemin bezwaren tegen de als ver zwakt aangemerkte positie van de alge meen directeur in de kredietcommissie en meer nog tegen artikelen 5 en 6 van de uitvoeringsregeling 3. Even ging het hard tegen hard. 'Wat heeft u toch tegen een dialoog met BBK', vroeg Ten Cate, die erop hamerde dat de voorgestelde werk wijze elders met succes wordt toegepast. 'We zijn coöperatie, we koesteren onze autonomie, we respecteren de rol van BBK, maar als 'gecertificeerde banken' zijn we ook zelf in staat verantwoorde lijkheid te dragen voor moeilijke posten', waren gehoorde tegengeluiden. Er dreigde een patstelling. Heemskerk constateerde dat de discussie nuttig was, maar tevens heel diep en principieel. Hij stelde de CKV voor positief te adviseren over de AGRB 2003, dan zou de raad van bestuur de omstreden artikelen van uit voeringsregeling 3 nog eens tegen het licht houden. 'In samenspraak kunnen we op de pijnpunten ongetwijfeld tot oplos singen te komen.' Dat stelde de CKV in staat ook de moeilijke knoop van de AGRB 2003 door te hakken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2003 | | pagina 11