M |l 'Geen eenvoudige opdracht' Adviesgroepvoorzitter Paul Bottelier: B&B 12ejaargang 2003 04 Fotografie Esther Pennarts Voorafgaand aan de workshops, wezen deskundigen van Rabobank Nederland op de urgentie van de problematiek. De bank- haltransacties zijn in een periode van 15 jaar al teruggelopen met 96%, het aantal virtuele klanten beloopt inmiddels 2 mil joen. Vergelijking met franchiseketens gaf aan dat - hoewel niet eerder zo expliciet benoemd - ook de Rabobank werkt met formules ter bevordering van een unifor me, efficiënte en op maat gesneden klant bediening. Zo wordt ingespeeld op wijzi gende markten, wijzigend klantgedrag en te lage rendementen. Zo kennen we onder de noemer 'betrokken, dichtbij en solide' - naast de virtuele Rabobank, die 24 uur per dag bereikbaar is - een strak doorgevoerde segmentering. Het segment cliëntadvies/ kleinzakelijk garandeert de beste koop in de massamarkt, het segment financieel advies biedt een excellente dienstverlening in de particulierenmarkt, terwijl het seg ment zakelijk in de bedrijvenmarkt de belofte van partnership nastreeft. Uiteengezet werd dat het met oog op de klantrentabiliteit zaak is de juiste klant, op het juiste moment, de juiste aandacht te geven. Op grond van de principes van het project FAST - inmiddels op grote schaal geïmplementeerd - wordt in de bediening een onderscheid gehanteerd naar klantrou tes. Klantcontact vindt plaats op afspraak (gepland), op inloop dan wel virtueel. In 2002 beliepen de aantallen klantcontacten op deze routes respectievelijk 5 miljoen, 15 miljoen en 310 miljoen. Veelzeggende cij fers die in toenemende mate dwingen tot een systematische, professionele en effectie ve bediening, waarbij de aandacht voor de klant op verantwoorde wijze gerelateerd is aan de kosten en opbrengsten. Nadruk vanuit Rabobank Nederland was er ook voor het vestigingenbeleid dat moet inspelen op zich wijzigend klantge drag met effecten op de landelijke en regionale dynamiek. Daarbij gaat het om service voor alle klanten via cashback, geldautomaat, servicewinkel en service kantoor, om verkoop via bankwinkels, in de vorm van verkoopkantoren en win kels, en om advies via adviescentra. Als voorbeeld werd de kring Zuid Limburg aangehaald: 'Vanuit de groene wei' heb ben de lokale banken daar met elkaar bekeken welke fysieke verschijningsvorm idealiter waar moet voorkomen, mede op grond van rekenkundige (bereikbaar- heid)criteria. Het doorvoeren van deze exercitie leidt tot minder overlap. Zo zou Adviesgroepvoorzitter Paul Bottelier kijkt met vol doening terug op de naar zijn mening zeer geslaag de consultatiebijeenkomsten.'De bijeenkomsten zijn in een constructieve en positieve sfeer verlopen De vruchtbare gedachtewisselingen hebben de adviesgroep bijzonder geholpen met het vervullen van onze niet eenvoudige opdracht.' 'Natuurlijk, er waren best kritische geluiden', aldus Bottelier/Dat was te verwachten en dat moest ook.' Wat dat betreft constateert hij wel een verband met de bankomvang. Met name bij de kleinere banken leend ter onderbouwing van het eindadvies. Onder andere waar het gaat om de coöperatieve dimen sies, de consequenties voor de lokale autonomie, de ontwikkeling van nieuwe vormen van betrokken heid en de verankering van het ledenbeleid in de commerciële activiteiten. Aanbeveling aan de raad van bestuur is deze hangijzers in nauw overleg met de lokale banken op te pakken. Nu de adviesgroep klaar is met zijn opdracht, wacht ontbinding.'Wat ons betreft is het vervolg nu in handen van de raad van bestuur, de kringen en de centrale kring: aldus de adviesgroepvoorzitter. Hij is tevreden over het werk en over de respectvoile wijze waarop onder ling in de groep met eikaars opvattingen is omge gaan. Hij is ook tevreden omdat de raad van bestuur Rabobank Nederland het advies met instemming ongewijzigd wil doorsturen aan de kringen en aan de centrale kringvergadering. plaatsen met klem aan de orde gesteld. Anderen benadrukten juist dat betrokken heid niet strijdig hoeft te zijn met opscha- ling, mits deze betrokkenheid op een pro fessionele wijze wordt georganiseerd. Her en der klonk een pleidooi voor het ontwikkelen van alternatieven voor fusie. Door de leden als vertrekpunt te nemen en niet de (omvang van de) werkgebie den, zo werd gepleit, kan worden voor komen dat we de onderscheidende coöpe ratieve structuur uithollen en op het spel zetten. Kanttekeningen waren er eveneens bij de manier waarop de nota de wereld in modellen perst en het wensbeeld dat er volgens sommigen aan ten grondslag lijkt te liggen. Anderzijds was er het brede besef dat het nog langer volgen van een organisch groeiproces, gezien de snel wij zigende marktomstandigheden, nog nau welijks een acceptabel alternatief is. - ii i Aan de consultatiebijeenkomsten heeft de advies groep ook op andere terreinen extra inzichten ont- ligt opschaling nog gevoeliger dan aanvankelijk gedacht.'Dat is te begrijpen. Ook in de adviesgroep speelden die waarderingsverschillen tussen groot en klein. Ik zal dan ook de laatste zijn om te bewe ren dat alles binnen de adviesgroep van een leien dakje is gegaan, maar na een aantal stevige sessies zijn we op hoofdlijnen tot een duidelijk en welover wogen advies aan de raad van bestuur gekomen. Helaas is dat op het punt van de schaalgrootte niet unaniem geworden. Vandaar dat er inzake de maat voering van banken een aanvullend 'minder heidsstandpunt'is geformuleerd namens twee leden van de adviesgroep. De essentie daarvan is, dat zij de noodzaak tot opschaling in mindere mate onderschrijven.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2003 | | pagina 5